gepubliceerd op 14 april 2009
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde instellingen en internaten van het vrij gesubsidieerd onderwijs
9 MAART 2009. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde instellingen en internaten van het vrij gesubsidieerd onderwijs (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde instellingen en internaten van het vrij gesubsidieerd onderwijs.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 maart 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET Nota Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2008 Loon- en arbeidsvoorwaarden in de door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde instellingen en internaten van het vrij gesubsidieerd onderwijs (Overeenkomst geregistreerd op 18 november 2008 onder het nummer 89627/CO/152) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst geldt voor de werkgevers en werknemers van de onderwijsinstellingen en internaten van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerd vrij onderwijs, die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde instellingen van het vrij onderwijs vallen.
Onder "werknemers" verstaat men : de arbeiders en arbeidsters. HOOFDSTUK II. - Beroepenindeling
Art. 2.De beroepenindeling van de werknemers wordt als volgt vastgesteld : Categorie 1 : ongeschoolden. Voorbeelden : schoonmaker, keukenhulp, schoonmaker van licht vaatwerk, tafelschikker, begeleiding van schoolbussen (als bijtaak), toezicht en voor- en naschoolse opvang (als bijtaak).
Categorie 2 : eenvoudig geoefenden. Voorbeelden : nachtwaker, portier, hulpkok, hulptuinier, arbeider voor zwaar werk, hulpschilder, hulpschrijnwerker, hulpmecanicien, hulpmetselaar, hulpelektricien, onderhoudswerkman.
Categorie 3 : volwaardig geoefenden. Voorbeelden : schilder, schrijnwerker, metselaar, tuinier, onderhoudselectricien, autobestuurder, geschoold onderhoudswerkman.
Categorie 4 : geschoolden. Voorbeelden : amanuensis, schrijnwerker-meubelmaker, mecanicien, electricien, kok.
Categorie 5 : meergeschoolden en vaklieden. Voorbeelden : operateur-technicus, eerste geschoolde werkman, alleen werkende kok.
Categorie 6 : ploegbazen. Voorbeelden : 1e kok, ploegbaas, magazijnier. HOOFDSTUK III. - Minimumuurlonen
Art. 3.§ 1. De minimumuurlonen waarvan sprake in dit artikel houden rekening met de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 mei 2003 betreffende de duur van de arbeidstijd en de flexibiliteit, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 augustus 2003, beide gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs. § 2. De minimumuurlonen van de werknemers worden verhoogd als volgt : * + 1 pct. op 1 januari 2008; * + 0.35 pct. op 1 januari 2009.
Op 1 januari 2008 worden de minimumuurlonen die overeenkomen met spilindex 104,14 (basis 2004) dus als volgt vastgesteld voor een gemiddelde wekelijkse arbeidstijd van 37 uren (in EUR) :
Age/Leeftijd
Anc.
Cat. 1
Cat. 2
Cat. 3
Cat. 4
Cat. 5
Cat. 6
-18
7,6317
7,7763
8,2178
8,5538
8,7978
9,1295
18
0
7,9799
8,1152
8,4349
8,8642
9,1055
9,4338
19
1
8,1168
8,2525
8,5297
8,9848
9,1596
9,5542
20
2
8,2525
8,4797
8,6472
9,1055
9,2829
9,6794
21
3
8,4797
8,5810
8,7738
9,1055
9,4008
9,8029
22
4
8,5810
8,6822
8,8751
9,2067
9,5017
9,9042
5
8,6262
8,7410
8,9957
9,2305
9,6237
10,0216
7
8,6847
8,8675
9,1206
9,3541
9,7504
10,1482
9
8,8114
9,0122
9,2067
9,4760
9,8725
10,2687
11
8,9560
9,1130
9,2067
9,5969
9,9961
10,3909
13
9,0571
9,2321
9,2607
9,7188
10,1468
10,5128
15
9,1763
9,3527
9,3829
9,8393
10,2417
10,6347
17
9,2966
9,3527
9,5017
9,9628
10,3650
10,7599
19
9,2966
9,3768
9,6268
10,0880
10,4841
10,8819
21
9,3207
9,5423
9,7504
10,2115
10,5686
11,0025
23
9,4864
9,6224
9,8725
10,3335
10,6695
11,1275
25
9,5663
9,7430
9,9946
10,4540
10,7914
11,2526
27
-
-
10,1075
10,5760
10,9136
11,3718
Salaire horaire garanti à 21 ans : Gewaarborgd minimumuurloon op 21 jaar :
8,2525
Art. 4.§ 1. Onder verwijzing naar de Europese Richtlijn 2000/78/EG van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep en de daaruit volgende Europese rechtspraak, stellen de sociale partners vast dat de loonschalen die momenteel in het paritair comité gelden een differentiatie op basis van de leeftijd van de werknemer toepassen.
De zorg om de werknemers een conventioneel loonstelsel te bieden dat rechtvaardig, billijk en niet-discriminerend is, heeft de sociale partners steeds voor ogen gestaan, zowel bij de representatieve werkgeversorganisaties als bij de representatieve werknemersorganisaties. Het conventionele systeem dat tot nu toe geldt voor de werknemers die onder de bevoegdheid van het paritair comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs vallen voldeed klaarblijkelijk in hun ogen aan deze voorwaarden.
Daarom werd het ook geregeld verlengd.
De partijen wensen te benadrukken dat deze ondertekening en deze verlenging plaatsvonden in het raam van de uitvoering van hun missie als wettelijke vertegenwoordigers van de werkgevers en hun werknemers, zoals die wordt gedefinieerd door het algemene kader van het sociaal overleg in België en meer bepaald door wet van 5 december 1968 en dat het huidige systeem dus een lange tijd genoot van een brede consensus onder de rechtstreeks betrokkenen.
De ondertekenende partijen stellen echter vast dat de Europese Richtlijn 2000/78/EG mogelijk een aantal nieuwe eisen zal stellen inzake non-discriminatie, met name in het licht van de recente rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen.
Zij komen dan ook overeen het conventioneel loonstelsel dat momenteel van kracht is in het paritair comité te onderzoeken in het licht van deze nieuwe eisen en er, in overeenstemming daarmee, alle noodzakelijke wijzigingen aan te brengen.
Daarom : - wordt iedere vermelding van de leeftijd van de werknemers geschrapt uit de loonschaaltabellen; - verdwijnt ook het begrip gewaarborgd minimumloon uit de loonschaaltabellen.
Op 1 februari 2008 worden de minimumuurlonen die overeenkomen met spilindex 106,22 (basis 2004) dus als volgt vastgesteld voor een gemiddelde wekelijkse arbeidstijd van 37 uren (in EUR) :
Anc.
Cat. 1
Cat. 2
Cat. 3
Cat. 4
Cat. 5
Cat. 6
0
8,4176
8,4176
8,6036
9,0415
9,2876
9,6225
1
8,4176
8,4176
8,7003
9,1645
9,3428
9,7453
2
8,4176
8,6493
8,8201
9,2876
9,4686
9,8730
3
8,6493
8,7526
8,9493
9,2876
9,5888
9,9990
4
8,7526
8,8558
9,0526
9,3908
9,6917
10,1023
5
8,7987
8,9158
9,1756
9,4151
9,8162
10,2220
7
8,8584
9,0449
9,3030
9,5412
9,9454
10,3512
9
8,9876
9,1924
9,3908
9,6655
10,0700
10,4741
11
9,1351
9,2953
9,3908
9,7888
10,1960
10,5987
13
9,2382
9,4167
9,4459
9,9132
10,3497
10,7231
15
9,3598
9,5398
9,5706
10,0361
10,4465
10,8474
17
9,4825
9,5398
9,6917
10,1621
10,5723
10,9751
19
9,4825
9,5643
9,8193
10,2898
10,6938
11,0995
21
9,5071
9,7331
9,9454
10,4157
10,7800
11,2226
23
9,6761
9,8148
10,0700
10,5402
10,8829
11,3501
25
9,7576
9,9379
10,1945
10,6631
11,0072
11,4777
27
-
-
10,3097
10,7875
11,1319
11,5992
§ 2. Op 1 juni 2008 worden, ingevolge de indexaanpassing, de minimumuurlonen die overeenkomen met spilindex 108,34 (basis 2004) dus als volgt vastgesteld voor een gemiddelde wekelijkse arbeidstijd van 37 uren (in EUR) :
Anc.
Cat. 1
Cat. 2
Cat. 3
Cat. 4
Cat. 5
Cat. 6
0
8,5860
8,5860
8,7757
9,2223
9,4734
9,8150
1
8,5860
8,5860
8,8743
9,3478
9,5297
9,9402
2
8,5860
8,8223
8,9965
9,4734
9,6580
10,0705
3
8,8223
8,9277
9,1283
9,4734
9,7806
10,1990
4
8,9277
9,0329
9,2337
9,5786
9,8855
10,3043
5
8,9747
9,0941
9,3591
9,6034
10,0125
10,4264
7
9,0356
9,2258
9,4891
9,7320
10,1443
10,5582
9
9,1674
9,3762
9,5786
9,8588
10,2714
10,6836
11
9,3178
9,4812
9,5786
9,9846
10,3999
10,8107
13
9,4230
9,6050
9,6348
10,1115
10,5567
10,9376
15
9,5470
9,7306
9,7620
10,2368
10,6554
11,0643
17
9,6722
9,7306
9,8855
10,3653
10,7837
11,1946
19
9,6722
9,7556
10,0157
10,4956
10,9077
11,3215
21
9,6972
9,9278
10,1443
10,6240
10,9956
11,4471
23
9,8696
10,0111
10,2714
10,7510
11,1006
11,5771
25
9,9528
10,1367
10,3984
10,8764
11,2273
11,7073
27
-
-
10,5159
11,0033
11,3545
11,8312
§ 3. Op 1 oktober 2008 worden, ingevolge de indexaanpassing, de minimumuurlonen die overeenkomen met spilindex 110,51 (basis 2004) dus als volgt vastgesteld voor een gemiddelde wekelijkse arbeidstijd van 37 uren (in EUR) :
Anc.
Cat. 1
Cat. 2
Cat. 3
Cat. 4
Cat. 5
Cat. 6
0
8,7577
8,7577
8,9512
9,4067
9,6629
10,0113
1
8,7577
8,7577
9,0518
9,5348
9,7203
10,1390
2
8,7577
8,9987
9,1764
9,6629
9,8512
10,2719
3
8,9987
9,1063
9,3109
9,6629
9,9762
10,4030
4
9,1063
9,2136
9,4184
9,7702
10,0832
10,5104
5
9,1542
9,2760
9,5463
9,7955
10,2128
10,6349
7
9,2163
9,4103
9,6789
9,9266
10,3472
10,7694
9
9,3507
9,5637
9,7702
10,0560
10,4768
10,8973
11
9,5042
9,6708
9,7702
10,1843
10,6079
11,0269
13
9,6115
9,7971
9,8275
10,3137
10,7678
11,1564
15
9,7379
9,9252
9,9572
10,4415
10,8685
11,2856
17
9,8656
9,9252
10,0832
10,5726
10,9994
11,4185
19
9,8656
9,9507
10,2160
10,7055
11,1259
11,5479
21
9,8911
10,1264
10,3472
10,8365
11,2155
11,6760
23
10,0670
10,2113
10,4768
10,9660
11,3226
11,8086
25
10,1519
10,3394
10,6064
11,0939
11,4518
11,9414
27
-
-
10,7262
11,2234
11,5816
12,0678
Art. 5.De loonsverhogingen als gevolg van anciënniteit treden in werking op de eerste dag van de maand na de verjaardag van de indiensttreding.
Art. 6.De in artikelen 3 en 4 vastgestelde minimumuurlonen worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen dat maandelijks door de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd wordt, overeenkomstig de bepalingen van de collectieve overeenkomst van 7 maart 1977 betreffende de koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 november 1977 (Belgisch Staatsblad van 27 januari 1978). HOOFDSTUK IV. - Eindejaarspremie
Art. 7.De werknemers die gebonden zijn met een arbeidsovereenkomst en die werkelijke of gelijkgestelde arbeidsprestaties kunnen bewijzen in de loop van de referteperiode hebben recht op een eindejaarspremie waarvan het bedrag wordt vastgesteld op 2,5 maal het normale weekloon in de maand december van de referteperiode.
De referteperiode wordt vastgesteld van 1 januari tot 31 december.
De gelijkgestelde arbeidsprestaties zijn die welke als zodanig in het socialezekerheidsstelsel worden beschouwd.
Art. 8.§ 1. Elke maand arbeidsprestaties of gelijkgestelde maand tijdens de referteperiode geeft recht op een twaalfde van de in overeenstemming met de bepalingen van artikel 7 toegekende premie.
