gepubliceerd op 25 april 1998
Koninklijk besluit waarbij aan de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening de terugbetaling wordt opgelegd van een deel van de door het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers toegestane renteloze leningen
9 MAART 1998. Koninklijk besluit waarbij aan de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening de terugbetaling wordt opgelegd van een deel van de door het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers toegestane renteloze leningen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de programmawet van 30 december 1988, in het bijzonder artikel 110;
Gelet op de wet van 20 juli 1991 houdende begrotingsbepalingen, in het bijzonder Titel II, Hoofdstuk I, artikel 6;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers van 8 januari 1998;
Gelet op de begroting voor het begrotingsjaar 1998, die voorziet dat de R.V.A. aan het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers, 500 miljoen frank moet terugbetalen, waarvan 250 miljoen frank van de renteloze lening uit 1989 en 250 miljoen frank van de renteloze lening uit 1991;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De Rijksdienst voor arbeidsvoorziening betaalt in 1998 een bedrag van vijfhonderd miljoen frank terug aan het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 2 maart 1998.
Art. 3.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel,Brussel, 9 maart 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET