8 SEPTEMBER 1997. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 december 1996 tot uitvoering van artikel 69, § 4, 2e lid van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de verstrekkingen bedoeld in artikel 34, 12° van dezelfde wet

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op het artikel 69, § 4;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 december 1996 tot uitvoering van artikel 69, § 4, 2e lid van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de verstrekkingen bedoeld in artikel 34, 12° van dezelfde wet;

Gelet op het advies, uitgebracht door de overeenkomstencommissie tussen de rust- en verzorgingstehuizen, de rustoorden voor bejaarden en de verzekeringsinstellingen op 24 juli 1997;

Gelet op artikel 15 van de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg;

Gelet op de hoogdringendheid;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat dit besluit ertoe strekt om de financiële overlevingskansen van een aantal nieuw erkende rustoorden voor bejaarden of van een aantal rustoorden voor bejaarden die een erkenning hebben bekomen voor bijkomende bedden, te vrijwaren en dat dit, gezien de termijnen die in het hiervoren vermelde koninklijk besluit van 24 december 1996 zijn vooropgezet, dient te gebeuren binnen de kortst mogelijke termijn;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 4 augustus 1997, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 3, § 1, 1°, b. van het koninklijk besluit van 24 december 1996 tot uitvoering van artikel 69, § 4, 2e lid van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de verstrekkingen bedoeld in artikel 34, 12° van dezelfde wet, wordt aangevuld met de volgende bepalingen : « De tijdens het vierde trimester 1995 of tijdens het eerste trimester 1996 nieuw erkende rustoorden kunnen, binnen de tien dagen na de bekendmaking van dit lid aan de Dienst vragen om dezelfde percentages toe te passen.

De vanaf 1 oktober 1995 nieuw erkende rustoorden, met een erkenning uitsluitend bestemd voor demente bejaarden, kunnen, binnen de tien dagen na de bekendmaking van dit lid, aan de Dienst vragen om volgende percentages toe te passen : Categorie O : 0 % Categorie A : 20 % Categorie B : 20 % Categorie C : 40 %. ».

Art. 2.Artikel 3, § 1, 1°, c. van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende bepalingen : « De rustoorden waarvoor het aantal bedden werd aangepast tijdens het vierde trimester 1995 of het eerste trimester 1996 kunnen, binnen de tien dagen na de bekenmaking van dit lid" aan de Dienst vragen om dezelfde percentages toe te passen. Deze percentages worden toegepast op het aantal erkende bedden op 31 maart 1996.

De rustoorden waarvoor het aantal bedden vanaf 1 oktober 1995 werd aangepast en die uitsluitend bestemd zijn voor demente bejaarden, kunnen, binnen de tien dagen na de bekendmaking van dit lid, aan de Dienst vragen om volgende percentages toe te passen : Categorie O : 0 % Categorie A : 20 % Categorie B : 20 % Categorie C : 40 %. ».

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 31 december 1996.

Art. 4.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 8 september 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN