Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 september 2008
gepubliceerd op 23 oktober 2008

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende outplacement

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2008013280
pub.
23/10/2008
prom.
09/09/2008
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 SEPTEMBER 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende outplacement (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de betonindustrie;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende outplacement.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Athene, 9 september 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de betonindustrie Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2007 Outplacement (Overeenkomst geregistreerd op 21 mei 2007 onder het nummer 82909/CO/106.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor de betonindustrie ressorteren.

Onder "arbeiders" verstaat men : zowel arbeiders als arbeidsters. HOOFDSTUK II. - Rechthebbenden

Art. 2.Komen in aanmerking voor een outplacementbegeleiding georganiseerd door het "Sociaal Fonds van de betonindustrie", de arbeiders waarvan het ontslag werd betekend na 30 juni 2005, en : 1° die op het ogenblik waarop het ontslag wordt gegeven de leeftijd van veertig jaar hebben bereikt of 15 jaar anciënniteit in het bedrijf hebben;2° die minstens één jaar in dienst zijn van de onderneming op het ogenblik van hun ontslag;3° waarvan het ontslag werd betekend om een economische reden.

Art. 3.Het recht op outplacement kan worden uitgebreid tot arbeiders jonger dan 40 jaar, op voorwaarde dat dergelijke begeleiding het voorwerp uitmaakt van een akkoord op ondernemingsvlak in geval van herstructurering of bij sluiting of faling van de onderneming. HOOFDSTUK III. - Aanvraagprocedure

Art. 4.De ontslagen arbeider dient zijn aanvraag tot outplacement schriftelijk in te dienen bij het sociaal fonds, ten laatste binnen de maand nadat de arbeidsovereenkomst een einde heeft genomen.

Deze schriftelijke aanvraag gebeurt via een voorgeschreven formulier (zie bijlage).

De arbeider voegt bij zijn aanvraag de nodige documenten zoals omschreven in het aanvraagformulier.

Art. 5.Het sociaal fonds onderzoekt de aanvraag en indien de aanvraag voldoet aan de voorwaarden legt het sociaal fonds contact tussen de arbeider en de dienstverlener. HOOFDSTUK IV. - Inhoud van de outplacement

Art. 6.§ 1. De dienstverlener biedt aan de ontslagen arbeider outplacementbegeleiding aan in drie fasen.

De eerste fase (een termijn van vier maanden begeleiding) houdt in : - kennismaking en psychologische begeleiding voor het verwerken van het ontslag en het opmaken van een balans voor de arbeider; - sollicitatietraining en het geven van hulp bij het zoeken naar een nieuwe dienstbetrekking; - opvolging en ondersteuning bij sollicitaties.

Het kennismakingsgesprek is vrijblijvend voor de arbeider, maar het is echter een essentiële stap voor de arbeider in het verwerkingsproces van het ontslag.

Indien de arbeider binnen de eerste fase geen betrekking heeft gevonden of geen zelfstandige activiteit heeft aangevat, wordt de begeleiding voortgezet gedurende een tweede fase (de daaropvolgende termijn van twee maanden).

Indien de arbeider op het einde van de tweede fase geen nieuwe betrekking heeft gevonden of geen zelfstandige activiteit heeft aangevat, wordt de begeleiding voortgezet gedurende een derde fase (de daaropvolgende termijn van zes maanden). § 2. De outplacementbegeleiding kan zowel individueel als collectief worden aangeboden.

De collectieve begeleiding wordt georganiseerd in groepen arbeiders van minimum 4 tot maximum 12 deelnemers.

De keuze van individuele al dan niet collectieve begeleiding hangt af van het aantal ingeschreven arbeiders op een bepaald tijdstip. HOOFDSTUK V. - Plichten van de arbeider

Art. 7.Om recht te hebben op de eerste fase verbindt de ontslagen arbeider zich ertoe, zich bij de VDAB/BGDA/FOREm in te schrijven als werkzoekende en hiervan het bewijs te leveren.

Om in de volgende fase recht te hebben op verdere opvolging en begeleiding, verbindt de ontslagen arbeider zich ertoe te goeder trouw mee te werken aan de begeleiding en de aangeboden opleidingen te volgen.

Art. 8.Zodra de arbeider zonder voldoende rechtvaardiging bij één van deze stadia afwezig is, vervalt het recht op iedere verdere sectorale outplacementbegeleiding.

De begeleiding wordt eveneens stopgezet zodra de arbeider een nieuwe betrekking in loondienst of als zelfstandige heeft gevonden.

Wanneer de arbeider een nieuwe betrekking heeft gevonden, doch deze verliest binnen drie maanden na de indiensttreding, kan op zijn verzoek de outplacementbegeleiding worden hervat in de fase waar ze was onderbroken. HOOFDSTUK VI. - Plichten van de werkgever

Art. 9.De werkgever dient de ontslagen arbeider schriftelijk te informeren over het bestaan van het sectoraal aanbod, uiterlijk op de laatste werkdag van de ontslagen arbeider. HOOFDSTUK VII. - Herstructurering

Art. 10.Voor arbeiders betrokken bij een herstructurering of een sluiting van de onderneming kunnen de aanvraag en de uitvoering van het outplacementproject worden gecentraliseerd in uitvoering van het herstructureringsplan.

In zulk geval kan de raad van beheer van het sociaal fonds, op voorstel van de partijen betrokken bij dit herstructureringsplan, afwijken van de voorwaarden inzake leeftijd, anciënniteit, duurtijd en stadia.

Tegenover de inspanning die door de sector wordt geleverd kan, in dit geval, een evenredige inspanning van de werkgever worden gevraagd.

Voor de herplaatsing van de arbeider die werd ontslagen ten gevolge van een faillissement of door een onderneming erkend als een bedrijf in moeilijkheden, zal de raad van beheer van het sociaal fonds beroep doen op de publieke middelen die daarvoor ter beschikking worden gesteld (bij voorbeeld "Herplaatsingsfonds"). HOOFDSTUK VIII. - Kosten

Art. 11.De kosten aangerekend door de dienstverlener voor de outplacementbegeleiding zoals omschreven in deze overeenkomst worden ten laste genomen door het sociaal fonds. HOOFDSTUK IX. - Begeleiding tijdens de opzegtermijn

Art. 12.Wanneer de outplacementbegeleiding plaatsheeft tijdens de opzeggingstermijn, worden de begeleidingsuren aangerekend op de tijd dat de arbeider op grond van artikel 41 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten afwezig mag zijn om een nieuwe betrekking te zoeken. HOOFDSTUK X. - Algemene bepalingen

Art. 13.De ondertekenaars van deze overeenkomst verklaren dat door het invoeren van deze sectorale outplacementbegeleiding aan de wettelijke en conventionele verplichtingen van de werkgevers van de sector van de betonindustrie wordt voldaan.

Toekenning van deze outplacementbegeleiding doet geen afbreuk aan de bepalingen van de wet betreffende de arbeidsovereenkomsten in verband met het ontslag noch aan de aanvullende voordelen die door de sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten worden verleend.

Art. 14.De sectorale outplacementbegeleiding wordt slechts aangeboden voorzover de dienstverlener waarop de sector een beroep zal doen de verbintenissen naleeft die hem krachtens de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82 gesloten in de Nationale arbeidsraad worden opgelegd. HOOFDSTUK XI. - Geschillen

Art. 15.Alle geschillen betreffende de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst kunnen voor bemiddeling worden voorgelegd aan een beperkt comité van het Paritair Subcomité voor de betonindustrie. HOOFDSTUK XII. - Geldigheid

Art. 16.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007 en is gesloten voor onbepaalde tijd. Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 2005.

Ze kan worden opgezegd door één van de partijen mits naleving van een opzeggingstermijn van drie maanden. Deze opzegging wordt gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de betonindustrie bij een ter post aangetekende brief.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 september 2008.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende outplacement Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 september 2008.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

^