9 JULI 1997. Koninklijk besluit tot vaststelling van het programma van het examen over de technische bevoegdheid om de erkenning als bandagist te verkrijgen bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering voor de verstrekkingen bedoeld in artikelen 28, § 1, en 35, § 1, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 215, § 2;

Gelet op artikel 89, § 2, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994;

Gelet op de adviezen van de Erkenningsraad voor leveranciers van implantaten, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering van 21 januari 1994 en 14 oktober 1994;

Gelet op het advies van het Verzekeringscomité voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering van 2 oktober 1995;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit stelt het programma vast van het examen over de technische bevoegdheid om de erkenning als verstrekker van implantaten te verkrijgen voor de verstrekkingen bedoeld in de artikelen 28, § 1, en 35, § 1, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.

Die verstrekkingen van voornoemde artikelen worden ingedeeld in negen erkenningsgroepen, namelijk : - Groep I : artikel 28, § 1, A. Orthopedie en traumatologie en artikel 35, § 1, A. Orthopedie en traumatologie; - Groep II : artikel 28, § 1, B. Oftalmologie en artikel 35, § 1, B. Oftalmologie - Groep III : artikel 28, § 1, C. Neurochirurgie en artikel 35, § 1, C. Neurochirurgie; - Groep IV : artikel 28, § 1, D. Otorinolaryngologie en artikel 35, § 1, D. Otorinolaryngologie; - Groep V : artikel 28, § 1, E. Urologie en nefrologie en artikel 35, § 1, E. Urologie en nefrologie; - Groep VI : artikel 28, § 1, F. Heelkunde op het abdomen en pathologie van het spijsverteringsstelsel en artikel 35, § 1, F. Heelkunde op het abdomen en pathologie van het spijsverteringsstelsel; - Groep VII : artikel 28, § 1, G. Heelkunde op de thorax en cardiologie en artikel 35, § 1, G. Heelkunde op de thorax en cardiologie; - Groep VIII : artikel 28, § 1, H. Bloedvatenheelkunde en artikel 35, § 1, H. Bloedvatenheelkunde; - Groep IX : artikel 28, § 1, J. Plastische en reconstructieve heelkunde en artikel 35, § 1, I. Plastische en reconstructieve heelkunde;

De erkenning kan worden verkregen voor één ofmeer van die groepen.

Art. 2.Het programma van het examen over de technische bevoegdheid voor groep I. Orthopedie en Traumatologie omvat de volgende stof : I. Algemene kennis van het menselijk skelet.

II. Kennis van de verschillende types van fracturen waarmee men in de traumatologie te maken heeft.

III. Kennis van de verschillende types van osteotomie en arthrodosis in de orthopedie.

IV. Technologie over de samenstelling van de materialen die worden gebruikt bij de constructie van het materieel.

V. Beschrijving en gebruik van dat materieel.

VI. Kennis van de gebruikelijke terminologie die wordt aangewend in de orthopedische en traumatologische heelkunde.

VII. Algemene kennis van de verkoopprijzen en exacte kennis van de vergoedingstarieven.

VIII. Kennis van de reglementering en facturering in het raam van de verplichte verzekering.

Art. 3.Het programma van het examen over de technische bevoegdheid voor groep II. Oftalmologie omvat de volgende stof : I. Anatomie-Fysiologie.

Elementaire kennis van de anatomie en de fysiologie van het oog en de aanhangsels ervan.

II. Pathologie.

Elementaire kennis van de courante aandoeningen die leiden tot het wegnemen van een oog.

III. Kennis van het materieel.

A. Grondige en beredeneerde kennis van het materieel dat wordt gebruikt om vorenbedoelde aandoeningen te verhelpen.

B. Algemene kennis van de grondstoffen die over het algemeen worden gebruikt bij de fabricage van het materieel en in contact komen met het menselijk lichaam : - incompatibiliteit; - gebreken en kwaliteiten; - samenstelling.

IV. Terminologie.

Kennis van de gebruikelijke terminologie die door de geneesheren wordt aangewend en betrekking heeft op het materieel.

V. Algemene kennis van de verkoopprijzen en exacte kennis van de vergoedingstarieven.

VI. Kennis van de reglementering en facturering in het raam van de verplichte verzekering.

Art. 4.Het programma van het examen over de technische bevoegdheid voor groep III. Neurochirurgie omvat de volgende stof : I. Anatomie.

Algemene kennis van de anatomie en de fysiologie : - van de hersenen; - van de bloedsomloop; - van de vorming en de circulatie van het cerebrospinaal vocht.

II. Pathologie.

Algemene kennis van de courante aandoeningen en inzonderheid van hydrocefalie.

III. Kennis van het materieel.

A. Grondige en beredeneerde kennis van het materieel dat wordt gebruikt om vorenbedoelde aandoeningen te verhelpen.

B. Algemene kennis van de grondstoffen die over het algemeen worden gebruikt bij de fabricage van het materieel en in contact komen met het menselijk lichaam : - incompatibiliteit; - gebreken en kwaliteiten; - samenstelling.

IV. Terminologie.

Kennis van de gebruikelijke terminologie die door de geneesheren wordt aangewend en betrekking heeft op het materieel.

V. Algemene kennis van de verkoopprijzen en exacte kennis van de vergoedingstarieven.

VI. Kennis van de reglementering en facturering in het raam van de verplichte verzekering.

Art. 5.Het programma van het examen over de technische bevoegdheid voor groep IV. Otorhinolaryngologie omvat de volgende stof : I. Anatomie.

Algemene kennis van de anatomie van het oor.

II. Pathologie.

Algemene kennis van de courante aandoeningen van het oor die doofheid veroorzaken.

III. Kennis van het materieel.

A. Grondige en beredeneerde kennis van het materieel dat wordt gebruikt om vorenbedoelde aandoeningen te verhelpen.

B. Algemene kennis van de grondstoffen die over het algemeen worden gebruikt bij de fabricage van het materieel en in contact komen met het menselijk lichaam : - incompatibiliteit; - gebreken en kwaliteiten; - samenstelling.

IV. Terminologie.

Kennis van de gebruikelijke terminologie die door de geneesheren wordt aangewend en betrekking heeft op het materieel.

V. Algemene kennis van de verkoopprijzen en exacte kennis van de vergoedingstarieven.

VI. Kennis van de reglementering en facturering in het raam van de verplichte verzekering.

Art. 6.Het programma van het examen over de technische bevoegdheid voor groep V. Urologie en Nefrologie omvat de volgende stof : I. Anatomie-Fysiologie.

Algemene kennis van de anatomie en fysiologie van de nier, urinewegen en geslachtsorganen.

II. Pathologie.

Algemene kennis van de pathologie van de nier, urinewegen en geslachtsorganen.

III. Kennis van hel materieel.

A. Grondige en beredeneerde kennis van het materieel dat wordt gebruikt om vorenbedoelde aandoeningen te verhelpen.

B. Algemene kennis van de grondstoffen die over het algemeen worden gebruikt bij de fabricage van het materieel en in contact komen met het menselijk lichaam : - incompatibiliteit; - gebreken en kwaliteiten; - samenstelling.

IV. Terminologie.

Kennis van de gebruikelijke terminologie die door de geneesheren wordt aangewend en betrekking heeft op het materieel.

V. Algemene kennis van de verkoopprijzen en exacte kennis van de vergoedingstarieven.

VI. Kennis van de reglementering en facturering in het raam van de verplichte verzekering.

Art. 7.Het programma van het examen over de technische bevoegdheid voor groep VI. Heelkunde op het abdomen en Pathologie van het Spijsverteringsstelsel, omvat de volgende stof : I. Anatomie-Fysiologie.

Algemene kennis van de anatomie en fysiologie van het gastro-intestinaal stelsel.

II. Pathologie.

Algemene kennis van de pathologie van het gastro-intestinaal stelsel.

III. Grondige en beredeneerde kennis van de artikelen.

IV. Kennis van de gebruikelijke terminologie.

V. Karakteristieken van de grondstoffen, beschrijving, gebruik, kwaliteit en gebreken.

VI. Algemene kennis van de verkoopprijzen en exacte kennis van de vergoedingstarieven.

VII. Kennis van de reglementering en facturering in het raam van de verplichte verzekering.

Art. 8.Het programma van het examen over de technische bevoegdheid voor groep VII. Heelkunde op de thorax en Cardiologie omvat de volgende stof : I. Anatomie-Fysiologie.

Elementaire kennis van de anatomie en van de fysiologie van het cardiovasculair stelsel en van het desbetreffende zenuwstelsel.

II. Pathologie.

Elementaire kennis van de stoornissen in het hartritme.

III. Kennis van het materieel.

A. Grondige en beredeneerde kennis van het materieel dat wordt gebruikt om vorenbedoelde aandoeningen te verhelpen.

B. Grondige kennis van het materieel voor extracorporele circulatie (pomp, oxygeneratoren, intracardiale canules, enz.).

C. Algemene kennis van de grondstoffen die over het algemeen worden gebruikt bij de fabricage van het materieel en in contact komen met het menselijk lichaam : - incompatibiliteit; - gebreken en kwaliteiten; - samenstelling.

IV. Terminologie.

Kennis van de gebruikelijke terminologie die door de geneesheren wordt aangewend en betrekking heeft op het materieel.

V. Algemene kennis van de verkoopprijzen en exacte kennis van de vergoedingstarieven.

VI. Kennis van de reglementering en facturering in het raam van de verplichte verzekering.

Art. 9.Het programma van het examen over de technische bevoegdheid voor groep VIII. Bloedvatenheelkunde, omvat de volgende stof : I. Anatomie van de vasculaire circulatie.

II. Pathologie en algemene kennis van de courante vasculaire aandoeningen.

III. Grondige en beredeneerde kennis van de artikelen.

IV. Kennis van de gebruikelüke terminologie.

V. Karakteristieken van de grondstoffen, beschrijving, gebruik, kwaliteit en gebreken.

VI. Algemene kennis van de verkoopprijzen en exacte kennis van de vergoedingstarieven.

VII. Kennis van de reglementering en facturering in het raam van de verplichte venekering.

Art. 10.Het programma van het examen over de technische bevoegdheid van de groep IX. Plastische en Reconstructieve Heelkunde, omvat de volgende stof : I. Anatomie-fysiologie.

Elementaire kennis van de anatomie en de fysiologie in verband met de gynecologie en de heelkunde op de borsten.

II. Pathologie.

Elementaire kennis van de courante aandoeningen die het gebruik van dat materieel noodzakelijk maken.

III. Kennis van het materieel.

A. Grondige en beredeneerde kennis van het materieel dat wordt gebruikt om vorenbedoelde aandoeningen te verhelpen.

B. Algemene kennis van de grondstoffen die over het algemeen worden gebruikt bij de fabricage van het materieel en in contact komen met het menselijk lichaam : - incompatibiliteit; - gebreken en kwaliteiten; - samenstelling.

IV. Terminologie.

Kennis van de gebruikelijke terminologie die door de geneesheren wordt aangewend en betrekking heeft op het materieel.

V. Algemene kennis van de verkoopprijzen en exacte kennis van de vergoedingstarieven.

VI. Kennis van de reglementering en facturering in het raarn van de verplichte verzekering.

Art. 11.Het koninklijk besluit van 25 oktober 1972 tot vaststelling van het programma van het examen over de technische bevoegdheid om de erkenning als bandagist te verkrijgen bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering voor de verstrekkingen bedoeld in artikel 28, § 1, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 16 november 1973 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering wordt opgeheven.

Art. 12.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na die waarm het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 13.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 juli 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN