gepubliceerd op 03 juli 2009
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2005 tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van artikel 98 van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van gedetineerden en tot regeling van de samenstelling, de bevoegdheden en de werking van de Penitentiaire Gezondheidsraad
9 JUNI 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2005 tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van artikel 98 van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van gedetineerden en tot regeling van de samenstelling, de bevoegdheden en de werking van de Penitentiaire Gezondheidsraad
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden, inzonderheid op artikel 98;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 december 2005 tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van artikel 98 van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van gedetineerden en tot regeling van de samenstelling, de bevoegdheden en de werking van de Penitentiaire Gezondheidsraad;
Gelet op advies 46.223/2 van de Raad van State, gegeven op 14 april 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 12 december 2005 tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van artikel 98 van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van gedetineerden en tot regeling van de samenstelling, de bevoegdheden en de werking van de Penitentiaire Gezondheidsraad worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) onderdeel 1° wordt aangevuld met de woorden « of zijn vertegenwoordiger, die hij aanduidt »;b) onderdeel 2° wordt aangevuld met de woorden « , of de vertegenwoordiger die hij aanduidt en die dezelfde hoedanigheid heeft van arts bij de penitentiaire administratie als de persoon die vertegenwoordigd wordt »;c) onderdeel 3° wordt aangevuld met de woorden « , of de vertegenwoordiger die hij aanduidt en die dezelfde hoedanigheid heeft van arts bij de penitentiaire administratie als de persoon die vertegenwoordigd wordt ».
Art. 2.De Minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 juni 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK