gepubliceerd op 24 mei 2000
Koninklijk besluit tot vaststelling van de Belgische bijdrage voor 1999 aan het "Trustfonds voor het basisbudget van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering"
9 JANUARI 2000. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de Belgische bijdrage voor 1999 aan het "Trustfonds voor het basisbudget van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering"
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 23 december 1998 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1999 en de wet van 7 mei 1999 houdende vierde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1999, inzonderheid programma 26.58.1;
Gelet op de wet van 11 mei 1995 houdende goedkeuring van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, en Bijlagen I en II, gedaan te New-York op 9 mei 1992;
Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd in het koninklijk besluit van 17 juli 1991, inzonderheid de artikels 55 en 58;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole, inzonderheid de artikels 9 en 22;
Overwegende het decreet van 19 april 1995 houdende goedkeuring - wat de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest betreft - van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, en van de bijlagen I en II, ondertekend in New-York op 9 mei 1992;
Overwegende het decreet van de Franse Gemeenschap van 27 maart 1995 houdende toestemming in het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, en in de bijlagen I en II, ondertekend in New-York op 9 mei 1992;
Overwegende het decreet van het Waalse Gewest van 16 februari 1995 houdende goedkeuring van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, gedaan te New-York op 9 mei 1992;
Overwegende het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 15 juni 1994 houdende goedkeuring van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, ondertekend in New-York op 9 mei 1992, en van de Bijlagen I en II;
Overwegende de ordonnantie van 27 april 1995 houdende instemming - wat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreft - met het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, en met de bijlagen I en II, gedaan te New York op 9 mei 1992;
Overwegende dat het aan alle Partijen bij het Verdrag toekomt de nodige financiële steun te leveren voor de toepassing van het Verdrag en voor het regelmatig functioneren van het Secretariaat;
Overwegende dat op de eerste vergadering van de Conferentie der Partijen (UN-vergadering van 28 maart tot 7 april 1995 te Berlijn) de Conferentie de financiële procedures voor de Conferentie van de Partijen, haar hulporganen en haar secretariaat, zoals vermeld in annex I van de beslissing 15/CP.1 aanvaard heeft;
Overwegende dat op de vierde vergadering van de Conferentie der Partijen (UN-vergadering van 2 tot 14 november 1998 te Buenos Aires) de Conferentie paragraaf 7 (a) van annex I van de beslissing 15/CP.1 van deze financiële procedures geamendeerd heeft (beslissing 17/CP.4, I.V.16);
Overwegende dat de Conferentie bovendien de indicatieve schaal vermeld in annex van de beslissing 17/CP.4, IV.14 bij consensus aanvaard heeft als basis voor de bijdragen van de Partijen aan het Verdragsbudget voor de jaren 1998 en 1999;
Overwegende dat deze indicatieve schaal, gebaseerd op een aanslagschaal van de Verenigde Naties zoals van tijd tot tijd aanvaard door de algemene vergadering, voor het tweejarig tijdperk 1998-1999 aangepast wordt op die wijze dat geen enkele Partij minder dan 0,001 % van het totaal betaald, dat geen enkele bijdrage 25 % van het totaal overschrijdt en dat geen enkele bijdrage van een minst ontwikkelde Partij meer dan 0,01 % van het totaal bedraagt (beslissing 17/CP.4, IV.15);
Overwegende dat op de derde vergadering van de Conferentie der Partijen (UN-vergadering van 1 tot 11 december 1997 te Kyoto) de Conferentie bij consensus een totaal neuo inkomstenbudget van 19.570.700 US $ aannam voor het tweejarig tijdperk 1998-1999 (beslissing 15/CP.3, 1 + tabel 1) en het hoofd van het Secretariaat verzocht om verslag uit te brengen i.v.m. de inkomsten en budgetbenodigdheden alsmede om voorstellen te doen m.b.t. iedere benodigde aanpassing aan het Verdragsbudget 1998-1999 (beslissing 15/CP.3, 4 + 9 en doc. FCCC/CP/1998/1 - Item 2- II 7b (ii) 115-116);
Overwegende dat op haar achtste zitting (SBI-zitting van 2 tot 12 juni 1998 te Bonn) het Hulporgaan inzake de uitvoering de - door de Uitvoerende Secretaris van het Raamverdrag inzake klimaatwijziging - voorgestelde herverdeling van de geldmiddelen goedgekeurd voor de activiteiten met betrekking tot het Kyoto protocol (onvoorziene uitgaven na Kyoto) bevestigd heeft en de Uitvoerende Secretaris gemachtigd heeft de nieuwe indicatieve aanslagschaal te gebruiken voor de notificatie aan de Partijen van de te betalen bijdragen 1998-1999, rekening houdend met de herziene ramingen van 8.757.700 US $ voor 1998 en 10.813.100 US $ voor 1999 en deze beslissingen door de Partijen gehandhaafd werden tijdens hun vierde vergadering (doc.
FCCC/SBI/1998/6 X, A.72, C.76 + doc. FCCC/SBI/1998/4 II C, IV A en tabel 1 + doc. FCCC/CP/1998/1 item 2 - II 7 + doc. FCCC/CP/1998/16/ Add. 1 beslissing 17/CP.4 en annex + officiële mededeling UNFCCC van 30 september 1998 + doc. FCCC/SBI/1999/lNF.5);
Overwegende dat het Verdrag voor België bindend is vanaf 15 april 1996 en de geplande activiteiten in 1999 dienen bekostigd te worden;
Overwegende het belang het klimaatsysteem te beschermen ten behoeve van de huidige en de toekomstige generaties en het bewerkstelligen van een stabilisering van de concentraties van broeikasgassen in de atmosfeer op een niveau waarop elke gevaarlijke antropogene verstoring van het klimaatsysteem wordt voorkomen;
Gelet op de omzendbrief van de Eerste Minister en de Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting van 27 juni 1995, derde alinea;
Gelet op het gunstig advies van de inspectie van Financiën d.d. 25 november 1999;
Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Een bedrag ten belope van de omzetwaarde in Belgische munt van 114.619 US $ aan te rekenen ten laste van het op basisallocatie 58.16.35.53 (programma 26.58.1) van de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu voor het begrotingsjaar 1999 uitgetrokken krediet, wordt aan het "Trustfonds voor het basisbudget van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, Rekening FC" verleend als Belgische bijdrage voor 1999 en zal gestort worden op het volgende rekeningnummer : Account n° CO-590160.1, United Nations General Fund, Swiss Bank Corporation, Case postale 2770, 1211 Genèva 2.
Switzerland.
Art. 2.Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 januari 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET