Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 maart 1998
gepubliceerd op 20 maart 1998

Koninklijk besluit houdende oprichting van zekere graden bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
1998000111
pub.
20/03/1998
prom.
09/03/1998
ELI
eli/besluit/1998/03/09/1998000111/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 MAART 1998. Koninklijk besluit houdende oprichting van zekere graden bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 107, tweede lid, van de gecoördineerde Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, zoals tot op heden gewijzigd;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het Rijkspersoneel, zoals tot op heden gewijzigd;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de Rijksbesturen kunnen titularis zijn, zoals tot op heden gewijzigd;

Gelet op de adviezen van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 april 1997 en 30 september 1997;

Gelet op het advies van de Vaste Wervingssecretaris, gegeven op 31 oktober 1997;

Gelet op het advies van de directieraad van het Ministerie van Binnenlandse Zaken;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 30 december 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 30 december 1997;

Gelet op het protocol nr 78/2 van 27 januari 1998 van het Sectorcomité I, Algemeen Bestuur;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoordineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegend dat het dringend karakter gemotiveerd wordt door het feit dat de reglementaire bepalingen in het huidige besluit op een dwingende wijze van kracht worden vanaf de inwerkingtreding van de nieuwe personeelsformatie dat de nieuw gecreëerde loopbanen voor de gesloten centra van de Dienst Vreemdelingenzaken integreert, ten einde binnen de vastgestelde termijnen te kunnen overgaan tot de aanwerving van het statutaire personeel, dat vereist is in het kader van de opening van de nieuwe gesloten centra te Vottem en te Merksplas;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken worden de volgende graden opgericht : Administratief personeel : in rang 30 : veiligheidsbeambte in rang 32 : sectiechef in rang 20 : adjunct-veiligheidsassistent veiligheidsassistent in rang 13 : centrumdirecteur

Art. 2.In de tabel gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de Rijksbesturen kunnen titularis zijn, worden onder het opschrift "I. Alfabetische rangschikking van de Nederlandse benamingen Afdeling A. Administratief personeel" en onder het opschrift "II.

Alfabetische rangschikking van de Franse benamingen, Afdeling A, Administratief personeel", de volgende graden ingevoegd : in rang 30 : veiligheidsbeambte in rang 32 : sectiechef in rang 20 : adjunct-veiligheidsassistent veiligheidsassistent in rang 13 : centrumdirecteur

Art. 3.De graad van veiligheidsbeambte wordt verleend aan de geslaagden voor een vergelijkend wervingsexamen.

Hij mag ook verleend worden, bij wijze van verandering van graad en na onderzoek naar de beroepsgeschiktheid, aan de titularissen van de graden van klerk en van operationeel agent.

Hij is ook toegankelijk, na onderzoek van de beroepsgeschiktheid, voor de geslaagden voor een vergelijkend examen voor overgang naar het hoger niveau.

Art. 4.Een examen voor verhoging in graad wordt ingesteld voor de bij bevordering door verhoging in graad te verlenen graad van sectiechef.

Onverminderd de overige gestelde reglementaire voorwaarden mogen aan het examen deelnemen de ambtenaren bekleed met de graad van veiligheidsbeambte, die ten minste vier jaar graadanciënniteit hebben.

Art. 5.In afwijking van artikel 53 van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de beoordeling en de loopbaan van het Rijkspersoneel kan alleen de veiligheidsbeambte die geslaagd is voor het in artikel 4 van dit besluit vermeld examen en ten minste acht jaar graadanciënniteit heeft tot de graad van sectiechef worden bevorderd.

Art. 6.§ 1. De graad van adjunct-veiligheidsassistent wordt verleend aan de geslaagden voor een vergelijkend wervingsexamen.

Hij mag ook verleend worden, bij wijze van verandering van graad en na onderzoek naar de beroepsgeschiktheid, aan de titularissen van de graden van bestuursassistent en van operationeel assistent.

Hij is ook toegankelijk voor de veiligheidsbeambten die geslaagd zijn voor een vergelijkend examen voor overgang naar het hoger niveau. § 2. Onverminderd de overige gestelde reglementaire voorwaarden mogen aan het in § 1 bedoeld vergelijkend wervingsexamen deelnemen de houders van een diploma dat toegang verleent tot de graden van het niveau 2.

Art. 7.Een vergelijkend examen voor overgang naar het hogere niveau in de graad van veiligheidsassistent wordt ingesteld.

In afwijking van artikel 29, § 2, 2°, van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 voornoemd en onverminderd de overige gestelde reglementaire voorwaarden, mogen aan het vergelijkend examen deelnemen de ambtenaren, bekleed met de graad van sectiechef, die ten minste vier jaar graadanciënniteit hebben.

Art. 8.Alleen de sectiechef die geslaagd is voor het in artikel 7 van dit besluit vermeld vergelijkend examen kan tot de graad van veiligheidsassistent worden bevorderd.

Art. 9.In afwijking van artikel 66, tweede lid, van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 voornoemd, kan de ambtenaar, bekleed met de graad van adjunct-veiligheidsassistent die ten minste vier jaar graadanciënniteit heeft, benoemd worden tot de graad van veiligheidsassistent.

De in het eerste lid bedoelde benoeming wordt afhankelijk gesteld van een onderzoek naar de beroepsgeschiktheid waarvan het programma gelijk is aan dit van het tweede gedeelte van het vergelijkend examen voor overgang naar het hoger niveau tot de graad van veiligheidsassistent.

De in het eerste lid bedoelde benoeming wordt verleend bij wijze van verandering van graad.

Art. 10.De graad van centrumdirecteur wordt verleend aan de geslaagden voor een vergelijkend wervingsexamen.

Na onderzoek van de beroepsgeschiktheid, mag hij ook verleend worden door verhoging in graad aan de titularissen van de graad van adjunct-adviseur, en verleend worden bij wijze van verandering in graad aan de titularissen van de graad van adviseur.

Art. 11.Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als het koninklijk besluit van 9 maart 1998 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

Art. 12.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 maart 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY

^