Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 maart 1998
gepubliceerd op 04 juni 1998

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing van 16 december 1997 van het Paritair Subcomité voor de steenbakkerij van de provincie Antwerpen betreffende de vaststelling van de vakantiedata voor het jaar 1998

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1998022228
pub.
04/06/1998
prom.
09/03/1998
ELI
eli/besluit/1998/03/09/1998022228/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 MAART 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing van 16 december 1997 van het Paritair Subcomité voor de steenbakkerij van de provincie Antwerpen betreffende de vaststelling van de vakantiedata voor het jaar 1998


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 38, eerste lid, 4;

Gelet op de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gecoördineerd op 28 juni 1971, inzonderheid op artikel 8;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, inzonderheid op artikel 63, eerste lid;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de steenbakkerij van de provincie Antwerpen waarbij de algemeen verbindend verklaring wordt gevraagd voor de beslissing van 16 december 1997 betreffende de vaststelling van de vakantiedata voor 1998;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen beslissing van 16 december 1997 van het Paritair Subcomité voor de steenbakkerij van de provincie Antwerpen betreffende de vaststelling van de vakantiedata voor het jaar 1998.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 maart 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN

Bijlage Paritair Subcomité voor de steenbakkerij van de provincie Antwerpen Beslissing van 16 december 1997 Vaststelling van de vakantiedata voor 1998

Artikel 1.Onderhavige beslissing werd genomen door de volgende organisaties : Christelijke Centrale van Diverse Industrieën, op voornoemde zitting vertegenwoordigd door de heer R. Van de Voorde.

Algemene Centrale van het Algemeen Belgisch Vakverbond, op voornoemde zitting vertegenwoordigd door de heer F. De Wulf.

Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België, op voornoemde zitting vertegenwoordigd door de heer L. De Groote.

Belgische Baksteenfederatie, V.Z.W., op voornoemde zitting vertegenwoordigd door de heren M. Heylen en R. Lauwers.

Art. 2.Deze beslissing is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen gelegen in de gerechtelijke kantons Boom en Kontich.

Art. 3.Voor de werklieden en werksters wordt de hoofdvakantie als volgt vastgesteld : 1° aan de stokers van continu-ovens wordt een ononderbroken vakantieperiode toegestaan met een minimum van zeventien of achttien dagen, naargelang de vakantieperiode al dan niet een betaalde wettelijke feestdag omvat, in de periode van 1 mei 1998 tot 31 oktober 1998, op in gemeen overleg vastgestelde data tussen de betrokkenen en de werkgever;2° voor alle andere werklieden en werksters wordt een ononderbroken vakantieperiode toegestaan, met een minimum van zeventien of achttien dagen, naargelang deze vakantieperiode al dan niet 21 juli of 15 augustus omvat, in de periode van 15 juni 1998 tot en met 31 augustus 1998. In elke onderneming kunnen, door de ondernemingsraad, of bij ontstentenis daarvan, in akkoord met de syndicale afvaardiging, of bij ontstentenis van deze laatste in gemeen overleg tussen de betrokkenen en de werkgever de data van deze ononderbroken vakantie collectief vastgesteld worden, ofwel voor het ganse personeel, ofwel in twee of drie beurten, telkens voor een gedeelte van het personeel.

Art. 4.In afwijking van artikel 3, zal volgende vakantieregeling worden toegepast : - bij de Steenbakkerij Damman N.V., NIEL en bij de N.V. Syndikaat Machiensteen te Rumst : in de periode van 15 juni 1998 tot en met 28 september 1998.

Art. 5.Onverminderd de bepalingen van artikel 3, worden de overige vakantiedagen, waarop de werknemers nog recht hebben, op in gemeen overleg vastgestelde data tussen de betrokkenen en de werkgever, toegekend tussen 1 januari en 31 december 1998.

De data van deze vakantiedagen kunnen collectief vastgesteld worden door de ondernemingsraad, of bij ontstentenis daarvan, in akkoord met de syndicale afvaardiging, of bij ontstentenis van deze laatste, bij akkoord tussen de werkgever en de betrokken werklieden en werksters.

Art. 6.Bij het vaststellen van de data van de resterende vakantiedagen, zal er over gewaakt worden dat de produktiecapaciteit van de onderneming niet in het gedrang komt, ondermeer door bedoelde vakantiedagen te splitsen en te spreiden over het gehele jaar, door de vakantie te verlenen in de stille perioden ter gelegenheid van bruggen, plaatselijke of andere feesten, hierbij telkens met inachtneming van de particuliere toestand van de onderneming en de aard van de produktiemethoden.

Art. 7.De overeenkomstig artikel 3, 2° vastgestelde periode van collectief verlof wordt aan de werklieden en werksters bekendgemaakt door aanplakking in de onderneming vóór 31 december 1997.

In geval van vaststelling van collectief verlof in twee of drie beurten, wordt deze aanplakking, voor elke verlofbeurt, aangevuld met de naamlijst van de betrokken werklieden en werksters.

Indien, overeenkomstig artikel 5, tweede lid, in de onderneming de overige vakantiedagen collectief worden vastgesteld, worden deze eveneens aan de werklieden en werksters bekendgemaakt door aanplakking in de onderneming vóór 31 december 1997.

Art. 8.Uiterlijk op 31 december 1997 dient de werkgever afschrift over te maken van de in toepassing van vorig artikel aangeplakte kennisgevingen aan de Voorzitter van het Paritair Subcomité, die hiervan mededeling doet aan de organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de steenbakkerij van de provincie Antwerpen vóór 15 januari 1998.

Art. 9.In geval van vaststelling van collectief verlof in twee of drie beurten, dient de werkgever de definitieve naamlijst van de werklieden en werksters voor elke verlofbeurt over te maken uiterlijk op 1 juni 1998 aan de Voorzitter van het Paritair Subcomité voor de steenbakkerij van de provincie Antwerpen, die hiervan mededeling doet aan de in artikel 8 voornoemde organisaties uiterlijk op 15 juni 1998.

Art. 10.Deze beslissing is van toepassing voor de vakantie te nemen in 1998.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 maart 1998.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET De Minister van Sociale zaken, Mevr. M. DE GALAN

^