Onder "maand" wordt verstaan : elke tewerkstelling die begint voor de zestiende of eindigt na de vijftiende dag van de lopende maand. § 2. Als de werknemer niet de totaliteit van de premie kan genieten in het raam van volledige arbeidsprestaties omdat hij in de instelling in of uit dienst getreden is in de loop van de referteperiode, wordt het bedrag van de premie vastgesteld prorata temporis van de gedurende de referteperiode geleverde arbeidsprestaties of gelijkgestelde perioden.
De premie wordt betaald bij het vertrek op basis van het dan van kracht zijnde loon.
Art. 9.Werknemers die om dwingende redenen ontslagen worden of die gedurende de referteperiode slechts arbeidsprestaties geleverd hebben tijdens hun proefperiode, hebben geen recht op de eindejaarspremie.
Art. 10.De eindejaarspremie wordt uitbetaald in de loop van de maand december van het in aanmerking komend jaar of op het ogenblik waarop het arbeidscontract eindigt. HOOFDSTUK V. - Voordelen in natura
Art. 11.De werknemers die in een internaat verblijven moeten instaan voor de kosten ervan mits een overeenkomst wordt gesloten met de werkgever.
De internaatkosten mogen echter de bedragen vastgesteld bij artikel 20 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 ter uitvoering van de wet van 27 juni 1969 ter herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid van de werknemers, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 maart 1977, niet overschrijden.
Deze bedragen worden als volgt vastgesteld : - dagbedrag van 3,22 EUR, samengesteld uit : 0,55 EUR voor ontbijt; 1,09 EUR voor middagmaal; 0,84 EUR voor avondmaal; 0,74 EUR voor huisvesting. - maandbedrag van 96,68 EUR. HOOFDSTUK VI. - Anciënniteitsvakantie
Art. 12.Sedert 1 januari 2006 hebben de werknemers recht op anciënniteitsvakantiedagen in verhouding tot hun anciënniteit in de instelling of bij de inrichtende macht. Het recht op die bijkomende vakantiedagen is verworven op 1 januari van het jaar dat volgt op de verjaardag van de inwerkingtreding van het arbeidscontract.
Het aantal dagen bedraagt 1 per 5 jaar anciënniteit. HOOFDSTUK VII. - Bijzondere bepalingen
Art. 13.Tijdens de korte vakantieperiodes in het onderwijs (half-trimestrieel en trimestrieel verlof van Kerstmis en Pasen), is de werkgever ertoe gehouden de werklieden aan het werk te houden met de waarborg het volledig loon uit te betalen.
Art. 14.Tijdens de periode van de schoolvakanties in juli en augustus wordt in de mate van het mogelijke afgezien van ontslag.
Ingeval ontslagen zich voordoen tijdens de periode van de schoolvakantie, hebben de ontslagen werklieden en werksters alle voorrang bij heraanwerving na deze vakantie. In dat geval blijft de anciënniteit gedurende deze periode doorlopen en blijft verworven.
Art. 15.In geen geval mag deze collectieve arbeidsovereenkomst afbreuk doen aan bepalingen die voor de werknemers gunstiger zijn, in de inrichtingen waar zulks het geval is. Zij mag evenmin een vermindering van het inkomen van de betrokken werklieden en werksters tot gevolg hebben. HOOFDSTUK VIII. - Geldigheid
Art. 16.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1992 betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden (koninklijk besluit van 20 oktober 1992, Belgisch Staatsblad van 21 november 1992), als gewijzigd bij : - collectieve arbeidsovereenkomst van 22 januari 1998 (koninklijk besluit van 11 maart 2002 - Belgisch Staatsblad van 24 mei 2002); - collectieve arbeidsovereenkomst van 13 september 2000 (koninklijk besluit van 18 juli 2002 - Belgisch Staatsblad van 3 oktober 2002); - collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2001 (koninklijk besluit van 24 augustus 2005 - Belgisch Staatsblad van 13 oktober 2005); - collectieve arbeidsovereenkomst van 5 mei 2003 (geregistreerd onder nr. 67168/CO/152); - collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2005 (geregistreerd onder nr. 78430/CO/152); - collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2008 (geregistreerd onder nr. 88710/CO/152), gesloten in het paritair comité voor de gesubsi-dieerde inrichtingen van het vrij onderwijs.
Art. 17.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 oktober 2008 en wordt gesloten voor een onbepaalde duur.
Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits naleving van een opzegtermijn van drie maanden, per ter post aangetekend schrijven meegedeeld aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde instellingen van het vrij onderwijs.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 maart 2009.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET