gepubliceerd op 21 februari 2005
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 2002 gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling
9 JANUARI 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 2002 gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 2002 gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 januari 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 2002 Maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling (Overeenkomst geregistreerd op 8 december 2003 onder het nummer 68863/CO/319.02) HOOFDSTUK I. - Juridisch kader
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten overeenkomstig de bepalingen van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités en van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profitsector. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en op de werkgevers van de inrichtingen en diensten die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap en/of gesubsidieerd worden door de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en/of de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en op de instellingen en diensten die dezelfde activiteiten uitoefenen en niet erkend of gesubsidieerd worden en waarvan de hoofdactiviteiten wordt verricht in het Waalse Gewest.
Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendenpersoneel. HOOFDSTUK III. - Definities
Art. 3.§ 1. Onder "koninklijk besluit" wordt verstaan : het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profitsector. § 2. Onder "sociaal fonds" wordt verstaan : het fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Fonds sectoriel Maribel", opgericht door de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenchap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap. HOOFDSTUK IV Vermindering van werkgeversbijdragen aan de sociale zekerheid
Art. 4.Overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit geeft de werknemer die, per kwartaal, ten minste gedurende 50 pct. van het aantal arbeidsuren of -dagen werkt, bepaald in de sector voor een voltijdse tewerkstelling, recht op een vermindering van de werkgeversbijdragen. HOOFDSTUK V. - Verbintenis ten gunste van de tewerkstelling
Art. 5.§ 1. De werkgevers verbinden zich ertoe de vermindering van de bijdragen, bedoeld in artikel 4, integraal aan te wenden voor de financiering van bijkomende tewerkstelling. § 2. Overeenkomstig artikel 14 van het koninklijk besluit kan de werkgever, als hij verplicht is het tewerkstellingsvolume te verminderen, niet worden uitgesloten van de voordelen van de Sociale Maribel, op voorwaarde dat : -hij op voorhand, per aangetekende brief, de vermindering van het tewerkstellingsvolume verklaart aan het sociaal fonds, door de vermindering aan te tonen die het tewerkstellingsvolume ondergaat, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, in toepassing van de vermindering die werd voorgesteld tijdens een volledig kalenderjaar; - het sociaal fonds het voorstel tot vermindering van het tewerkstellingsvolume goedkeurt, op basis van objectieve criteria die op voorhand zijn vastgelegd en gemotiveerd werden door een beslissing. HOOFDSTUK VI. - Procedure tot aanvaarding van de kandidaturen
Art. 6.De werkgevers die de bedoeling hebben een bijkomende inspanning te doen inzake tewerkstelling, in uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst, moeten een kandidatuurstelling indienen, gericht aan het sociaal fonds, per aangetekend schrijven.
Art. 7.Deze kandidatuurstelling zal besproken worden in de ondernemingsraad of, bij gebreke hiervan, met de vakbondsafvaardiging.
Zij moet ter goedkeuring worden ondertekend door de werknemersafgevaardigden of, bij gebreke hiervan, door ten minste twee regionale verantwoordelijken die behoren tot de vakorganisaties, vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap.
Art. 8.Het model van kandidatuurstelling, evenals de lijst van de documenten die moeten worden bijgevoegd, wordt vastgelegd door het sociaal fonds. HOOFDSTUK VII. - Financiële tegemoetkoming en bestemming
Art. 9.Het sociaal fonds bepaalt de criteria die in aanmerking moeten genomen worden voor de goedkeuring van de kandidatuurstellingen.
Art. 10.§ 1. Overeenkomstig het koninklijk besluit moeten de aanwervingen gebeuren op het niveau van elke instelling met een gemiddelde bruto jaarlijkse loonkost van maximaal 64.937,84 EUR, werkgeverslasten inbegrepen. Het sociaal fonds kan echter een jaarlijkse tegemoetkoming vastleggen die lager is dan dit bedrag. De tegemoetkoming van het sociaal fonds is trouwens beperkt tot de bezoldigde, effectieve of gelijkgestelde prestaties. § 2. Overeenkomstig het koninklijk besluit, moet onder "loonkost" worden verstaan : het brutoloon van de werknemer, vermeerderd met de sociale zekerheidsbijdrage van de werkgevers. Het brutoloon omvat het loon en alle vergoedingen en voordelen die aan de werknemer zijn verschuldigd door of krachtens de wettelijke of reglementaire bepalingen, evenals de vergoedingen en voordelen die verschuldigd zijn krachtens de collectieve arbeidsovereenkomsten die zijn gesloten in het paritair orgaan waarvan de werkgever afhangt. HOOFDSTUK VIII. - Waarborgen op integraal gebruik van de som van bijdragevermindering voor de oprichting van banen
Art. 11.Elke werkgever die een financiële tegemoetkoming geniet van het sociaal fonds moet elk jaar, uiterlijk op 31 januari, een gedetailleerd verslag bezorgen aan dit fonds. De niet-naleving van deze bepalingen zal aanleiding geven tot sancties, bepaald door het sociaal fonds.
Art. 12.§ 1. Dit verslag moet ten minste de volgende elementen bevatten : - het totale aantal banen, uitgedrukt in werknemers en in arbeidsuren voor de referteperiode en de betrokken periode; - de namenlijst van de werknemers, aangeworven dankzij de financiële tegemoetkoming van het sociaal fonds met het arbeidsstelsel, hun functie en hun loonschaal. § 2. Indien nodig kan het sociaal fonds bijkomende informatie vragen. § 3. Er zal een model van verslag worden opgesteld door het sociaal fonds.
Art. 13.§ 1. Het verslag bedoeld in artikel 11 zal besproken worden in de ondernemingsraad of, bij gebreke hiervan, met de vakbondsafvaardiging. Het moet ter goedkeuring worden ondertekend door de werknemersafgevaardigden of, bij gebreke hiervan, door ten minste twee regionale verantwoordelijken die behoren tot de vakorganisaties, vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap. § 2. Bij gebrek aan een akkoord binnen de 15 dagen die volgen op de kennisgeving van het verslag door de werkgever aan de werknemersvertegenwoordigers, kan de meest gerede partij het verslag bezorgen aan het sociaal fonds, dat een beslissing zal nemen.
Art. 14.§ 1. Het sociaal fonds stelt jaarlijks een activiteitenverslag op en bezorgt het aan de voorzitter van het paritair comité. § 2. Dit verslag zal ten minste de volgende elementen bevatten : - de lijst van de werkgevers en de werknemers die de financiële tegemoetkoming van het fonds genieten; - het aantal werknemers van de sector; - het aantal werkgevers van de sector. HOOFDSTUK IX. - Schema van de verwezenlijking van de netto verhoging van het aantal banen
Art. 15.De nieuwe verbintenissen en de verhoging van het globale tewerkstellingsvolume zullen uitgevoerd worden binnen de drie maanden die volgen op de kennisgeving van de beslissing tot financiële tegemoetkoming van het sociaal fonds. HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen en geldigheidsduur
Art. 16.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt alle collectieve arbeidsovereenkomsten houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling die vroeger zijn ondertekend in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap.
Art. 17.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden wordt nageleefd, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 januari 2005.
De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE