Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 februari 2011
gepubliceerd op 23 februari 2011

Koninklijk besluit betreffende de biobrandstoffen

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2011003061
pub.
23/02/2011
prom.
09/02/2011
ELI
eli/besluit/2011/02/09/2011003061/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 FEBRUARI 2011. - Koninklijk besluit betreffende de biobrandstoffen


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij de eer hebben aan Uwe Majesteit voor te leggen strekt ertoe om de procedures vast te stellen met betrekking tot het controleren en de validatie van de jaarlijkse verslagen waarvan sprake in artikel 5, g) en j) van de wet van 10 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/06/2006 pub. 16/06/2006 numac 2006003297 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de biobrandstoffen sluiten betreffende de biobrandstoffen. Het treffen van een koninklijk besluit is voorzien in artikel 4, § 6 van de vorenvermelde wet (deze paragraaf werd toegevoegd bij artikel 45 van de wet houdende fiscale en diverse bepalingen (I) van 29 december 2010).

De Ministerraad van 19 mei 2010 (zie de notificatie betreffende punt 15) heeft zich akkoord verklaard met : - het wijzigen van de wet van 10 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/06/2006 pub. 16/06/2006 numac 2006003297 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de biobrandstoffen sluiten zodat daarin een systeem van passende bestraffing wordt opgenomen voor de erkende productie-eenheden die het lastenboek in verband met de bevoorrading van grondstoffen van Europese oorsprong niet naleven; - het aanwijzen van de diensten op welke de Commissie tot erkenning van biobrandstoffen beroep kan doen om haar controlebevoegdheden te optimaliseren.

Met het bepaalde in het onderhavige artikel wordt aan gezegd akkoord uitvoering gegeven. Zo zal een beslissing om tot gehele of gedeeltelijke jaarlijkse validatie over te gaan, vergezeld gaan van een specifieke procedure alsmede van specifieke straffen; bovendien zullen controletaken worden toevertrouwd aan de Administratie der douane en accijnzen. Het treffen van de bedoelde bepalingen is noodzakelijk om de procedures inzake controle en validatie te verbeteren betreffende de verslagen die de inzake biobrandstoffen geselecteerde operatoren jaarlijks bij de Commissie tot erkenning van biobrandstoffen moeten indienen.

In deze ontwerptekst werd met de door de Raad van State, in zijn advies nr. 49.042/1 op 11 januari 2011, gemaakte opmerkingen rekening gehouden.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS

ADVIES 49.042/1 VAN 11 JANUARI 2011 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De RAAD VAN STATE, afdeling Wetgeving, eerste kamer, op 13 december 2010 door de Minister van Financiën verzocht hem, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « betreffende de biobrandstoffen », heeft het volgende advies gegeven : Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt, vestigt de Raad van State de aandacht op het feit dat, wegens het ontslag van de regering, de bevoegdheid van deze laatste beperkt is tot het afhandelen van de lopende zaken. Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens welke de regering in aanmerking kan nemen als ze te oordelen heeft of het vaststellen of het wijzigen van een verordening noodzakelijk is.

Strekking en rechtsgrond van het ontwerp 1. De wet van 10 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/06/2006 pub. 16/06/2006 numac 2006003297 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de biobrandstoffen sluiten betreffende de biobrandstoffen heeft een verlaagd tarief inzake accijnzen ingevoerd voor energieproducten waarvan het percentage biobrandstof dat zij bevatten exclusief voortkomt van erkende productie-eenheden.Luidens artikel 3 van de wet wordt de erkenning verleend « door de Administratie der douane en accijnzen na aanwijzing door de Commissie tot erkenning, en na het akkoord van de Ministerraad, op basis van een procedure tot oproep van kandidaten, gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie ».

Op grond van artikel 4, § 1, van de wet bestaat de Commissie uit vier ambtenaren, respectievelijk aangewezen door de Federale Minister van Financiën, de Federale Minister van Leefmilieu, de Federale Minister van Economie en de Federale Minister van Landbouw, en bepaalt de Koning de werkingsprocedure van deze Commissie. Artikel 4, § 2, van de wet verwoordt haar taken als volgt : « De Commissie tot erkenning : - stelt de voor de operatoren bestemde oproep van kandidaten op en zorgt voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie ; - stelt het handboek op bestemd voor de operatoren die zich kandidaat hebben gesteld; - selecteert en stelt aan de Ministerraad de operatoren voor die aanspraak kunnen maken op een erkenning en kent hen een volume biobrandstof toe dat kan genieten van de vrijstelling bij de inverbruikstelling ervan in België; - onderzoekt alle vragen en gaat over tot alle controles met betrekking tot de toepassing van dit artikel. » Artikel 5, g) en j), van de wet luidt : « Ieder dossier tot kandidaatstelling, ingediend op basis van de procedure tot oproep van kandidaten bedoeld in artikel 3, moet bevatten : (...) g) een verbintenis om tijdens de duur van de erkenning een jaarlijks rapport te overhandigen inzake de evolutie van het volume, van de oorsprong en van de bevoorradingen van de uit de landbouw afkomstige grondstoffen in vergelijking met de productie van biobrandstof; (...) j) een verbintenis om een jaarlijks verslag over te leggen betreffende de productie van biobrandstof, de kwaliteitscontroles en het resultaat van deze controles;dit verslag dient melding te maken van de naam en de adressen van de in België gevestigde ondernemingen waaraan biobrandstof werd verkocht; (...). » Bij artikel 45 van de wet van 29 december 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010021133 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 29/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010021132 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I) is aan voormeld artikel 4 een nieuwe paragraaf toegevoegd, luidend : « § 6. De Koning bepaalt de procedure betreffende de controle en de validatie van de jaarlijkse verslagen waarvan sprake in artikel 5, g) en j).

Wat de validatie van de bedoelde jaarlijkse verslagen betreft, kan Hij er inzonderheid in voorzien dat, in geval van tekortkomingen, de validatie gepaard kan gaan met een vermindering van het jaarlijkse volume dat in de erkenning werd toegekend, die overeenkomt met het percentage van de vastgestelde tekortkomingen. » Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit regelt het onderzoek van de jaarlijkse verslagen bedoeld in artikel 5, g) en j), van de wet van 10 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/06/2006 pub. 16/06/2006 numac 2006003297 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de biobrandstoffen sluiten. In artikel 1, § 1, van het ontwerp wordt bepaald wat dat onderzoek inhoudt en dat de Commissie in het kader van dat onderzoek de Administratie der douane en accijnzen alsook het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen kan « uitnodigen » (in het Frans : « solliciter ») om gerichte controleverrichtingen uit te voeren. In artikel 1, § 2, wordt vastgesteld hoe de procedure dan verder, op grond van het voorstel van de Commissie tot erkenning, zijn beslag krijgt voor de Ministerraad. 2.1. Rechtsgrond voor het ontwerp kan worden gevonden in artikel 4 van de wet van 10 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/06/2006 pub. 16/06/2006 numac 2006003297 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de biobrandstoffen sluiten, inzonderheid in paragraaf 6. Aangezien die paragraaf evenwel geen machtiging bevat om te bepalen waaruit de controle door de Commissie bestaat, dient als rechtsgrond ook een beroep te worden gedaan op de algemene uitvoeringsbevoegdheid die de Koning ontleent aan artikel 108 van de Grondwet. 2.2. Alhoewel in het ontworpen artikel 1, § 1, slechts gewag gemaakt wordt van het « uitnodigen » van de Administratie der douane en accijnzen en van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, lijkt de bedoeling verder te strekken. Het gegeven dat wordt aangeduid wat de door die instanties uit te voeren « gerichte controleverrichtingen » inhouden wijst daar eveneens op.

Voor zover het inderdaad om meer gaat dan om het toekennen aan de Commissie van de loutere mogelijkheid om een verzoek tot het uitvoeren van controles te richten aan de Administratie der douane en accijnzen of aan het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (1), zal daarvoor een deugdelijke rechtsgrond voorhanden moeten zijn.

De wet van 10 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/06/2006 pub. 16/06/2006 numac 2006003297 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de biobrandstoffen sluiten biedt daartoe in elk geval geen solide basis.

De Koning kan de betrokken administratie op grond van artikel 107, tweede lid, van de Grondwet in deze aangelegenheid tot medewerking verplichten, maar dat geldt niet voor het Agentschap. En ook de wet van 4 februari 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/02/2000 pub. 18/02/2000 numac 2000022108 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen blijkt daartoe geen bruikbare rechtsgrond te bevatten.

Vormvereisten Krachtens de artikelen 5, 2°, en 14, 1°, b, van het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole dient het ontwerp van koninklijk besluit voor voorafgaand advies te worden voorgelegd aan de Inspecteur van Financiën en voor akkoord aan de Minister bevoegd voor de Begroting.

Bij het ontwerp is een advies van de Inspectie van Financiën en een akkoord van de Staatssecretaris voor Begroting gevoegd, die evenwel betrekking hebben op het voorwerp van wet dat geleid heeft tot de wet van 29 december 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010021133 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 29/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010021132 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I). De regeling die in dat voorontwerp van wet was opgenomen stemt echter niet overeen met de regeling opgenomen in het om advies voorgelegde ontwerp.

Aan die vormvereisten zal derhalve nog dienen te worden voldaan.

Onderzoek van de tekst Aanhef 1. Vooraan in de aanhef dient een verwijzing naar artikel 108 van de Grondwet te worden toegevoegd.2. Het eerste lid van de aanhef (dat het tweede wordt) dient als volgt te luiden : « Gelet op de wet van 10 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/06/2006 pub. 16/06/2006 numac 2006003297 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de biobrandstoffen sluiten betreffende de biobrandstoffen, artikel 4, gewijzigd bij de wet van 29 december 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010021133 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 29/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010021132 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten;». 3. In het vijfde lid van de aanhef (dat het zesde wordt) moet worden gerefereerd aan « § 1, eerste lid, 1° » van artikel 84 van de wetten op de Raad van State.Dat lid stelle men dan ook als volgt : « Gelet op advies 49.042/1 van de Raad van State, gegeven op 11 januari 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; ».

Artikel 1 1. Artikel 4, § 6, tweede lid, van de wet van 10 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/06/2006 pub. 16/06/2006 numac 2006003297 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de biobrandstoffen sluiten stelt dat de Koning bij het bepalen van de procedure betreffende de validatie van de jaarlijkse verslagen bedoeld in artikel 5, g) en j), van de wet er inzonderheid in kan voorzien dat, in geval van tekortkomingen, de validatie gepaard gaat met een vermindering van het jaarlijkse volume dat in de erkenning werd toegekend, waarbij die vermindering overeen dient te komen met het percentage van de vastgestelde tekortkomingen. Naast de mogelijkheid tot vermindering van het toegekende jaarvolume (artikel 1, § 2, b, van het ontwerp) is in artikel 1, § 2, van het ontwerp echter ook sprake van de mogelijkheid tot niet-validatie van de erkenning, wat tot gevolg heeft dat de toepassing van het verlaagd tarief wordt geweigerd voor de producten die door de betrokken operator worden geleverd gedurende de rest van het lopende jaar.

Aangezien de rechtsgrondbepaling slechts de hypothese van een vermindering vooropstelt, dient de mogelijkheid tot niet-validatie uit de ontworpen regeling te worden geschrapt. 2. De uitwerking van de procedure voor de Ministerraad, in artikel 1, § 2, van het ontwerp, is onvolkomen.Er wordt immers alleen bepaald wat de mogelijkheden voor de Ministerraad zijn in geval de Commissie een voorstel tot « niet-validatie van de erkenning » doet, nl. hetzij die beslissing bevestigen (2), hetzij beslissen tot een gedeeltelijke jaarlijkse validatie gepaard gaande met een vermindering van het toegekende jaarvolume.

Door het ontbreken van een regeling voor het geval de Commissie een voorstel tot validatie van de erkenning doet, zou de indruk kunnen ontstaan dat de Ministerraad in dat geval niet van het voorstel kan afwijken. Uit de wet van 10 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/06/2006 pub. 16/06/2006 numac 2006003297 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de biobrandstoffen sluiten volgt evenwel dat de beslissingsbevoegdheid niet bij de Commissie berust. Het ontwerp zal op dit punt derhalve dienen te worden bijgesteld. (1) Bijvoorbeeld : het bepalen van de onderzoeksbevoegdheden van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen in het kader van de wet van 10 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/06/2006 pub. 16/06/2006 numac 2006003297 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de biobrandstoffen sluiten op de biobrandstoffen.(2) Zoals uit de opmerking onder randnummer 1 blijkt, dient die hypothese uit het ontwerp te verdwijnen. De kamer was samengesteld uit : De heren : M. VAN DAMME, kamervoorzitter;

J. BAERT en W. VAN VAERENBERGH, staatsraden;

L. DENYS, assessor van de afdeling Wetgeving;

Mevr. A. BECKERS, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de heer P. DEPUYDT, eerste auditeur-afdelingshoofd.

De griffier, A. BECKERS. De voorzitter, M. VAN DAMME.

9 FEBRUARI 2011 Koninklijk besluit betreffende de biobrandstoffen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikel 108;

Gelet op de wet van 10 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/06/2006 pub. 16/06/2006 numac 2006003297 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de biobrandstoffen sluiten betreffende de biobrandstoffen, artikel 4, gewijzigd bij de wet van 29 december 2009 houdende diverse bepalingen (I);

Gelet op het akkoord van de Ministerraad van 19 mei 2010;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 januari 2011;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 28 januari 2011;

Gelet op advies 49.042/1 van de Raad van State, gegeven op 11 januari 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. De Commissie tot erkenning bedoeld in artikel 3 van de wet van 10 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/06/2006 pub. 16/06/2006 numac 2006003297 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de biobrandstoffen sluiten betreffende de biobrandstoffen onderzoekt de jaarlijkse verslagen waarvan sprake in artikel 5, g) en j) van dezelfde wet. Dit onderzoek bestaat uit een controle van de overeenstemming tussen de in die verslagen vermelde gegevens en die vermeld in het dossier van kandidatuurstelling op basis waarvan tot erkenning van de betrokken operator is overgegaan. In het kader van dat onderzoek kan de Commissie tot erkenning de Administratie der douane en accijnzen opdracht geven gerichte controleverrichtingen uit te voeren bestaande uit een verificatie ter plaatse van de juistheid van de door de operatoren tot staving van hun jaarlijkse verslagen medegedeelde gegevens. § 2. Na het uitvoeren van het in § 1 bedoelde onderzoek van de jaarlijkse verslagen, doet de Commissie tot erkenning aan de Ministerraad, voor elke betrokken erkende operator, een voorstel tot jaarlijkse validatie, geheel of gedeeltelijk, van de erkenning.

De Ministerraad beslist over die voorstellen.

Een beslissing tot gedeeltelijke jaarlijkse validatie kan gepaard gaan met een vermindering van het toegekende jaarvolume. Die beslissing heeft uitwerking vanaf die datum waarop de beslissing van de Ministerraad door de Administratie der douane en accijnzen aan de betrokken operator wordt medegedeeld.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 februari 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS

^