Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 december 1998
gepubliceerd op 29 december 1998

Koninklijk besluit houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake beperking van geluidsemissies van bouwmaterieel en bouwmachines

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1998022767
pub.
29/12/1998
prom.
09/12/1998
ELI
eli/besluit/1998/12/09/1998022767/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake beperking van geluidsemissies van bouwmaterieel en bouwmachines


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 18 juli 1973 betreffende de bestrijding van geluidshinder, inzonderheid de artikels 1, eerste lid, 3M en 8;

Gelet op de Richtlijn (84/532/EEG) van de Raad van de Europese Gemeenschap van 17 september 1984 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lidstaten inzake gemeenschappelijke bepalingen voor bouwmaterieel en bouwmachines, gewijzigd door de Richtlijn 88/665/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschap van 21 december 1988;

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, de protocollen, de slotakte en de bijlagen, ondertekend te Porto op 2 mei 1992, goedgekeurd bij de wet van 18 maart 1993, inzonderheid op artikel 23 van de Overeenkomst en punt VI, 6, van bijlage II;

Gelet op het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, ondertekend te Brussel op 17 maart 1993, goedgekeurd bij de wet van 22 juli 1993;

Gelet op het advies van de Hoge Gezondheidsraad gegeven op 25 oktober 1995;

Gelet op de betrokkenheid van de regeringen van de gewesten bij het ontwerp van dit koninklijk besluit die heeft plaatsgehad op de Interministeriële Conferentie Leefmilieu op 19 maart 1996;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 10 december 1996;

Op voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie, Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, Onze Minister van Landbouw en Kleine en Middelgrote Ondernemingen en de Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities en toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Onder "materieel", in de zin van dit besluit, wordt verstaan bouwmaterieel, -uitrustingen, -installaties, en -machines of hun onderdelen die, volgens het type constructie, dienen om werken uit te voeren op civieltechnische werkplaatsen en bouwterreinen, en die niet hoofdzakelijk bestemd zijn voor het vervoer van goederen of personen. § 2. Dit besluit is enkel van toepassing op het in § 1 omschreven materieel voor civieltechnische werkplaatsen of bouwterreinen en waarvoor de gedetailleerde toepassingsmodaliteiten omschreven worden in de bijzondere besluiten bedoeld in artikel 4. § 3. Uitgesloten van het toepassingsgebied van dit besluit zijn landbouw- en bostractoren, alsmede hefwerktuigen met uitzondering van torenkranen.

Art. 2.In de zin van dit besluit, wordt verstaan onder : 1° "EG-typegoedkeuring" : de procedure waarbij de bevoegde overheid, na proefnemingen, constateert en verklaart dat een type materieel, als bedoeld in artikel 1, voldoet aan de bij dit besluit en de bij desbetreffende bijzondere besluiten geharmoniseerde voorschriften;2° "EG-typeonderzoek" : de procedure waarbij een hiertoe door de bevoegde overheid erkend organisme na proefnemingen constateert en verklaart dat een type materieel voldoet aan de voorschriften geharmoniseerd bij dit besluit en bij de desbetreffende bijzondere besluiten;3° "EG-keuring" : de procedure waarbij de bevoegde overheid, na proefnemingen, verklaart dat elk materieel afzonderlijk voldoet aan de bij dit besluit en de bij de desbetreffende bijzondere besluiten geharmoniseerde voorschriften;4° "EG-fabrikantenverklaring" : de procedure waarbij de fabrikant of zijn in de Europese gemeenschap gevestigde gemachtigde, op eigen verantwoordelijkheid verklaart, dat een bepaald materieel voldoet aan de bij dit besluit en de bij de desbetreffende bijzondere besluiten geharmoniseerde voorschriften;5° de "bevoegde overheid" : de federale Minister of Staatssecretaris die het Leefmilieu onder zijn bevoegdheid heeft, of de door hem aangeduide leidende ambtenaar;6° "erkend organisme" : in het kader van het koninklijk besluit van 2 april 1974, houdende de voorwaarden en modaliteiten tot erkenning van laboratoria of lichamen die in het kader van de bestrijding van de geluidshinder, belast zijn met het beproeven van en de controle op apparaten en inrichtingen, het erkend laboratorium of organisme, dat tezelfdertijd voldoet aan de bij dit besluit vastgestelde criteria vermeld in artikel 10, § 2, 2e alinea;7° "Lid-Staat" : een Lid-Staat van de Europese Gemeenschap of een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;8° "de gemachtigde" : de gemachtigde van de fabrikant die gevestigd is in een Lid-Staat van de Europese Gemeenschap of een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte. HOOFDSTUK II. - Rechtsgeldigheid van de in andere Lid-Staten uitgereikte verklaringen

Art. 3.Voor materieel dat in een andere Lid-Staat wordt gefabriceerd of in de Europese Gemeenschap via een andere Lid-Staat wordt ingevoerd, worden de verklaringen van EG-typegoedkeuring, EG-typeonderzoek, EG-keuring en EG-fabrikantenverklaring, die onder de verantwoordelijkheid van deze andere Lid-Staat worden uitgereikt, als rechtsgeldig in België beschouwd. HOOFDSTUK III. - Bijzondere koninklijke besluiten voor specifieke categorieën van materieel

Art. 4.Bijzondere koninklijke besluiten stellen, voor de categorieën materieel waarop zij betrekking hebben, de technische voorschriften voor de uitvoering en werking vast, en bepalen bovendien welke van de in artikel 2, 1° tot 4°, bedoelde procedures van toepassing is of zijn. HOOFDSTUK IV. - EG-typegoedkeuring

Art. 5.§ 1. De EG-typegoedkeuring vormt, wanneer ze wordt voorgeschreven door een bijzonder koninklijk besluit in de zin van artikel 4, een voorafgaande voorwaarde voor het op de markt brengen van een materieel, onder voorbehoud van toepassing van artikel 2. § 2. De bevoegde overheid verleent op aanvraag van de fabrikant of van diens in de Europese Gemeenschap gevestigde gemachtigde de EG-typegoedkeuring voor ieder type materieel dat voldoet aan de voorschriften die zijn vastgesteld in dit besluit en in de desbetreffende bijzondere koninklijke besluiten overeenkomstig artikel 4. § 3. Voor de proefnemingen in het kader van de EG-typegoedkeuring, kan de bevoegde overheid zich laten bijstaan door één of meer laboratoria. § 4. De EG-typegoedkeuring wordt door de bevoegde overheid verleend, geweigerd, geschorst of ingetrokken overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk en van bijlage I.

Art. 6.§ 1. In geval van weigering, schorsing of intrekking van de EG- typegoedkeuring, wordt deze beslissing genomen door de bevoegde overheid op grond van een gemotiveerd verslag. § 2. Vanaf de datum van betekening van de beslissing, beschikt de aanvrager of zijn advocaat over een termijn van 14 dagen om aan de bevoegde overheid per aangetekend schrijven een verzoek te doen toekomen tot herziening van de beslissing. § 3. Een afschrift van het administratief dossier waarop de betwiste beslissing gebaseerd is, wordt aan de aanvrager toegezonden binnen de 14 dagen vanaf zijn verzoek. § 4. Te rekenen vanaf de ontvangst van het dossier, beschikt de aanvrager of zijn advocaat over een termijn van 14 dagen om aan de bevoegde overheid zijn aanvullende opmerkingen te doen geworden. § 5. De bevoegde overheid maakt zijn beslissing bekend aan de aanvrager, uiterlijk 45 dagen na de verzending van het administratief dossier.

Art. 7.§ 1. Indien de conclusies van de in bijlage I, punt 2, bedoelde proefnemingen bevredigend zijn, stelt de bevoegde overheid een verklaring van EG-typegoedkeuring op, waarvan aan de aanvrager kennis wordt gegeven. § 2. Het model van verklaring van EG-typegoedkeuring vindt men in bijlage III. § 3. Aan de verklaring van EG-typegoedkeuring zijn voorwaarden en eventueel een beperking van de geldigheidsduur verbonden, waarin door de bijzondere koninklijke besluiten overeenkomstig artikel 4 kan worden voorzien.

Art. 8.§ 1. De bevoegde overheid ziet toe op de overeenstemming van het materieel met het goedgekeurde type. § 2. De modaliteiten van de in het eerste paragraaf voorziene controle zullen worden bepaald in de bijzondere koninklijke besluiten overeenkomstig artikel 4.

Art. 9.§ 1. Indien de bevoegde overheid, die de typegoedkeuring heeft verleend voor een soort materieel, vaststelt dat sommige exemplaren van dit soort materieel niet met dit type overeenkomen, schorst zij de EG-typegoedkeuring of trekt zij deze in. § 2. De EG-typegoedkeuring kan echter gehandhaafd blijven wanneer de vastgestelde verschillen miniem zijn, geen wezenlijke verandering betekenen van het ontwerp van het materieel en hoe dan ook de veiligheid van de personen en de bescherming van het leefmilieu niet in het gedrang brengen. In dat geval verzoekt de bevoegde overheid de fabrikant zijn produkten zo spoedig mogelijk aan te passen. De bevoegde overheid moet de EG-typegoedkeuring intrekken indien de fabrikant aan dit verzoek geen gevolg geeft. § 3. De bevoegde overheid die een EG-typegoedkeuring heeft verleend, moet deze eveneens intrekken indien zij vaststelt dat die typegoedkeuring niet had mogen worden verleend. § 4. Indien de bevoegde overheid door één van de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap in kennis wordt gesteld van het bestaan van één van de gevallen bedoeld in paragrafen 1 tot 3, neemt zij, na overleg met de betrokken Lid-Staat, eveneens de in die bepalingen bedoelde maatregelen. § 5. Indien de wenselijkheid of de verplichting tot intrekking het voorwerp uitmaakt van een betwisting tussen de bevoegde overheid die de EG-typegoedkeuring heeft toegekend en een Lid-Staat van de Europese Gemeenschap, dient de Commissie van de Europese Gemeenschap hiervan op de hoogte te worden gesteld. HOOFDSTUK V. - EG-typeonderzoek

Art. 10.§ 1. Het EG-typeonderzoek vormt, wanneer het voorgeschreven wordt door een bijzonder koninklijk besluit overeenkomstig artikel 4, een voorafgaande voorwaarde tot het op de markt brengen van een materieel, onder voorbehoud van de toepassing van artikel 2. § 2. Om erkend te worden en te blijven moeten de organismen voldoen aan de minimale criteria vastgelegd in bijlage II. De organismen moeten geaccrediteerd zijn op basis van de wet van 20 juli 1990 inzake de accreditatie van certificatie- en keuringsinstellingen, alsmede van beproevingslaboratoria of van de wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, de meetstandaarden en de meetwerktuigen en van de desbetreffende uitvoeringsbesluiten ervan.

De federale Minister of Staatssecretaris die het Leefmilieu onder zijn bevoegdheid heeft stelt, in overleg met de Minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren, de periode vast waarna de verplichting tot accreditatie ingaat. § 3. De EG-typeonderzoeken worden uitgevoerd door de daartoe door de bevoegde overheid erkende organismen.

Art. 11.§ 1. De erkende organismen die door de bevoegde overheid gelast worden met het uitvoeren van het EG-typeonderzoek, overeenkomstig de voorschriften van artikel 12, dienen te voldoen aan de minimumcriteria, voorzien in bijlage II. § 2. Het feit dat een organisme aan deze minimumcriteria beantwoordt, verplicht de bevoegde overheid niet tot erkenning van dit organisme. § 3. Wanneer de bevoegde overheid één of meer organismen erkend heeft om het EG-typeonderzoek uit te voeren, maakt zij aan de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap en aan de Commissie van de Europese Gemeenschap de lijst bekend van die organismen, evenals elke wijziging die later aan die lijst wordt aangebracht.

Art. 12.§ 1. Op aanvraag van de fabrikant of van zijn in de Europese Gemeenschap gevestigde gemachtigde, verlenen de erkende organismen waarvan sprake in artikel 11, de verklaring van EG-typeonderzoek voor elk type materieel dat voldoet aan de voorschriften, geharmoniseerd door dit besluit en door de desbetreffende bijzondere besluiten, en waarvoor de fabrikant zich ertoe verbonden heeft, zich te onderwerpen aan de voorwaarden, voorzien in de bijzondere koninklijke besluiten. § 2.Voor eenzelfde type materieel mag de aanvraag tot EG-typeonderzoek slechts ingediend worden bij één van de erkende organismen. § 3. De erkende organismen verlenen, weigeren, schorsen of trekken de verklaring van EG-typeonderzoek in, overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk en van bijlage I.

Art. 13.§ 1. De verklaring van EG-typeonderzoek wordt opgesteld volgens het model in bijlage III. § 2. Aan de verklaring van EG- typeonderzoek zijn de voorwaarden en eventueel een beperking van de geldigheidsduur verbonden, waarin door de bijzondere koninklijke besluiten overeenkomstig artikel 4 kan worden voorzien.

Art. 14.§ 1. Het erkend organisme dat de verklaring van EG-typeonderzoek heeft verleend, neemt de nodige maatregelen om te waken over de overeenstemming van het materieel met het onderzochte type. § 2. Met betrekking tot de in paragraaf 1 bedoelde maatregelen zullen de bijzonderheden in de koninklijke besluiten overeenkomstig artikel 4 worden vastgesteld.

Art. 15.§ 1. Indien een erkend organisme vaststelt dat bepaalde exemplaren van een materieel, van het type waarvoor het een verklaring van EG-typeonderzoek heeft afgeleverd, niet met dit type overeenstemmen, verzoekt het erkende organisme de houder van de verklaring zijn produktie in overeenstemming met het type te brengen binnen een door het organisme vastgestelde termijn, en schorst het eventueel de verklaring. § 2. In voorkomend geval bepaalt een bijzonder koninklijk besluit overeenkomstig artikel 4 betreffende dit materieel het aantal exemplaren dat voldoende geacht wordt om de tussenkomst van het erkend organisme te rechtvaardigen. Indien de fabrikant aan het verzoek geen gevolg geeft binnen de opgelegde termijn, schorst het erkend organisme de verklaring of trekt het die in. § 3. Het erkend organisme trekt de afgeleverde verklaring van EG-typeonderzoek in, indien blijkt dat men deze verklaring niet had mogen afleveren. § 4. Het erkend organisme schorst of trekt de verklaring in ingeval de houder ervan zijn verbintenissen, bedoeld in artikel 12, tegenover het erkend organisme niet nakomt.

Art. 16.§ 1. 1° Het erkend organisme bezorgt aan de bevoegde overheid, gelijktijdig met het overmaken aan de fabrikant, een afschrift van de verklaring van EG-typeonderzoek of van de weigering, de schorsing of de intrekking ervan. 2° Teneinde erover te kunnen waken dat de erkende organismen hun bovengenoemde taken op correcte wijze volbrengen, kan de bevoegde overheid hen steeds verzoeken om een gedetailleerd verslag voor te leggen betreffende de getroffen maatregelen, de gevolgde procedures en methodes, de gebruikte apparatuur en meer in het algemeen, betreffende alle elementen die de mogelijkheid bieden tot het beoordelen van de kwaliteit van het uitgevoerde werk.3° De erkende organismen staan te allen tijde het bezoek aan hun installaties toe vanwege de agenten, daartoe aangeduid door de bevoegde overheid. § 2. 1° Beroep tegen de beslissingen van het erkend organisme tot weigering, intrekking of schorsing van de verklaring van EG-typeonderzoek is mogelijk bij de bevoegde overheid. 2° Dit beroep dient, op straffe van onontvankelijkheid, per aangetekend schrijven aan de bevoegde overheid te worden overgemaakt, binnen een termijn van 14 dagen, te rekenen vanaf de dag van de kennisgeving van de beslissing.3° Een ander erkend organisme wordt dan door de bevoegde overheid aangeduid en ermee gelast uitspraak te doen over dit beroep.4° De kosten die voortvloeien uit de tussenkomst van het door de bevoegde overheid aangeduide erkend organisme, komen ten laste van degene die het beroep heeft ingesteld, indien de beslissing van het eerste erkend organisme bevestigd wordt.5° In het tegenovergestelde geval komen de kosten ten laste van het organisme tegen wiens beslissing beroep werd ingediend. § 3. 1° Indien de bevoegde overheid vaststelt dat een door haar erkend organisme de haar toegewezen taken, vermeld in artikelen 12 en 15, niet op correcte wijze volbrengt, wordt het erkend organisme hiervan verwittigd en verzocht zijn verplichtingen na te komen. 2° Voldoet het organisme niet aan dit verzoek, dan trekt de bevoegde overheid de erkenning in. § 4. De bevoegde overheid trekt de erkenning van een door haar aangewezen organisme in elk geval in wanneer zij constateert dat dit organisme niet meer voldoet aan de in bijlage II vastgestelde minimumcriteria of zich niet voegt naar de door de bevoegde overheid gestelde voorwaarden.

Art. 17.§ 1. Wanneer de bevoegde overheid de erkenning van een organisme intrekt, gelast zij een ander erkend organisme met de voortzetting van de werkzaamheden en de nakoming van de verplichtingen die resulteren uit een toekenning van een EG-typeonderzoek, van vóór de intrekking van betrokken erkenning. § 2. De bevoegde overheid moet alle door dit organisme afgeleverde verklaringen van vóór de intrekking van de erkenning nietig verklaren indien ze ten onrechte zouden zijn toegekend. HOOFDSTUK VI. - EG-keuring en EG-fabrikantenverklaring

Art. 18.§ 1. De bijzondere koninklijke besluiten overeenkomstig artikel 4, welke de EG-keuring en de EG-fabrikantenverklaring voorschrijven, bepalen de te volgen procedure. § 2. In geval van de fabrikantenverklaring, waakt de bevoegde overheid over de overeenstemming van de fabricage met de door de desbetreffende bijzondere koninklijke besluiten geharmoniseerde voorschriften. § 3. De bepalingen van paragrafen 1 en 2 zijn van toepassing onder voorbehoud van de toepassing van artikel 3. HOOFDSTUK VII. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 19.§ 1. De fabrikant of zijn in de Europese Gemeenschap gevestigde gemachtigde, levert voor elk exemplaar van een gegeven type materieel, gebouwd overeenkomstig de geharmoniseerde voorschriften en het goedgekeurde of onderzochte type, een EG-certificaat van overeenstemming af, volgens model in bijlage IV. § 2. Wanneer een bijzonder koninklijk besluit overeenkomstig artikel 4 zulks voorschrijft, brengt de fabrikant op het materieel het merkteken aan, vergezeld van de in dit bijzonder koninklijk besluit vermelde aanduidingen. § 3. De kosten met betrekking tot de interventie van een erkend organisme, voorgeschreven door een bijzonder koninklijk besluit in de zin van artikel 3, komen ten laste van de aanvrager. HOOFDSTUK VIII. - Geharmoniseerde technische voorschriften

Art. 20.§ 1. Het certificaat van overeenstemming, waarvan sprake in artikel 19 en, wanneer de bijzondere koninklijke besluiten zulks voorschrijven, het op het materieel aangebrachte merkteken van overeenstemming, gelden als vermoeden van overeenstemming van het materieel met dit besluit en de desbetreffende bijzondere koninklijke besluiten. § 2. Bij het aanbod en bij de terbeschikkingstelling van de gebruiker dient dit certificaat opgesteld te zijn in de officiële landstalen.

Art. 21.Indien de bevoegde overheid op de grondslag van een uitvoerige motivering constateert dat materieel, hoewel het voldoet aan de geharmoniseerde voorschriften van dit besluit en de desbetreffende bijzondere koninklijke besluiten, gevaar oplevert voor de veiligheid of de gezondheid, kan zij het op de markt brengen van dit materieel op haar grondgebied voorlopig verbieden of aan bijzondere voorwaarden onderwerpen. Zij stelt hiervan de Lid-Staten en de Commissie van de Europese Gemeenschap in kennis, onder opgave van de motieven van haar besluit.

Art. 22.§ 1. 1° Het ontwerp en de wijzen van vervaardigen van een type materieel mogen, in bepaalde gevallen, afwijken van sommige bepalingen, voorzien in de bijzondere koninklijke besluiten, zonder dat dit type materieel de begunstiging moet verliezen van de bepalingen van artikel 20, indien de aangebrachte wijzigingen leiden tot het bekomen, inzake veiligheid of gezondheid, van een minstens evenwaardig beschermingsniveau. 2° De bijzondere koninklijke besluiten overeenkomstig artikel 4 vermelden uitdrukkelijk de bepalingen waarvan mag worden afgeweken. § 2. 1° Ingeval de bevoegde overheid een aanvraag tot afwijking aanvaardt, zendt ze, rechtstreeks ingeval van de procedure van EG-typegoedkeuring of onrechtstreeks via het aangeduide erkend organisme in geval van een procedure van EG-type- onderzoek, de documenten met de beschrijving van het type materieel evenals de documentatie tot staving van het verzoek tot afwijking, zoals onder- meer de resultaten van de eventueel uitgevoerde tests, aan de Commissie van de Europese Gemeenschap. 2° De bevoegde overheid bericht de aanvrager over het antwoord van de Commissie van de Europese Gemeenschap. § 3. 1° In het geval van een verklaring, afgeleverd door de fabrikant zelf, kan, in toepassing van de bepalingen van paragraaf 1, niet worden afgeweken van de door dit besluit en door de bijzondere koninklijke besluiten betreffende het materieel geharmoniseerde voorschriften, tenzij een erkend organisme aan de fabrikant zou bevestigd hebben dat de afwijking in kwestie geen gevaar oplevert voor de veiligheid. 2° Het erkend organisme brengt vooraf de overige erkende organismen op de hoogte.In geval van verzet vanwege één van die organismen binnen een termijn van twee maanden, zendt het organisme waaraan de aanvraag werd toegestuurd, het volledige dossier naar de bevoegde overheid.

Deze zal de Commissie van de Europese Gemeenschap inschakelen. 3° Na afloop van de procedure deelt de bevoegde overheid de uiteindelijke beslissing mee aan het organisme. HOOFDSTUK IX. - Algemene en slotbepalingen

Art. 23.Elke beslissing van de bevoegde overheid of van een erkend organisme, genomen in toepassing van dit besluit en van de bijzondere koninklijke besluiten, houdende weigering van een "EG-typegoedkeuring", een "EG-typeonderzoek" of een "EG-keuring" ofwel een verbod tot het op de markt brengen van een soort materieel of van een materieel, wordt aan de belanghebbende medegedeeld binnen de termijn van één maand.

Art. 24.Worden opgeheven : 1° het koninklijk besluit van 1 juli 1986 betreffende gemeenschappelijke bepalingen voor bouwmaterieel en bouwmachines;2° het besluit van de Brusselse Gewestexecutieve van 16 mei 1991 en het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 19 september 1989 betreffende gemeenschappelijke bepalingen voor bouwmaterieel en bouwmachines;3° de algemene bepalingen (Titel I)) van het besluit van 30 juli 1992 van de Vlaamse Gewestexecutieve tot vaststelling van maatregelen ter bestrijding van geluidshinder veroorzaakt door bouwmaterieel en bouwmachines.

Art. 25.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie, Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, Onze Minister van Landbouw en Kleine en Middelgrote Ondernemingen en de Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 december 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie, E. DI RUPO De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN De Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, J. PEETERS

Bijlage I EG-typegoedkeuring en EG-typeonderzoek 1. Aanvraag tot EG-typegoedkeuring of EG-typeonderzoek. 1.1. De aanvraag dient voorzien te zijn van de volgende vermeldingen : - naam en adres van de fabrikant of van de firma, van de gemachtigde of van de aanvrager, evenals de plaats of plaatsen waar het materieel gefabriceerd wordt; - categorie van het materieel; - voorzien gebruik; - technische kenmerken; - de gebeurlijke commerciële benaming of het type. 1.2. De aanvraag wordt vergezeld van twee exemplaren van de documenten met alle inlichtingen, voorzien door de bijzondere koninklijke besluiten in de zin van artikel 3 van dit besluit, evenals van een verklaring dat geen enkele andere aanvraag tot EG-typegoedkeuring of tot EG-typeonderzoek werd ingediend voor hetzelfde materieel. 2. Proefnemingen met het oog op de EG-typegoedkeuring of op het EG-typeonderzoek. De testen op het materieel uitgevoerd met het oog op de EG-typegoekeuring of het EG-typeonderzoek worden uitgevoerd overeenkomstig de voorschriften van de desbetreffende bijzondere besluiten.

Een proces-verbaal van de testen wordt opgemaakt volgens het model, opgenomen in het bijzonder besluit betreffende het materieel. 3. Verklaring van EG-typegoedkeuring of van EG-typeonderzoek. Het getuigschrift waarvan sprake in artikelen 4 en 9, en waarvan het model voorkomt in bijlage III, bevat de conclusies van de testen, uitgevoerd op het materieel, en vermeldt de voorwaarden waarvan de EG-typegoedkeuring of het EG-typeonderzoek eventueel afhankelijk zijn.

Het dient ook vergezeld te gaan van de beschrijvingen, het plan en gebeurlijk de foto's, nodig tot een preciese herkenning van het materieel met, zo nodig, de uitleg van zijn werking. 4. Bekendmaking van de EG-typegoedkeuring of van het EG-typeonderzoek. 4.1. Op het ogenblik van de mededeling ervan aan de belanghebbende, worden afschriften van de EG-typegoedkeuring of van het EG-typeonderzoek respectievelijk verzonden naar de Commissie en naar de Lidstaten, of door het erkend organisme dat het EG-typeonderzoek heeft uitgevoerd, naar de Commisie en naar de overige erkende organismen.

De Lidstaten en de overige organismen kunnen eveneens een afschrift bekomen van het definitief technisch dossier van het materieel en van de processen-verbaal van de onderzoeken en de tests welke het ondergaan heeft.

De bevoegde overheid en de erkende organismen die een afschrift ontvangen van de defintieve technische documenten, dienen het naleven van het industrieel eigendomsrecht en van het beroepsgeheim te waarborgen. 4.2. Het intrekken van een EG-typegoedkeuring of van een getuigschrift van EG-typeonderzoek, maakt het voorwerp uit van de bekendmakingsprocedure, voorzien in punt 4.1. 4.3. De bevoegde overheid die een EG-typegoedkeuring weigert, of een erkend organisme dat een verklaring van EG-typeonderzoek weigert, delen dit mede aan de Commissie en respectievelijk aan de overige Lidstaten en aan de overige erkende organismen.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 9 december 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie, E. DI RUPO De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA De Minister van Landbouw en Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN De Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, J. PEETERS

Bijlage II Minimale criteria door de Lid-Staten in acht te nemen voor het aanduiden van de erkende organismen 1. De organismen, gelast met het onderzoek van het materieel, dienen te beschikken over voldoende bekwaam personeel en over de nodige middelen om hun technische en administratieve taken naar behoren te vervullen en dienen toegang te hebben tot de nodige apparatuur voor de uitzonderlijke onderzoeken, voorzien door de bijzondere reglementeringen.2. Het organisme, zijn directeur, noch zijn personeel mogen de ontwerper, de fabrikant, de leverancier, de installateur van het materieel zijn, noch de gemachtigde van één van die personen. Ze mogen niet tussenkomen, rechtstreeks of als gemachtigde, bij het ontwerpen, bouwen, commercialiseren, vertegenwoordigen of onderhouden van dit materieel. Dit sluit de mogelijkheid niet uit van een uitwisseling van technische informatie tussen de bouwer en het erkend organisme. 3. Het personeel, gelast met onderzoek van het materieel met het oog op het afleveren van het getuigschrift van EG-typeonderzoek, dient die opprachten uit te voeren met de uiterste technische bekwaamheid;het dient vrij te zijn van alle druk en aansporing, onder meer van financiële aard, welke zijn beoordeling of de resultaten van zijn werk kunnen beïnvloeden, meer bijzonder van die, afkomstig van personen of groeperingen van personen die belang hebben bij de resultaten van het onderzoek. 4. Het personeel, belast met het onderzoek, dient te beschikken over : - een degelijke technische en beroepsopleiding; - een voldoende kennis van de voorschriften betreffende de onderzoeken die het uitvoert en een voldoende ervaring met zulke werkzaamheden; - de nodige bekwaamheid om de processen-verbaal en de verslagen op te stellen die de materialisatie vormen van de uitgevoerde werkzaamheden. 5. De onafhankelijkheid van het personeel dat met het onderzoek gelast is, dient gewaarborgd te zijn. De bezoldiging van de beambte mag noch afhankelijk zijn van het aantal controles dat hij uitvoert, noch van de bekomen resultaten. 6. Het organisme dient verzekerd te zijn tegen wettelijke aansprakelijkheid. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 9 december 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie, E. DI RUPO De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA De Minister van Landbouw en Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN De Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, J. PEETERS

Bijlage III Model Verklaring van EG-typegoedkeuring of van EG-typeonderzoek voor een type bouwmaterieel, -uitrusting, -installatie of -machine of onderdelen daarvan Aanduiding van de bevoegde dienst of instantie . . . . .

Verklaring van EG-typegoedkeuring/EG-typeonderzoek (1) . . . . .

EG-typegoedkeuringsnummer/nummer van het EG-typeonderzoek (1) . . . . . 1. Categorie, type en fabrieks- of handelsmerk .. . . . 2. Naam en adres van de fabrikant .. . . . 3. Naam en adres van de houder van de verklaring .. . . . 4. Voor EG-typegoedkeuring/EG-typeonderzoek (1) aangeboden op .. . . . 5. Verklaring afgegeven volgens het volgende voorschrift .. . . . 6. Keuringslaboratorium .. . . . 7. Datum en nummer van het laboratoriumrapport .. . . . 8. Datum van de EG-typegoedkeuring/het EG-typeonderzoek (1) .. . . . 9. Bij deze verklaring zijn de volgende stukken gevoegd, waarop het bovenstaande EG-typegoedkeuringsnummer/nummer van het EG-typeonderzoek (1) is vermeld .. . . . 10. Eventuele aanvullende opmerkingen .. . . .

Gedaan te . . . . . , op .................. . . . . . (handtekening) (1) Doorhalen wat niet van toepassing is. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 9 december 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie, E. DI RUPO De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA De Minister van Landbouw en Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN De Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, J. PEETERS

Bijlage IV EG-certificaat van Overeenstemming van bouwmaterieel, -uitrusting, -installaties, -machines of onderdelen daarvan met een goedgekeurd of onderzocht type Ondergetekende : . . . . . (naam en voornaam) verklaart dat het/de bouwmaterieel - -uitrusting, - -installaties, - -machineonderdelen - -machine (1) 1. Categorie .. . . . 2. Merk .. . . . 3. Type .. . . . 4. Nummer binnen de serie van het type materieel .. . . . 5. Nummer binnen de serie van het type verkeerschassis wanneer dit van het materieel verschilt : .. . . . 6. Fabricagejaar .. . . . is gefabriceerd in overeenstemming - met het (de) goedgekeurde (type(s) (in geval van EG-typegoedkeuring) (1) - met het (de) onderzochte type(s) (in geval van EG-typeonderzoek (1) zoals in de volgende tabel aangegeven : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 7. Bijzondere bepalingen .. . . .

Gedaan te ................., op .............. . . . . . (handtekening) (functie) (1) Doorhalen wat niet van toepassing is. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 9 december 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie, E. DI RUPO De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA De Minister van Landbouw en Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN De Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, J. PEETERS

^