gepubliceerd op 04 april 2013
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, betreffende de brugpensioenregeling op 56 jaar met 40 jaar beroepsloopbaan
9 JANUARI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, betreffende de brugpensioenregeling op 56 jaar met 40 jaar beroepsloopbaan (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, betreffende de brugpensioenregeling op 56 jaar met 40 jaar beroepsloopbaan.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 januari 2013.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2011 Brugpensioenregeling op 56 jaar met 40 jaar beroepsloopbaan (Overeenkomst geregistreerd op 19 september 2011 onder het nummer 105746/CO/324)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, met uitzondering van de technische bedienden.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van de artikelen 47 en 48 van de wet van 12 april 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/2011 pub. 28/04/2011 numac 2011012030 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord sluiten houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord en in uitvoering van de punten 3.1. en 5 van het protocolakkoord 2011-2012 van 31 mei 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel.
Art. 3.De in deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaalde regeling geldt voor de werknemers die worden ontslagen, behalve om een dringende reden, in de zin van de wetgeving betreffende de arbeidsovereenkomsten, en die 56 jaar of ouder zijn gedurende de periode van 1 januari 2011 tot 31 december 2012 en die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een beroepsverleden van tenminste 40 jaar, waarvan minimum 1 000 effectief gewerkte dagen in de diamantnijverheid als arbeiders, kunnen laten gelden.
Bovendien moeten de werknemers het bewijs kunnen leveren dat zij, vóór de leeftijd van 17 jaar, gedurende tenminste 78 dagen arbeidsprestaties hebben geleverd waarvoor sociale zekerheidsbijdragen zijn betaald met volledige onderwerping aan de sociale zekerheid of tenminste 78 dagen arbeidsprestaties zijn geleverd in het kader van het leerlingenwezen die zich situeren vóór 1 september 1983.
De werknemer die de in de vorige alinea's vastgestelde voorwaarden vervult, en wiens opzegtermijn na 31 december 2012 verstrijkt, behoudt het recht op de aanvullende vergoeding.
Art. 4.Voor de punten die niet door deze overeenkomst geregeld zij, onder andere wat de berekeningsvoorwaarden, de procedure en de betalingsmodaliteiten van de aanvullende vergoeding betreft zijn, onverminderd gunstiger bepalingen vastgesteld in een op sector- en/of op ondernemingsniveau gesloten collectieve arbeidsovereenkomst, de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, van toepassing.
Het bedrag van de aanvullende vergoeding wordt, vanaf het bereiken van de leeftijd van 58 jaar, verhoogd met 1 EUR per vergoede werkloosheidsdag.
Art. 5.De werknemers die ontslagen zijn in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst behouden het recht op de aanvullende vergoeding ten laste van de laatste werkgever, wanneer ze het werk hervatten als loontrekkende bij een andere werkgever die hen ontslagen heeft en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen.
De werknemers die ontslagen zijn in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst behouden het recht op de aanvullende vergoeding ten laste van de laatste werkgever, ingeval een zelfstandige activiteit in hoofdberoep wordt uitgeoefend, op voorwaarde dat die activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen.
Voor de concrete toepassingsmodaliteiten van het behoud van het recht op een aanvullende vergoeding, zoals bepaald in de voorgaande leden, gelden dezelfde modaliteiten als deze bepaald in de artikelen 4bis, 4ter en 4quater van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen.
Art. 6.De aanvullende vergoeding en de bijhorende kosten worden ten laste genomen van het "Intern Compensatiefonds voor de diamantsector" voor de brugpensioneringen vanaf 1 januari 2008.
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2011 en houdt op uitwerking te hebben op 1 januari 2013.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 januari 2013.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK