8 OKTOBER 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 februari 2001 betreffende de invoering van een premiestelsel om het inbouwen van een LPG-installatie in wagens te promoten, met het oog op de regularisatie van bijzondere dossiers betreffende installaties van 2001

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 2 januari 2001 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen, inzonderheid op artikel 14;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 februari 2001 betreffende de invoering van een premiestelsel om het inbouwen van een LPG-installatie in wagens te promoten, inzonderheid op artikel 6, gewijzigd bij besluit van 2 december 2002;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 2 december 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 24 april 2004;

Gelet op het advies van de Raad van State (nr. 37.384/3), gegeven op 30 juni 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat het Directoraat-generaal Leefmilieu, destijds genaamd « Federale Diensten voor het Leefmilieu », in 2001 op de achterzijde van het formulier voor het aanvragen van een LPG-premie een publicitaire mededeling heeft toegevoegd, meer bepaald in verband met de termijn voor het indienen van de aanvragen;

Overwegende dat het koninklijk besluit van 2 december 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 februari 2001 betreffende de invoering van een premiestelsel om het inbouwen van een LPG-installatie in wagens te promoten, erkent dat die publicitaire mededeling geen melding maakt van specifieke termijnen voor het indienen van aanvragen die verschillen naar gelang het gaat om een installatie van 2001 of 2002; dat dit gebrek aan precisering de begunstigden kan misleiden;

Overwegende dat de wens om die toestand te corrigeren werd vertaald in een verlenging, tot 30 november 2002, van de termijn voor de indiening van de aanvragen voor de installaties 2001, met het oog op de regularisatie van de dossiers die binnen die periode zijn ingediend;

Overwegende dat een regularisatie is toegepast voor de dossiers die zijn ingediend tijdens de periode van 1 september 2002 tot 30 november 2002 overeenkomstig het koninklijk besluit van 2 december 2002, mogen dus enerzijds de begunstigden niet worden gestraft die te goeder trouw hun aanvraag voor een installatie van 2001 schriftelijk hebben ingediend na 30 november 2002 en vóór 1 september 2003 waarvoor ze zich hebben gebaseerd op de aanwijzingen van die mededeling en moet anderzijds die feitelijke toestand worden gecorrigeerd door een nieuwe evaluatie van die dossiers overeenkomstig artikel 3 van het koninklijk besluit van 14 februari 2001 betreffende de invoering van een premiestelsel om het inbouwen van een LPG-installatie in wagens te promoten;

Op de voordracht van Onze Minister van Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 6 van het koninklijk besluit van 14 februari 2001 betreffende de invoering van een premiestelsel om het inbouwen van een LPG-installatie in wagens te promoten, wordt vervangen als volgt : « De dossiers met betrekking tot de plaatsingen tussen 1 januari 2001 en 31 december 2001 alsook tussen 1 januari 2002 en 31 december 2002 mogen ingediend worden tot 31 augustus 2003. »

Art. 2.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de woorden « de Federale Diensten voor het Leefmilieu » vervangen door de woorden « het Directoraat-generaal Leefmilieu ».

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 2002.

Art. 4.Onze Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 oktober 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Leefmilieu en Minister van Pensioenen, B. TOBBACK