Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 september 2008
gepubliceerd op 13 november 2008

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten, betreffende het nationaal akkoord 2007-2008

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2008013279
pub.
13/11/2008
prom.
09/09/2008
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 SEPTEMBER 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten, betreffende het nationaal akkoord 2007-2008 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten, betreffende het nationaal akkoord 2007-2008.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Athene, 9 september 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2007 Nationaal akkoord 2007-2008 (Overeenkomst geregistreerd op 1 oktober 2007 onder het nummer 84907/CO/142.04) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. HOOFDSTUK II. - Inkomenszekerheid Indexering

Art. 2.Alle minimumuurlonen en de effectief betaalde uurlonen worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan de reële index volgens de formule "sociale index" (= 4-maandelijks gemiddelde) van december van het voorgaande kalenderjaar vergeleken met de "sociale index" van december van het kalenderjaar daarvoor.

Verhoging van de minimumuurlonen en de effectief betaalde uurlonen

Art. 3.Alle minimumuurlonen en de effectief betaalde uurlonen worden als volgt verhoogd : - op 1 september 2007 met 0,08 EUR; - op 1 september 2008 met 0,07 EUR. Na de afgesproken verhoging voor de jaren 2007-2008, zijn de minimumuurlonen voor een 38-urige werkweek op 1 september 2007 als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake loon- en arbeidsvoorwaarden van 14 maart 2006 zal vanaf 1 januari 2007 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.

Eindejaarspremie

Art. 4.Vanaf 1 juli 2007 wordt de uitbetaling van de eindejaarspremie gesolidariseerd binnen het "Sociaal Fonds voor de terugwinning van allerlei producten".

Hiertoe zal het "Sociaal Fonds voor de terugwinning van allerlei producten" alle technische en financiële beslissingen nemen die nodig zijn om die uitbetaling te organiseren, waaronder het vastleggen - vanaf 1 oktober 2007 - van een bijdrage op de aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aangegeven brutolonen, die door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor het fonds wordt afgehouden. De hoogte van deze bijdrage dient ten laatste tegen 15 september 2007 te worden vastgelegd.

Concreet betekent dit dat de volgende wijzigingen worden aangebracht aan de bepalingen zoals ze nu vastliggen in de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2005 aangaande de eindejaarspremie : - Het referentiejaar 2007 telt uitzonderlijk 10 maanden, gaande van 1 december 2006 tot en met 30 september 2007. De eindejaarspremie voor referentiejaar 2007 bedraagt 8,33 pct. van het brutoloon verdient tijdens deze periode, en wordt in de loop van de maand december 2007 uitbetaald door de werkgever aan alle werknemers, ongeacht het type contract, die er in het referentiejaar gedurende een periode van minstens 75 kalenderdagen tewerkgesteld waren. - Het referentiejaar 2008 telt uitzonderlijk 9 maanden, vanaf 1 oktober 2007 tot 30 juni 2008. De eindejaarspremie voor referentiejaar 2008 bedraagt 8,33 pct. van het brutoloon verdient tijdens deze periode, en wordt deze in de loop van de maand december 2008 uitbetaald door het "Sociaal Fonds voor de terugwinning van allerlei producten" aan alle werknemers, ongeacht het type contract, die in het referentiejaar gedurende een periode van minstens 60 kalenderdagen in de sector tewerkgesteld waren. - Vanaf referentiejaar 2009, telt het referentiejaar 12 maanden, vanaf 1 juli van het voorgaande jaar tot en met 30 juni van het lopende jaar. Vanaf referentiejaar 2009 bedraagt de eindejaarspremie 8,33 pct. van het brutoloon verdiend tijdens deze periode, en wordt ze in de loop van de maand december uitbetaald door het "Sociaal Fonds voor de terugwinning van allerlei producten" aan alle werknemers, ongeacht het type contract, die in het referentiejaar gedurende een periode van minstens 3 maanden in de sector tewerkgesteld waren.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake eindejaarspremie van 10 mei 2005 zal vanaf 1 juli 2007 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.

De collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2006 inzake de rechthebbenden en modaliteiten van toekenning en van uitkering van aanvullende vergoedingen ten laste van het sociaal fonds voor de ondernemingen voor de terugwinning van allerlei producten, alsook de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2005 aangaande de oprichtingen van een fonds voor bestaanszekerheid, zullen vanaf 1 juli 2007 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.

Vervoerkosten

Art. 5.§ 1. Wanneer de arbeider zich verplaatst naar het werk met het openbaar vervoer of met gelijk welk ander vervoermiddel bedraagt de tegemoetkoming van de werkgever in de verplaatsingskosten vanaf de 1e afgelegde kilometer : de werkgeversbijdrage in de kosten van de treinkaart - 2de klasse van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, geregeld overeenkomstig de beschikkingen van het koninklijk besluit van 10 december 1990, houdende vaststelling van het bedrag van de werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de NMBS ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden (Belgisch Staatsblad van 14 december 1990). Iedere latere aanpassing van deze laatste reglementering wordt toegepast. § 2. Arbeiders die zich voor een gedeelte of voor de volledige afstand met de fiets verplaatsen wordt de tussenkomst van de werkgever bepaald op 0,15 EUR per kilometer die afgelegd wordt per fiets, enkel traject.

Deze vergoeding dient beschouwd te worden als een fietsvergoeding. Het deel van het traject dat niet per fiets wordt afgelegd, dient te worden vergoed volgens de bepalingen in § 1 van dit artikel. § 3. Op basis van gebruik, of op basis van een overeenkomst, bestaande gunstiger voorwaarden in ondernemingen blijven verworven en kunnen maar gewijzigd worden door middel van een collectieve arbeidsovereenkomst die wordt afgesloten op bedrijfsniveau.

Opmerking Een collectieve arbeidsovereenkomst inzake vervoerskosten zal vanaf 1 september 2007 voor onbepaalde duur worden opgemaakt. HOOFDSTUK III. - Werkzekerheid Contracten bepaalde duur en bepaald werk

Art. 6.- De anciënniteit van een arbeider die bij eenzelfde werkgever, na afloop van het contract van bepaalde duur of de vervangingsovereenkomst wordt aangeworven met een contract van onbepaalde duur, wordt mee in rekening genomen. - Indien de arbeider na afloop van opeenvolgende contracten van bepaalde duur of vervangingsovereenkomsten van telkens minstens 6 maanden zonder onderbreking en in dezelfde functie wordt aangeworven met een contract van onbepaalde duur, kan geen nieuwe proefperiode worden overeengekomen.

Opmerking Een collectieve arbeidsovereenkomst inzake contracten bepaalde duur en bepaald werk zal worden opgemaakt vanaf 1 juli 2007, en dit voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK IV. - Vorming en sociaal fonds Risicogroepen

Art. 7.In uitvoering van het interprofessioneel akkoord wordt de bijdrage risicogroepen met ingang van 1 januari 2007 vastgesteld op 0,20 pct. en dit voor onbepaalde duur.

De sociale partners zullen gedurende de duurtijd van dit akkoord de huidige aanwending van de bijdrage inzake bevordering van de vorming en tewerkstelling van risicogroepen evalueren en optimaliseren.

Sociaal fonds

Art. 8.Naargelang de beschikbare financiële middelen, verbindt het "Sociaal Fonds voor de terugwinning van allerlei producten" zich ertoe om gesprekken te voeren over een verbetering van de bestaande tegemoetkomingen en/of het invoeren in de sector van een tegemoetkoming in geval van ziekte of volledige werkloosheid.

Daartoe zal de raad van bestuur van het fonds ten laatste tegen 30 juni 2008 beschikken over een volledige financiële evaluatie.

Het "Sociaal Fonds voor de terugwinning van allerlei producten" is vanaf referentiejaar 2008 eveneens belast met het uitbetalen van de eindejaarspremie aan de begunstigde werknemers uit de sector.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2006 inzake de rechthebbende en modaliteiten van toekenning en van uitkering van aanvullende vergoedingen ten laste van het sociaal fonds voor de ondernemingen voor de terugwinning van allerlei producten, alsook de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2005 aangaande de oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, zullen vanaf 1 juli 2007 in die zin worden aangepast en dit voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK V. - Arbeidstijd en flexibiliteit Anciënniteitsverlof

Art. 9.Vanaf het kalenderjaar waarin de arbeider 20 jaar anciënniteit in de onderneming telt, heeft de arbeider recht op 1 betaalde dag anciënniteitsverlof.

Bij overgang van de onderneming blijft de anciënniteit die de arbeider heeft opgebouwd behouden.

Gunstiger regelingen op ondernemingsvlak blijven onverminderd van toepassing. Wanneer op het vlak van de onderneming de 1e anciënniteitsdag later valt dan de sectorale regeling, dient de 1e anciënniteitsdag te worden geënt op de sectorale regeling, met name vanaf 20 jaar anciënniteit.

Opmerking Een collectieve arbeidsovereenkomst inzake anciënniteitsverlof zal vanaf 1 januari 2008 voor onbepaalde duur worden opgemaakt. HOOFDSTUK VI. - Loopbaanplanning Tijdskrediet

Art. 10.In uitvoering van het interprofessioneel akkoord, mogen arbeiders van 50 jaar en ouder die gebruik maken van het recht op tijdskrediet of loopbaanvermindering, niet worden meegeteld voor de berekening van de drempel van 5 pct. rechthebbenden.

Opmerking Een collectieve arbeidsovereenkomst inzake recht op tijdskrediet zal vanaf 1 januari 2008 voor onbepaalde duur worden opgemaakt.

Eindeloopbaan

Art. 11.§ 1. Het brugpensioen in de sector wordt onder dezelfde voorwaarden en binnen de wettelijke mogelijkheden verlengd vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 december 2009.

Opmerking In die zin wordt de bestaande collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2005 inzake brugpensioen vanaf 58 jaar, verlengd vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 december 2009. § 2. De bestaande brugpensioenregeling, die een brugpensioenleeftijd vastlegt op 56 jaar mits 33 jaar beroepsloopbaan en in functie van 20 jaar ploegenarbeid met nachtprestaties, zoals bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 49 van de Nationale Arbeidsraad, wordt verlengd voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2008.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2005 inzake brugpensioen ploegenarbeid met nachtprestaties wordt verlengd vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 december 2008 en zal in die zin worden aangepast. § 3. In uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2007-2008 wordt er een recht op brugpensioen geïnstalleerd vanaf 56 jaar mits 40 jaar loopbaan.

Opmerking In uitvoering hiervan wordt vanaf 1 januari 2008 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten inzake het recht op brugpensioen vanaf 56 jaar. § 4. Onder de voorwaarden bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 en volgens de daarin bepaalde modaliteiten behouden de arbeiders die zijn ontslagen met het oog op brugpensioen in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomsten of in het kader van een op ondernemingsniveau gesloten collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen het recht op de aanvullende vergoeding : - wanneer ze het werk hervatten als loontrekkende bij een andere werkgever dan de werkgever die hen heeft ontslagen en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen; - ingeval een zelfstandige activiteit in hoofdberoep wordt uitgeoefend op voorwaarde dat die activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomsten inzake brugpensioen zullen vanaf 1 januari 2007 in die zin worden aangepast. HOOFDSTUK VII. - Sectorale projecten 2007-2008 Ploegenpremie

Art. 12.Op sectorniveau wordt een werkgroep opgericht die zich dient te buigen over de mogelijke invoering van een sectorale minimumregeling inzake ploegenpremie en dus, onder andere, een inventarisatie zal maken van alle bestaande ondernemingsregelingen inzake ploegenpremies.

Deze werkgroep dient haar werkzaamheden af te ronden ten laatste tegen december 2008.

De conclusies van de werkgroep dienen voorgelegd te worden aan het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten en zullen als basis dienen voor de onderhandelingen met het oog op het afsluiten van een sectoraal akkoord voor de periode 2009-2010.

Arbeidsorganisatie

Art. 13.Op sectorniveau wordt een werkgroep opgericht die zich dient te buigen over de mogelijkheden die bestaan omtrent en de wenselijkheid van de invoering van een bijkomende schijf van 65 overuren per kalenderjaar in het kader van buitengewone vermeerdering van werk (artikel 25 van de Arbeidswet van 16 maart 1971) of van de werkzaamheden ingevolge een onvoorziene noodzakelijkheid (artikel 26, § 1, 3° van de arbeidswet van 16 maart 1971).

Deze werkgroep dient haar werkzaamheden af te ronden ten laatste tegen december 2008.

De conclusies van de werkgroep dienen voorgelegd te worden aan het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten en zullen als basis dienen voor de onderhandelingen met het oog op het afsluiten van een sectoraal akkoord voor de periode 2009-2010.

Lonen jonge arbeiders

Art. 14.De sociale partners van de sector engageren zich om tegen 31 december 2008 een regeling uit te werken die ervoor zorgt dat de leeftijdsdiscriminaties zoals opgenomen in artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake loon- en arbeidsvoorwaarden van 14 maart 2006, weggewerkt wordt.

Non-discriminatieclausule

Art. 15.Elk bedrijf dat ressorteert onder de bevoegdheid van het paritair subcomité wordt aanbevolen om, met ingang van 1 januari 2008 de volgende non-discriminatieclausule op te nemen in haar arbeidsreglement, hierbij de procedure, zoals vastgelegd door de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen, respecterende : « Werknemers en werkgevers zijn ertoe gehouden alle regels van welvoeglijkheid, goede zeden en beleefdheid in acht te nemen, inclusief ten aanzien van bezoekers. Dit impliceert ook een zich onthouden van elke vorm van racisme en discriminatie en een bejegenen van iedereen met dezelfde nodige menselijke eerbied voor éénieders waardigheid, gevoelens en overtuiging.

Verboden is bijgevolg elke vorm van verbaal racisme, alsook het verspreiden van racistische lectuur en pamfletten.

Ook elke discriminatie op grond van geslacht, seksuele geaardheid, ras, huidskleur, afstamming, afkomst, nationaliteit en overtuiging is verboden. » Zware beroepen

Art. 16.De sociale partners moedigen de gesprekken in de Nationale Arbeidsraad aan en sluiten zich aan bij het standpunt dat genomen zal worden.

Arbeidskledij

Art. 17.De sociale partners beslissen dat de activiteiten in de sector van de terugwinning van allerlei producten van die aard zijn dat het onderhoud van de werkkledij de verantwoordelijkheid van de werkgever moet blijven en niet aan de arbeiders kan worden toevertrouwd. Er kan bijgevolg niet worden afgeweken van de algemene regel voorzien in het koninklijk besluit van 6 juli 2004 betreffende de arbeidskledij, gewijzigd bij koninklijk besluit van 19 december 2006. HOOFDSTUK VIII. - Duurtijd akkoord Duur

Art. 18.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur, gaande van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2008, tenzij anders bepaald.

De artikels die van toepassing zijn voor onbepaalde duur kunnen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend per aangetekend schrijven van drie maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten en aan de ondertekenende organisaties.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 september 2008.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

Bijlage aan het sectoraal akkoord 2007-2008 voor het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten Premies Vlaamse Gewest De ondertekenden partijen verklaren dat de arbeiders ressorterend onder het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten en die inzake domicilie en tewerkstelling voldoen aan de omschrijving van het Vlaamse Gewest gebruik kunnen maken van de aanmoedigingspremies van kracht in het Vlaamse Gewest namelijk : - zorgkrediet; - opleidingskrediet; - ondernemingen in moeilijkheden of herstructureringen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 september 2008.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

^