gepubliceerd op 13 november 2002
Koninklijk besluit tot vaststelling van het aantal zetels dat toegekend wordt aan het Franse kiescollege en het Nederlandse kiescollege voor de verkiezing van het Europese Parlement
8 OKTOBER 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het aantal zetels dat toegekend wordt aan het Franse kiescollege en het Nederlandse kiescollege voor de verkiezing van het Europese Parlement
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Artikel 10, § 3, van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement, zoals vervangen door de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, bepaalt dat voor de verkiezingen van het Europese Parlement die volgen op die van 12 juni 1994, de verdeling van de mandaten van Europees volksvertegenwoordiger tussen de Franse en Nederlandse kiescolleges - het aantal van deze mandaten bedraagt vierentwintig, waarbij het vijfentwintigste voorbehouden wordt voor de vertegenwoordiging van het Duitstalige kiescollege dat een vertegenwoordiger kiest - bepaald wordt door de Koning in verhouding tot de bevolking. § 4, derde lid, van hetzelfde artikel preciseert dat de Koning het aantal zetels bepaalt dat aan elk van deze twee colleges toegekend moet worden binnen een termijn van zes maanden na de bekendmaking van de bevolkingscijfers « overeenkomstig artikel 49, § 3, tweede lid, van de Grondwet » (artikel 63, § 3, tweede lid, van de op 17 februari 1994 gecoördineerde Grondwet).
Het ontwerp van besluit dat ik de eer heb ter ondertekening aan Uwe Majesteit voor te leggen, strekt ertoe deze verdeling uit te voeren overeenkomstig de voormelde bepaling waardoor men zich, bij gebrek aan vaststelling door de wetgever van een andere manier van bepaling van de bevolking, moet baseren op de recentste tienjaarlijkse volkstelling, namelijk die van 1 oktober 2001 waarvan de resultaten bekendgemaakt zijn in het Belgisch Staatsblad van 28 mei 2002.
Het voormelde artikel 10 van de wet van 23 maart 1989 eist dat, om deze verdeling uit te voeren, de volgende parameters in beschouwing genomen moeten worden : - de nationale deler, die verkregen wordt door het bevolkingscijfer van het Rijk (10.296.350) min de bevolking van de gemeenten van het Duitse taalgebied (71.304) te delen door 24 : deze deler komt in dit geval op 426.044 (10.296.350 - 71.304 = 10.225.046 : 24 = 426.043,58 afgerond op 426.044); - de bevolking die onder het Franse kiescollege ressorteert : deze bevolking wordt bepaald door bij de bevolking van de Waalse kieskring (3.283.407) het deel van de bevolking van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, dat verkregen wordt door de bevolking van dit arrondissement (973.565) te vermenigvuldigen met het percentage van het aantal geldig uitgebrachte stemmen op de Franstalige lijsten ten opzichte van het totaal aantal geldig uitgebrachte stemmen bij de verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad welke het laatst heeft plaatsgehad, te voegen, voordat er tot deze verdeling overgegaan wordt (namelijk die van 13 juni 1999); - de bevolking die onder het Nederlandse kiescollege ressorteert : deze bevolking wordt bepaald door bij de bevolking van de Vlaamse kieskring (5.405.571) de bevolking van het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde (562.503) en het deel van de bevolking van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, dat verkregen wordt door de bevolking van dit arrondissement (973.565) te vermenigvuldigen met het percentage van het aantal geldig uitgebrachte stemmen op de Nederlandstalige lijsten ten opzichte van het totaal aantal geldig uitgebrachte stemmen bij de verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 13 juni 1999, te voegen.
Tijdens de verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 13 juni 1999 zijn het totaal aantal geldig uitgebrachte stemmen, het totaal aantal geldig uitgebrachte stemmen op de Franstalige lijsten en het totaal aantal geldig uitgebrachte stemmen op de Nederlandstalige lijsten respectievelijk vastgesteld op 426.741, 366.195 (F) en 60.546 (N).
Het deel van de bevolking van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad dat geacht wordt tot het Franse kiescollege te behoren, wordt derhalve als volgt bepaald : 973.565 x 366.195 x 100/426.741 = 973.565 x 85,812% = 835.436 Het deel van de bevolking van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad dat geacht wordt tot het Nederlandse kiescollege te behoren, wordt derhalve als volgt bepaald : 973.565 x 60.546 x 100/426.741 = 973.565 x 14,188% = 138.129 Overeenkomstig de voorgaande aanwijzingen : - wordt de bevolking die tot het Franse kiescollege behoort als volgt bepaald : 3.283.407 + 835.436 = 4.118.843; - wordt de bevolking die tot het Nederlandse kiescollege behoort als volgt bepaald : 5.405.571 + 562.503 + 138.129 = 6.106.203.
Overeenkomstig artikel 10, § 3, tweede lid, van de voormelde wet van 23 maart 1989 worden aan elk van de Franse en Nederlandse kiescolleges evenveel zetels toegekend als het aantal maal dat de bevolking die eronder ressorteert de nationale deler bevat, waarbij de overblijvende zetel toegekend wordt aan het college met het grootste nog niet vertegenwoordigde bevolkingsoverschot.
Het aantal zetels dat aan de Franse en de Nederlandse kiescolleges toegekend wordt, wordt derhalve als volgt bepaald : - Frans college : 4.118.843/426.044 = 9, 668 zetels; - Nederlands college : 6.106.203/426.044 = 14, 332 zetels.
Aangezien het grootste nog niet vertegenwoordigde bevolkingsoverschot tot het Franse kiescollege behoort, heeft dit kiescollege recht op 10 zetels (9 + 1), en heeft het Nederlandse kiescollege recht op 14 zetels.
Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en getrouwe dienaar, De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE
8 OKTOBER 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het aantal zetels dat toegekend wordt aan het Franse kiescollege en het Nederlandse kiescollege voor de verkiezing van het Europese Parlement ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 63, § 3, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement, inzonderheid op artikel 10, §§ 2 tot 4, vervangen door de gewone wet van 16 juli 1993;
Gelet op de uitslagen van de algemene socio-economische enquête van 1 oktober 2001, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28 mei 2002;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de verkiezing van het Europese Parlement kiezen de kiezers van het Franse kiescollege 10 vertegenwoordigers, en kiezen die van het Nederlandse kiescollege er 14.
Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 oktober 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE