Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 januari 2005
gepubliceerd op 18 februari 2005

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nationaal akkoord 2003-2004 van 16 mei 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004203658
pub.
18/02/2005
prom.
09/01/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 JANUARI 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nationaal akkoord 2003-2004 van 16 mei 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de edele metalen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst nationaal akkoord 2003-2004 van 16 mei 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 januari 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de edele metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 mei 2003 Nationaal akkoord 2003-2004 (Overeenkomst geregistreerd op 25 september 2003 onder het nummer 67701/CO/149.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, de werklieden en de werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de edele metalen.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Kader Voorwerp

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2003-2004 van 17 januari 2003.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt neergelegd op de Griffie van de Dienst van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 november 1969 (Belgisch Staatsblad van 22 november 1969) tot vaststelling van de modaliteiten van neerlegging van de collectieve arbeidsovereenkomsten.

De ondertekenende partijen vragen de algemeen bindend verklaring bij koninklijk besluit van deze collectieve arbeidsovereenkomst, inclusief de bijlage. HOOFDSTUK III. - Inkomenszekerheid Afdeling 1. - Koopkracht

Art. 3.1. Indexering Conform artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake loonvorming van 14 juni 2001 worden op 1 mei 2003 en op 1 mei 2004 de minimumuurlonen en de effectieve uurlonen aangepast aan de reële index. 2. Verhoging van de minimumuurlonen en de effectieve uurlonen - Op 1 januari 2004 worden alle lonen verhoogd met 1 pct. - Op 1 juli 2004 worden alle lonen verhoogd met het saldo tussen 5,2 pct. verminderd met de som van de reële index op 1 mei 2003, de reële index op 1 mei 2004 en de loonsverhoging van 1 pct. op 1 januari 2004.

Indien dit saldo negatief is, wordt er geen loonsverhoging toegepast.

De collectieve arbeidsovereenkomst inzake uurlonen van 14 juni 2001 zal in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur, met uitzondering van de bepalingen inzake de saldoformule die van toepassing zijn voor de periode 2003-2004.

Deze saldoformule dient, omwille van de moeilijke economische situatie, als uitzonderlijk en eenmalig te worden beschouwd. Afdeling 2. - Fonds voor bestaanszekerheid

Art. 4.Vanaf 1 juli 2003 (voor onbepaalde duur) worden alle aanvullende vergoedingen als volgt afgerond : - Aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid : 5,00 EUR per werkloosheidsuitkering; 2,50 EUR per halve werkloosheidsuitkering. - Aanvullende vergoedingen bij volledige werkloosheid : 5,00 EUR per werkloosheidsuitkering; 2,50 EUR per halve werkloosheidsuitkering. - Aanvullende vergoedingen bij ziekte en voor oudere zieken : 74,50 EUR na 60 en 120 dagen; 97,00 EUR bij een langere ziekteperiode. - Aanvullende vergoeding voor oudere werklozen : 77,00 EUR. - Aanvullende vergoeding bij brugpensioen : minimum 5,00 EUR. De collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten fonds voor bestaanszekerheid van 11 oktober 2001 zal in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur. Afdeling 3. - Buitengewone bijdrage aan het "Fonds voor

bestaanszekerheid edele metalen"

Art. 5.De collectieve arbeidsovereenkomst inzake buitengewone bijdrage aan het "Fonds voor bestaanszekerheid edele metalen" van 14 juni 2001 wordt verlengd vanaf 1 juli 2004 tot en met 30 juni 2006. HOOFDSTUK IV. - Werkzekerheid Afdeling 1. - Sectorale tewerkstellingscel

Art. 6.De doelstellingen van de sectorale tewerkstellingscel, opgenomen in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake vorming en opleiding van 8 mei 2001, blijven onverminderd van toepassing.

Deze sectorale tewerkstellingscel die in uitvoering van het nationaal akkoord 2001-2002 in de schoot van Educam werd ingevoerd, zal in die zin worden geëvalueerd. Afdeling 2. - Contracten bepaalde duur, uitzendarbeid en

onderaanneming

Art. 7.De collectieve arbeidsovereenkomst inzake meldingsplicht contracten bepaalde duur, uitzendarbeid en onderaanneming van 14 juni 2001 wordt voor onbepaalde duur verlengd met ingang vanaf 1 januari 2003. Afdeling 3. - Carenzdag

Art. 8.Vanaf 1 juli 2003 worden alle carenzdagen uitbetaald, ongeacht de duurtijd van de arbeidsongeschiktheid.

De collectieve arbeidsovereenkomst inzake carenzdag bij arbeidsongeschiktheid van 24 juni 1999 zal in die zin voor onbepaalde duur worden aangepast. Afdeling 4. - Opzeggingstermijnen

Art. 9.§ 1. In toepassing van artikel 61 van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978), komen partijen overeen een koninklijk besluit aan te vragen dat ertoe strekt de opzegtermijnen, zoals deze bepaald worden in het koninklijk besluit van 21 juni 2001 tot vaststelling van de opzegtermijnen voor de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de edele metalen ressorteren, voor de arbeiders met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur en die ressorteren onder het toepassingsgebied van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst als volgt te wijzigen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld In geval van opzeg met het oog op brugpensioen gelden de opzegtermijnen zoals bepaald in artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten. § 2. Deze nieuwe bepalingen zullen in werking treden op de datum van het verschijnen van een koninklijk besluit terzake in het Belgisch Staatsblad. § 3. Partijen komen overeen dat de opzegtermijnen voor de arbeiders met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur en die ressorteren onder het toepassingsgebied van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst vanaf 16 mei 2003 tot de datum van het verschijnen van het nieuw koninklijk besluit waarvan sprake in § 2 als volgt worden vastgesteld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld In geval van opzeg met het oog op brugpensioen gelden de opzegtermijnen zoals bepaald in artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten. HOOFDSTUK V. - Vorming en opleiding De ondertekenende partijen verklaren zich akkoord om, rekening houdend met de onderhavige principes, in het Paritair Subcomité voor de edele metalen een collectieve arbeidsovereenkomst betreffende vorming en opleiding af te sluiten, en dit vanaf 1 juli 2003 voor onbepaalde duur.

Art. 10.Risicogroepen - De bijdrage van 0,15 pct. (die van onbepaalde duur is) wordt voor de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2005 herleid tot 0,10 pct. - Voortzetten van de werkzaamheden inzake het optimaliseren van de stelsels alternerend leren - werken. - Verlenging van de bepalingen met betrekking tot instroom van risicogroepen.

Art. 11.Recht op permanente vorming - Rekening houdend met de opgebouwde reserve inzake vorming en opleiding wordt de bijdrage van 0,20 pct. (die van onbepaalde duur is) voor de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2005 opgeschort. - Verfijnen van het bestaande systeem van een recht op permanente vorming. - De afspraken die zijn gemaakt met Educam over de toekomstige werking inzake vorming voor de sector zullen in de aparte collectieve arbeidsovereenkomst worden ingeschreven. Deze afspraken zijn gebaseerd op volgende criteria : - Erkennen van de aangevraagde opleidingen; - Bijzonder opleidingsaanbod, met name enerzijds het ondersteunen van het coachen van nieuwe arbeiders of van arbeiders met een nieuw functieprofiel en anderzijds het ondersteunen van de opleiding peter en meteropleiding van Cevora.

Art. 12.Tijdelijke herbesteding in het kader van het fonds voor bestaanszekerheid Rekening houdend met de reserves die zijn opgebouwd voor het luik vorming en opleiding, zal de resterende 0,25 pct. van de oorspronkelijke bijdrage van 0,35 pct. worden gebruikt voor andere opdrachten in het kader van het fonds voor bestaanszekerheid voor de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2005.

Deze herschikking zal gebeuren op basis van een beslissing genomen in de raad van bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid.

Tijdens de sectorale onderhandelingen 2005-2006 zal deze herschikking van de bijdragen worden geëvalueerd. HOOFDSTUK VI. - Arbeidstijd en flexibiliteit Afdeling 1. - Modalisering

Art. 13.De ondernemingen kunnen in het geval van herstructurering of indien de arbeidsorganisatie kan versoepeld worden, via een collectieve arbeidsovereenkomst de tewerkstelling bevorderen door onder meer collectieve arbeidsduurvermindering toe te passen.

Ze kunnen hiervoor gebruik maken van de bestaande wettelijke en decretale aanmoedigingspremies en de omzetting van de loonsverhogingen. Afdeling 2. - Flexibiliteit

Art. 14.De collectieve arbeidsovereenkomst inzake de flexibiliteit van 14 juni 2001 wordt verlengd met ingang vanaf 1 juli 2003 tot 30 juni 2005 en zal in die zin worden aangepast. HOOFDSTUK VII. - Loopbaanplanning Eindeloopbaan

Art. 15.§ 1. Het brugpensioen in de sector wordt onder dezelfde voorwaarden en binnen de wettelijke mogelijkheden verlengd vanaf 1 juli 2003 tot en met 30 juni 2005.

In die zin zullen de bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten inzake brugpensioen worden verlengd, met name de collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen vanaf 58 jaar van 14 juni 2001 en de collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen na ontslag van 14 juni 2001. § 2. In toepassing van het interprofessioneel akkoord van 17 januari 2003 wordt het recht op halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar, opgenomen in het nationaal akkoord 2001-2002 van 8 mei 2001, verlengd.

De collectieve arbeidsovereenkomst inzake halftijds brugpensioen van 11 oktober 2001 wordt verlengd vanaf 1 januari 2003 tot en met 31 december 2004 en zal in die zin worden aangepast. § 3. Voor de duur van het akkoord 2003-2004 worden de aanbevelingen brugpensioen-procedure voorzien in artikel 16, § 3 van het nationaal akkoord 2001-2002 verlengd : Op vlak van brugpensioen bevelen de partijen in het kader van de arbeidsherverdelende maatregelen op ondernemingsvlak volgende procedure aan : ten laatste 2 maanden vóór het bereiken van de brugpensioenleeftijd nodigt de werkgever de betrokken arbeider uit tot een onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. Bij dit onderhoud kan de arbeider zich laten bijstaan door zijn vakbondsafgevaardigde. Bij dit onderhoud zullen zowel naar timing van het brugpensioen als naar opleiding van de vervanger van de bruggepensioneerde sluitende afspraken gemaakt worden. HOOFDSTUK VIII. - Inspraak en overleg Werknemersvertegenwoordiging

Art. 16.Voor de duur van het akkoord 2003-2004 worden de bepalingen inzake de werknemersvertegenwoordiging voorzien in artikel 21 van het nationaal akkoord 2001-2002 verlengd.

Concreet betekent dit : in de ondernemingen, waar de ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming op het werk en/of de vakbondsafvaardiging niet langer meer moet worden hernieuwd ingevolge een daling van het aantal werknemers, kunnen de werknemersafgevaardigden die niet langer beschermd zijn, pas worden ontslagen, nadat het Paritair Subcomité samengeroepen op initiatief van de voorzitter, bijeengekomen is en zich, binnen de dertien dagen na de kennisgeving aan de voorzitter, heeft uitgesproken over het ontslag. Deze procedure is niet geldig in geval van ontslag wegens zwaarwichtige redenen. Niet naleving van de procedure wordt gelijkgesteld met willekeurig ontslag.

Deze nabescherming blijft slechts lopen tot aan de volgende sociale verkiezingen. HOOFDSTUK IX. - Sectorale projecten 2003-2004 Afdeling 1. - Functieclassificatie

Art. 17.§ 1. In uitvoering van het nationaal akkoord 2001-2002, werd een paritaire classificatiecommissie opgericht met als prioritaire taken : de actualisering van de bestaande functieclassificatie, het opstellen van een procedure bij betwisting en het opstellen van een voorbeeldenlijst. § 2. De werkzaamheden van deze classificatiecommissie zijn afgerond en de gemaakte afspraken dienen te worden omgezet in een collectieve arbeidsovereenkomst inzake functieclassificatie. Afdeling 2. - Eindejaarspremie

Art. 18.Het artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake eindejaarspremie van 14 juni 2001 dient te worden aangepast op vlak van het begrip "wekelijkse arbeidsduur op basis van het betaalregime".

Indien een arbeider tijdens de referteperiode overstapt van een voltijdse arbeidsregeling naar een deeltijdse arbeidsregeling of omgekeerd dient de berekening van de eindejaarspremie te gebeuren op de "gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de referteperiode".

De collectieve arbeidsovereenkomst inzake eindejaarspremie van 14 juni 2001 zal in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur. Afdeling 3. - Vervoerskosten

Art. 19.Het artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake vervoerskosten van 24 juni 1999 wordt als volgt gewijzigd : "Wanneer de arbeider zich verplaatst met om het even welk ander vervoermiddel dan deze voorzien in de hoofdstukken II tot en met V, heeft deze arbeider recht op een dagvergoeding. Deze dagvergoeding wordt bekomen door de werkgeversbijdrage in het weekabonnement van de N.M.B.S. te delen door vijf." De collectieve arbeidsovereenkomst inzake vervoerskosten van 24 juni 1999 zal vanaf 1 juli 2003 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur. Afdeling 4. - Statuut van de vakbondsafvaardiging

Art. 20.In de collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuut van de vakbondsafvaardigingen van 14 juni 2001, dient te worden opgenomen dat het begrip "vakbondsafgevaardigde" zowel op de effectieve als op de plaatsvervangende vakbondsafgevaardigde slaat.

Bovendien dient in artikel 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst te worden opgenomen dat de indiening van de vakbondsafvaardiging in een onderneming dient te gebeuren bij aangetekend schrijven.

De collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuut van de vakbondsafvaardigingen van 14 juni 2001 zal in die zin worden aangepast, met ingang van 1 juli 2003 voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK X. - Sociale vrede en duurtijd akkoord Afdeling 1. - Sociale vrede

Art. 21.Dit akkoord verzekert de sociale vrede in de sector tijdens heel de duur van het akkoord. Bijgevolg zal geen enkele eis van algemene of collectieve aard voorgelegd worden, noch op nationaal, noch op regionaal, noch op vlak van de individuele onderneming. Afdeling 2. - Duur

Art. 22.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur, gaande van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2004, tenzij anders bepaald.

De artikels die van toepassing zijn voor onbepaalde duur kunnen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de edele metalen en aan de ondertekenende organisaties.

De artikelen die van toepassing zijn op het sociaal fonds voor onbepaalde duur kunnen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de edele metalen en aan de ondertekenende organisaties.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 januari 2005.

De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst nationaal akkoord van 16 mei 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen Premies Vlaamse Gewest De ondertekenende partijen verklaren dat de arbeiders ressorterend onder het Paritair Subcomité voor de edele metalen en die inzake domicilie en tewerkstelling voldoen aan de omschrijving van het Vlaamse Gewest gebruik kunnen maken van de aanmoedigingspremies van kracht in het Vlaamse Gewest namelijk : - zorgkrediet; - opleidingskrediet; - ondernemingen in moeilijkheden of herstructureringen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 januari 2005.

De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

^