9 DECEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 juli 1989 tot vaststelling van het aantal leden en houdende aanwijzing van vier Ministers in de Samenwerkingscommissie opgericht bij de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 37 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, inzonderheid op de artikelen 43 en 44;

Gelet op het koninklijke besluit van 14 juli 1989 tot vaststelling van het aantal leden en houdende aanwijzing van vier Ministers in de Samenwerkingscommissie opgericht bij de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, inzonderheid op artikel 2, vervangen door het koninklijk besluit van 3 juli 1995 en gewijzigd bij de koninklijk besluiten van 14 september 1995 en 6 juli 1998;

Op de voordracht van Onze Eerste Minister en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 14 juli 1989 tot vaststelling van het aantal leden en houdende aanwijzing van vier Ministers in de Samenwerkingscommissie opgericht bij de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, vervangen door het koninklijk besluit van 3 juli 1995 en gewijzigd bij de koninlijke besluiten van 14 september 1995 en 6 juli 1998, wordt vervangen als volgt : «

Art. 2.Worden aangewezen als leden van de Samenwerkingscommissie : - Mevr. L. Onkelinx, Vice-Eerste Minister en Minister van Werkgelegenheid; - De heer J. Vande Lanotte, Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie; - Mevr. I. Durant, Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer; - De heer R. Daems, Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties. »

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 12 juli 1999.

Art. 3.Onze Eerste Minister en Onze Ministers en Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 december 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT