Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 januari 2000
gepubliceerd op 18 maart 2000

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 en 29 april 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 1990, betreffende het collectief contract

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2000012003
pub.
18/03/2000
prom.
09/01/2000
ELI
eli/besluit/2000/01/09/2000012003/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 JANUARI 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 en 29 april 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 1990, betreffende het collectief contract (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 1990, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, betreffende het collectief contract, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 14 september 1992, inzonderheid op artikelen 15, 17 en 26;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 17 en 29 april 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 1990, betreffende het collectief contract.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 januari 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 14 september 1992, Belgisch Staatsblad van 9 oktober 1992.

Bijlage Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 en 29 april 1997 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 1990 betreffende het collectief contract (Overeenkomst geregistreerd op 15 september 1997 onder het nummer 44947/CO/130)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst regelt de arbeidsvoorwaarden van de werknemers en werkneemsters die één of meerdere functies uitoefenen omschreven in de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 1980, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 30 januari 1981 (Belgisch Staatsblad van 24 maart 1981), en zulks in al de bedrijven die één of meerdere van deze activiteiten uitoefenen.

Art. 2.Artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 1990, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbeddbedrijf, betreffende het collectief contract, algemeneen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 14 september 1992, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 15.Bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken, mag de uitvoering van de individuele arbeidsovereenkomst, geschorst worden op voorwaarde dat de schorsing ingaat op de eerste werkdag van de week en dat zij geldt voor een ononderbroken periode van volledige werkloosheid van één of twee weken.

In afwijking van dit principe kan elke werknemer die economisch werkloos is gesteld, 2 maal per trimester worden teruggeroepen in de loop van een week werkloosheid.

In geval van terugroeping van de werknemer in de loop van een week van economische werkloosheid, en in afwijking van artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 november 1978, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, tot vaststelling van de wijzen van toekenning en uitbetaling van een aanvullende vergoeding voor werkloosheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 28 maart 1979 (Belgisch Staatsblad van 11 mei 1979), is de werkgever voor elke werkloosheidsdag in die week, een vergoeding verschuldigd gelijk aan 1 bruto-uurloon dat overeenstemt met het effectieve arbeidsregime voor hetwelk de werknemer werd teruggeroepen (dit wil zeggen met inbegrip van de ploegenpremies), vermeerderd met 250 F. Het totaal van de vergoedingen (hierin begrepen de werkloosheidsvergoedingen) is naar boven toe begrensd op het netto dagloon van de werknemer. De werkgever zal de wedertewerkstelling waarborgen tot het einde van de lopende week.

In geval van terugroeping van een werknemer tijdens een week van werkloosheid worden alle gestempelde dagen van die week gelijkgesteld voor de berekening van de eindejaarspremie en worden niet in mindering gebracht van de 40 dagen voorzien in artikel 2 van voornoemd collectieve arbeidsovereenkomst van 3 november 1978. ».

Art. 3.Het artikel 17 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 1990 wordt aangevuld als volgt : «

Art. 17.Er kan worden afgeweken van de beperking van 20 dagen voor zover er een schriftelijke overeenkomst is tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging. Voor zover er een schriftelijke overeenkomst is tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging kan er, om de afwezigheid van een werknemer wegens ziekte of ongeval op te vangen, ook worden afgeweken van de beperking met betrekking tot de functieklasses. De ondernemingen die gebruik maken van deze afwijkingen moeten hierover de voorzitter van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf inlichten. Bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging, volstaat het de voorzitter van het Paritair Comité in te lichten.

De werkgever die een uitzendkracht tewerkstelt gedurende een periode langer dan 30 dagen zal aan deze persoon voorrang verlenen bij aanwerving, indien een aangepaste functie vrij zou komen in de onderneming.

De onderneming verbindt er zich toe dat het presteren van overuren geen structureel element wordt van de arbeidstijdorganisatie. ».

Art. 4.Artikel 26 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 1990 wordt als volgt aangevuld : «

Art. 26.Deze bepaling dient ter voorkoming van alle oneerlijke concurrentie onder om het even welk statuut, zoals bepaald in artikel 17, 3° van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. Het niet-naleven van die bepaling kan aanleiding geven tot sancties en zelfs tot ontslag.

Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in voege op 1 januari 1997. Ze is gesloten voor onbepaalde tijd, behalve artikel 2 dat in voege treedt op 1 april 1997 en eindigt op 31 december 1998.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 januari 2000.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^