gepubliceerd op 10 februari 2005
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het havenbedrijf, betreffende het sociaal akkoord 2003-2004 voor de vaklui
9 JANUARI 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het havenbedrijf, betreffende het sociaal akkoord 2003-2004 voor de vaklui (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het havenbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het havenbedrijf, betreffende het sociaal akkoord 2003-2004 voor de vaklui.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 januari 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het havenbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2003 Sociaal akkoord 2003-2004 voor de vaklui (Overeenkomst geregistreerd op 18 februari 2004 onder het nummer 69901/CO/301)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het havenbedrijf en op de vaklui die zij tewerkstellen.
Duurtijd
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 2003. Zij is van toepassing tot en met 31 maart 2005, tenzij anders bepaald.
Her- en bijscholing
Art. 3.De bijkomende inspanning die per paritair subcomité geleverd wordt ten behoeve van de opleiding, her- en bijscholing blijft behouden op 0,3 pct. op de brutolonen en dit voor onbepaalde duur.
Koopkracht
Art. 4.a) Verhoging basisuurloon Vanaf 1 januari 2004 wordt het basisuurloon van de vaklui buiten categorie verhoogd met 1,50 pct. b) Verhoging individueel uurloon Het individuele uurloon wordt aangepast zoals voorzien in punt a).c) Loon - indexbinding - Het basisuurloon van de vaklui buiten categorie blijft gebonden aan het rekenkundig gemiddeld gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen, zoals vastgelegd in de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2003 betreffende de koppeling van het basisloon aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. - In 2004 wordt het basisuurloon van de vaklui buiten categorie éénmalig als een voorafname op 1 mei aangepast aan de evolutie van het rekenkundig gemiddeld gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen in verhouding tot de stijging van het rekenkundig gemiddeld gezondheidsindexcijfer van de maand waarin de vorige spilindex werd overschreden ten opzichte van ditzelfde indexcijfer van maart 2004.
Carenzdag
Art. 5.a) Vanaf 1 januari 2004 en voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst vervalt per kalenderjaar de eerste carenzdag bij arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval van gemeen recht van minder dan 8 kalenderdagen. De concrete toepassingsmodaliteiten worden vastgelegd per paritair subcomité. b) Bij arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval van gemeen recht van meer dan 7 kalenderdagen vervalt de carenzdag voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Herverdelingsdagen
Art. 6.Met ingangsdatum van 1 januari 2004 zijn de vaklui gehouden na 26 effectief gewerkte dagen 1 herverdelingsdag op te nemen.
Syndicale premie
Art. 7.Voor 2004 (referteperiode : 1 oktober 2003 tot en met 30 september 2004) wordt de bijdrage voor de financiering van de syndicale premie vastgelegd op 1,00 EUR per taak en gelijkgestelde dag.
Tijdskrediet
Art. 8.Bij toepassing van artikel 3, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, wordt in het specifieke stelsel van het tijdskrediet de maximale duur voor de volledige schorsing van de arbeidsprestaties of de vermindering tot een halftijdse betrekking over de ganse loopbaan voor vaklui verlengd tot 3 jaar.
Eindejaarsconjunctuurpremie
Art. 9.De gelijkgestelde dagen wegens zwangerschapsrust, borstvoedingsverlof en ouderschapsverlof komen in aanmerking als rechtgevende dagen voor de berekening van de eindejaarsconjunctuurpremie, maar verhoudingsgewijs berekend op de volgende wijze : het aantal gewerkte dagen en werkloosheidsdagen samentellen, dit totaal delen door het aantal gewerkte dagen en vervolgens de gelijkgestelde dagen wegens zwangerschapsrust, borstvoedingsverlof en ouderschapsverlof delen door het quotiënt van de vorige bewerking. Deze bepaling geldt voor onbepaalde duur.
Klein verlet
Art. 10.Voor de toekenning van de vergoeding klein verlet worden « samenwonenden » volledig gelijkgesteld met gehuwden en dit voor onbepaalde duur. Onder « samenwonenden » wordt verstaan : personen die op hetzelfde adres ingeschreven staan in het bevolkingsregister en hiervan de nodige officiële bewijzen kunnen voorleggen.
Verlof voor dwingende familiale redenen
Art. 11.De vaklui ontvangen per kalenderjaar voor de eerste twee gerechtvaardigde afwezigheidsdagen voor dwingende familiale redenen, zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 45 van 19 december 1989, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, houdende invoering van verlof om dwingende redenen, een vergoeding die gelijk is aan de vergoeding voor klein verlet.
De concrete toepassingsmodaliteiten worden vastgelegd per paritair subcomité.
Opzeggingstermijnen
Art. 12.Wanneer de opzegging uitgaat van de werkgever dan wordt de opzeggingstermijn vastgesteld conform de termijnen voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 75 van 20 december 1999, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de opzeggingstermijnen van werklieden. Het betreft volgende termijnen : 1. tussen 6 maanden en minder dan 5 jaar anciënniteit in de onderneming : 35 kalenderdagen;2. tussen 5 jaar en minder dan 10 jaar anciënniteit in de onderneming : 42 kalenderdagen;3. tussen 10 jaar en minder dan 15 jaar anciënniteit in de onderneming : 56 kalenderdagen;4. tussen 15 jaar en minder dan 20 jaar anciënniteit in de onderneming : 84 kalenderdagen;5. 20 jaar of meer anciënniteit in de onderneming : 112 kalenderdagen. Mobiliteit
Art. 13.a) Sociaal abonnement De tussenkomst in de abonnementskosten voor het openbaar vervoer (collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19 van de Nationale Arbeidsraad) blijft behouden op 60 pct. b) Eigen vervoer De tussenkomst in de verplaatsingskosten te betalen aan werknemers die een privé-vervoermiddel gebruiken en geen sociaal abonnement genieten blijft behouden op 60 pct.c) Fietsvergoeding Vanaf 1 januari 2004 bedraagt de fietsvergoeding 0,20 EUR per km.Deze fietsvergoeding is niet cumulatief met de tussenkomst voorzien in punten a en b. d) Aanpassing fietsvergoeding De fietsvergoeding wordt jaarlijks op 1 januari aangepast met een percentage gelijk aan de stijging van het rekenkundig gemiddeld indexcijfer der consumptieprijzen dat voor de aanpassing van het basisloon in aanmerking wordt genomen, beschouwd over de periode van oktober tot oktober volgens onderstaande formule : index oktober lopend jaar - index oktober vorig jaar x 100 index oktober vorig jaar Verminderd arbeidsgeschikten Art.14. - Het stelsel van de verminderd arbeidsgeschikten vanaf 58 jaar wordt behouden voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst. - Vanaf 1 januari 2004 ontvangen de vaklui met 15 jaar dienst als havenarbeider of vakman een dagelijkse vergoeding van 13,00 EUR ten laste van de werkgever. Deze vergoeding wordt jaarlijks op 1 januari aangepast met een percentage gelijk aan de stijging van het rekenkundig gemiddeld indexcijfer der consumptieprijzen beschouwd over de periode van oktober tot oktober volgens onderstaande formule : index oktober lopend jaar - index oktober vorig jaar x 100 index oktober vorig jaar Lokaal aanwenden van loonkostenstijging
Art. 15.Een maximale beschikbare marge van 0,50 pct. loonkostenstijging wordt verwezen naar de paritaire onderhandelingen voor het sociaal akkoord 2003-2004 in iedere haven.
Pro memorie
Art. 16.Alle langlopende collectieve arbeidsovereenkomsten met betrekking tot de loon- en de arbeidsvoorwaarden worden verder uitgevoerd.
Sociale vrede
Art. 17.Uitgezonderd eventuele technische aangelegenheden zullen de ondertekenende organisaties en hun leden tijdens de toepassingsperiode van deze collectieve arbeidsovereenkomst noch op het niveau van de bedrijfstak, noch op het niveau van de ondernemingen nieuwe eisen stellen en zullen zij het behoud van de sociale vrede in de Belgische havens waarborgen.
De syndicale premie zal slechts aan het gemeenschappelijk vakbondsfront van iedere haven uitbetaald worden, indien de sociale vrede in die haven volledig door de werknemers wordt nageleefd.
Opzegtermijn
Art. 18.De bepalingen van artikel 3, 9 en 10 zijn gesloten voor onbepaalde duur. Elk van de contracterende partijen kan ze opzeggen mits een opzeggingstermijn van drie maanden. De opzegging gebeurt door het versturen aan een bij de post aangetekende brief gezicht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het havenbedrijf.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 januari 2005.
De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE