Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 februari 2001
gepubliceerd op 12 april 2001

Koninklijk besluit betreffende de invoering van een premiestelsel om het inbouwen van een LPG-installatie in wagens te promoten

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2001022155
pub.
12/04/2001
prom.
14/02/2001
ELI
eli/besluit/2001/02/14/2001022155/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 FEBRUARI 2001. - Koninklijk besluit betreffende de invoering van een premiestelsel om het inbouwen van een LPG-installatie in wagens te promoten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 2 januari 2001 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen, inzonderheid op artikel 14;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 december 2000;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 17 januari 2001;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat het koninklijk besluit op 1 januari 2001 in werking dient te treden in uitvoering van de wet van 2 januari 2001 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen en dat het niet aangewezen is om de bevolking veel langer in de onzekerheid te laten over de precieze modaliteiten van het subsidiestelsel;

Gelet op het advies van de Raad van State (nr. 31.215/3), gegeven op 30 januari 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat deze maatregel kadert in het federaal plan ter bestrijding van verzuring en troposferische ozon (2000-2003) en dat deze maatregel bijdraagt tot de verbetering van de algemene luchtkwaliteit en de beperking van de troposferische ozon;

Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Werkingssfeer

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de inbouw door een installateur van een nieuwe LPG-installatie in personenwagens, auto's voor dubbel gebruik en minibussen die reeds in België in het verkeer gesteld zijn.

Dit besluit is uitsluitend van toepassing op natuurlijke personen en privaatrechtelijke rechtspersonen.

Definities

Art. 2.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° « LPG » : elk product hoofdzakelijk samengesteld uit volgende koolwaterstoffen : propaan, propeen (propyleen), normaal butaan, isobutaan, isobutyleen, buteen (butyleen) en ethaan;2° « LPG-installatie » : een nieuwe LPG-installatie die voldoet aan de internationale normen;3° « installateur » : de installateur die geregistreerd is in het handelsregister en die over een BTW-nummer beschikt;4° « wagen » : personenwagens, auto's voor dubbel gebruik en minibussen die voorzien zijn van een benzinemotor en die reeds in België in het verkeer gesteld zijn;5° « personenwagen » : een voertuig als bedoeld in artikel 1, § 2, 2°, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen;6° « auto voor dubbel gebruik » : een voertuig als bedoeld in artikel 1, § 2, 3°, van hetzelfde besluit;7° « minibus » : een voertuig als bedoeld in artikel 1, § 2, 4°, van hetzelfde besluit. Indiening

Art. 3.Binnen de perken van de begrotingskredieten kan elke persoon voor een op zijn naam ingeschreven wagen een premie krijgen indien hij kan aantonen dat hij, met naleving van de voorwaarden in artikel 5 van dit besluit, een LPG-installatie heeft laten plaatsen in zijn wagen.

De premie bedraagt 508,18 EUR. Hiertoe dient hij een dossier in te dienen dat moet bestaan uit een aanvraagformulier, een origineel duplicaat van de betreffende factuur, een kopie van het schouwingsbewijs voor de LPG-installatie, een kopie van het inschrijvingsbewijs en een kopie van het gelijkvormigheidsattest van het voertuig.

Het ontbreken van een van de documenten vermeld in artikel 3,lid 2, leidt tot het weigeren van het uitbetalen van de premie. De indiener wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht.

De Minister die het Leefmilieu onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met het uitwerken van de praktische modaliteiten.

Aanvraagformulier

Art. 4.De Minister die het Leefmilieu onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met het uitwerken van het aanvraagformulier.

Periode

Art. 5.De LPG-installatie moet, overeenkomstig artikel 14, tweede lid, van de wet van 2 januari 2001 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen, worden geplaatst tijdens de periode van 1 januari 2001 tot 31 december 2002. De datum van de plaatsing moet worden vermeld in de factuur en de schouwing dient gebeurd te zijn binnen 30 dagen na de plaatsing.

Indieningstermijn

Art. 6.De dossiers met betrekking tot de plaatsingen tussen 1 januari 2001 en 31 december 2001 kunnen ingediend worden tot 31 augustus 2002.

De dossiers met betrekking tot de plaatsingen tussen 1 januari 2002 en 31 december 2002 kunnen ingediend worden tot 31 augustus 2003.

Naleving

Art. 7.De ambtenaren van de Federale Diensten voor het Leefmilieu zijn belast met de controle op de naleving van dit besluit.

De Minister die het Leefmilieu onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met het uitwerken van de organisatie van de controle.

Overgangsbepaling

Art. 8.Voor de periode van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2001 geldt in de plaats van het bedrag van « 508,18 EUR », vermeld in artikel 3, lid 1, het bedrag van « 20 500 BEF ».

Inwerkingtreding

Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001.

Art. 10.Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 februari 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET

^