gepubliceerd op 10 februari 2005
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, betreffende de loonvorming
9 JANUARI 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, betreffende de loonvorming (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, betreffende de loonvorming.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 januari 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2003 Loonvorming (Overeenkomst geregistreerd op 14 oktober 2003 onder het nummer 68060/CO/142.03) In uitvoering van artikel 3 van het nationaal akkoord 2003-2004 van 27 juni 2003. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier.
Voor de toepassing van dit akkoord wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden en de werksters. HOOFDSTUK II. - Lonen Afdeling 1. Werklieden vanaf 20 jaar
Art. 2.De minimumuurlonen van de werklieden tewerkgesteld in de bij artikel 1 bepaalde ondernemingen, worden vastgesteld door het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier. Afdeling 2. Werklieden onder de 20 jaar
Art. 3.De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen van de werklieden jonger dan 20 jaar worden berekend op basis van de minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen van de werklieden van de beroepencategorie waartoe de betrokkenen behoren; zij worden verminderd naargelang de leeftijd volgens de percentages vermeld in navermelde tabel (20 jaar = 100 pct.) : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 4.De beroepencategorie waartoe een werkman jonger dan 21 jaar behoort, wordt vastgelegd volgens de regels bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 1988 van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, tot vaststelling van de beroepenclassificatie. HOOFDSTUK III Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
Art. 5.De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, maandelijks vastgesteld door het Ministerie van Economische Zaken en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 6.Wanneer het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand een peil bereikt of overschrijdt gelijk aan het referte-indexcijfer waaraan de lonen gekoppeld zijn, vermeerderd of verminderd met 2 pct., worden de van kracht zijnde lonen met 2 pct. verhoogd of verlaagd en gesteld tegenover een nieuw referte-indexcijfer gelijk aan het vorige, vermeerderd of verminderd met 2 pct..
Er wordt vervolgens op dezelfde manier tewerk gegaan in verband met het nieuwe bovenvermelde referte-indexcijfer.
Elke wijziging van de lonen treedt in op de eerste van de maand volgende op de maand waarvan het indexcijfer de wijziging veroorzaakt. HOOFDSTUK IV. - Afrondingsregels
Art. 7.Afrondingsregels in EUR. Overeenkomstig en in uitvoering van - advies nummer 1210 van 17 december 1997 dat samen met de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven werd uitgebracht; - de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 69 van 17 juli 1998 tot vaststelling van de regels inzake omrekening en afronding in euro van de bedragen van barema's, premies, vergoedingen en voordelen (koninklijk besluit van 8 oktober 1998, Belgisch Staatsblad van 27 oktober 1998); - de collectieve arbeidsovereenkomst 70 van 15 december 1998 tot vaststelling van de regels inzake omrekening en afronding in euro van de andere bedragen dan die welke zijn bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 69 van 17 juli 1998 tot vaststelling van de regels inzake omrekening en afronding in euro van barema's, premies, vergoedingen en voordelen (koninklijk besluit van 28 februari 1999, Belgisch Staatsblad van 24 maart 1999); - de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 78 van 30 maart 2001 betreffende de invoering van de euro in de collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten overeenkomstig de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités (koninklijk besluit van 12 juni 2001, Belgisch Staatsblad van 29 juni 2001); - de aanbeveling nummer 13 van 30 maart 2001 betreffende de invoering van de euro. worden alle verhogingen of aanpassingen van de lonen berekend, rekening houdend met het vierde decimaal.
De uitkomst van deze verhogingen of aanpassingen van de lonen wordt afgerond tot op de dichtst bijgelegen eurocent.
Voorbeeld - ...,0001 EUR tot en met ...,0049 EUR wordt afgerond naar de lagere eenheid; - ...,0050 EUR tot en met ...,0099 EUR wordt afgerond naar de hogere eenheid. HOOFDSTUK V. - Bijzondere bepalingen
Art. 8.Wanneer een verhoging samenvalt met een aanpassing, wordt de aanpassing eerst toegepast. HOOFDSTUK VI. Slotbepalingen
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2003 en geldt voor onbepaalde duur.
Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 september 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, betreffende de loonvorming.
Zij kan door één van de partijen opgezegd worden mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier en aan de ondertekende organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 januari 2005.
De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE