9 DECEMBER 1997. Koninklijk besluit houdende samenstelling van de examencommissie belast met het afnemen van de examens over de kennis van de Duitse taal voor kandidaten voor de ambten van griffier, klerk-griffier, opsteller en beambte in een griffie

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, inzonderheid op artikel 53;

Gelet op het ter uitvoering van die wet genomen koninklijk besluit van 29 september 1987 tot regeling van de examens over de kennis van de Duitse taal en inzonderheid op de artikelen 1 en 2;

Gelet op het artikel 295 van het Gerechtelijk Wetboek;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De examencommissie belast met het afnemen van de examens over de kennis van de Duitse taal, wordt als volgt samengesteld voor de zittijd van december 1997 : Voorzitter : Mevr. F. Dreze, raadsheer in het hof van beroep te Luik.

Leden : Mevrn. : C. Hardy, lerares aan het Koninklijk Atheneum te Eupen;

M. Kerst, echtg. Orban, lerares aan de Katholieke Normaalschool te Eupen. de heren : L. Schifflers, prefect aan het Koninklijk Atheneum te Sankt Vith;

E. Kremer, inspecteur.

Plaatsvervangende leden : Mevrn. : L. Aussems, echtg. Streicher, lerares aan het « Institut d'Hôtellerie de Spa »;

A. Duyster, echtg. Hermann, lerares aan het Heidberg Instituut te Eupen. de heren : J. Barth, leraar aan het Koninklijk Atheneum te Eupen;

K.-H. Pluymen, leraar aan het Gepatroneerd College te Eupen.

Art. 2.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 december 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK