Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 november 2016
gepubliceerd op 24 november 2016

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat de sociaalprofessionele re-integratie betreft

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2016205594
pub.
24/11/2016
prom.
08/11/2016
ELI
eli/besluit/2016/11/08/2016205594/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 NOVEMBER 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat de sociaalprofessionele re-integratie betreft


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikel 108;

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 100, § 1/1, ingevoegd bij de programmawet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 19/12/2014 pub. 29/12/2014 numac 2014021137 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten, artikel 100, § 2, en artikel 153, § 2, tweede lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;

Gelet op de adviezen van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering voor werknemers van de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 17 december 2014, 21 januari 2015, 9 juli 2015 en 25 mei 2016;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 juni 2016;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 25 juli 2016;

Gelet op advies nr. 60.022/2 van de Raad van State, gegeven op 19 september 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende het advies nr. 1984 van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op 7 juni 2016;

Overwegende het advies nr. 2015/10 van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap, gegeven op 20 april 2015, het advies nr. 2015/32 van dezelfde Raad, gegeven op 19 oktober 2015, en het advies nr. 2016/12 van dezelfde Raad, gegeven op 18 en 25 april 2016;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Een afdeling VIquater, luidend als volgt, wordt ingevoegd in hoofdstuk III, onder titel III van hetzelfde besluit : "Afdeling VIquater - Re-integratietraject gericht op sociaalprofessionele re-integratie

Art. 215octies.Wordt in deze afdeling verstaan onder "het koninklijk besluit van 28 mei 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/05/2003 pub. 16/06/2003 numac 2003012303 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers type koninklijk besluit prom. 28/05/2003 pub. 30/06/2003 numac 2003012391 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 juli 1994 betreffende het halftijds brugpensioen sluiten" : het koninklijk besluit van 28 mei 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/05/2003 pub. 16/06/2003 numac 2003012303 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers type koninklijk besluit prom. 28/05/2003 pub. 30/06/2003 numac 2003012391 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 juli 1994 betreffende het halftijds brugpensioen sluiten betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers.

Art. 215novies.Het re-integratietraject gericht op sociaalprofessionele re-integratie bedoeld in deze afdeling beoogt de sociaalprofessionele re-integratie te bevorderen van de gerechtigde die niet meer tewerkgesteld is of niet meer tewerkgesteld kan worden door zijn werkgever, door hem te begeleiden naar een functie bij een andere werkgever of in een andere bedrijfstak.

Art. 215decies.§ 1. Ten laatste twee maanden na de aangifte van de arbeidsongeschiktheid maakt de adviserend geneesheer, op basis van het medisch dossier van de gerechtigde, een eerste inschatting van diens restcapaciteiten op. § 2. Wanneer de gerechtigde op het ogenblik van de in de vorige paragraaf bedoelde inschatting verbonden is door een arbeidsovereenkomst, plaatst de adviserend geneesheer de gerechtigde in één van de volgende vier categorieën : 1° categorie 1 : er kan redelijkerwijze worden aangenomen dat de gerechtigde uiterlijk tegen het einde van de zesde maand van de arbeidsongeschiktheid spontaan het overeengekomen werk opnieuw kan uitoefenen;2° categorie 2 : een werkhervatting lijkt om medische redenen niet tot de mogelijkheden te behoren;3° categorie 3 : een werkhervatting is voorlopig niet aan de orde omdat de prioriteit dient uit te gaan naar de medische diagnose of de medische behandeling;4° categorie 4 : een werkhervatting lijkt mogelijk te zijn door het aanbieden van (tijdelijk of definitief) aangepast werk of ander werk. § 3. Wanneer de gerechtigde op het ogenblik van de in de eerste paragraaf bedoelde inschatting niet verbonden is door een arbeidsovereenkomst, plaatst de adviserend geneesheer de gerechtigde in één van de volgende vier categorieën : 1° categorie 1 : er kan redelijkerwijze worden aangenomen dat de gerechtigde uiterlijk tegen het einde van de zesde maand van de arbeidsongeschiktheid een beroep op de reguliere arbeidsmarkt kan opnemen;2° categorie 2 : het opnemen van een beroep op de reguliere arbeidsmarkt lijkt om medische redenen niet tot de mogelijkheden te behoren;3° categorie 3 : het opnemen van een beroep op de reguliere arbeidsmarkt is voorlopig niet aan de orde omdat de prioriteit dient uit te gaan naar de medische diagnose of de medische behandeling;4° categorie 4 : het opnemen van een beroep op de reguliere arbeidsmarkt lijkt mogelijk te zijn desgevallend na herscholing of een beroepsopleiding. § 4. De adviserend geneesheer gaat niet tot de in de eerste paragraaf bedoelde inschatting over als de gerechtigde al aan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer verzocht heeft om een re-integratietraject zoals bedoeld in afdeling 6/1 van het koninklijk besluit van 28 mei 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/05/2003 pub. 16/06/2003 numac 2003012303 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers type koninklijk besluit prom. 28/05/2003 pub. 30/06/2003 numac 2003012391 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 juli 1994 betreffende het halftijds brugpensioen sluiten op te starten.

Art. 215undecies.§ 1. In de volgende gevallen verwijst de adviserend geneesheer de gerechtigde door naar de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer met het oog op het opstarten van een re-integratietraject zoals bedoeld in afdeling 6/1 van het koninklijk besluit van 28 mei 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/05/2003 pub. 16/06/2003 numac 2003012303 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers type koninklijk besluit prom. 28/05/2003 pub. 30/06/2003 numac 2003012391 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 juli 1994 betreffende het halftijds brugpensioen sluiten : 1° de gerechtigde is, op het moment van de in artikel 215decies, § 2, bedoelde inschatting, geplaatst in categorie 1, de gerechtigde is nog altijd arbeidsongeschikt na zes maanden, de gerechtigde is nog steeds verbonden door een arbeidsovereenkomst en de adviserend geneesheer maakt, op basis van het medisch dossier van de gerechtigde, een nieuwe inschatting dat een werkhervatting mogelijk lijkt te zijn door het aanbieden van (tijdelijk of definitief) aangepast werk of ander werk;2° de gerechtigde is, op het moment van de in artikel 215decies, § 2, bedoelde inschatting, geplaatst in categorie 3, de adviserend geneesheer herbekijkt om de twee maanden de situatie van de gerechtigde, bij dergelijke herevaluatie is gebleken dat voor de gerechtigde een werkhervatting mogelijk lijkt te zijn door het aanbieden van (tijdelijk of definitief) aangepast werk of ander werk en de gerechtigde is nog steeds verbonden door een arbeidsovereenkomst;3° de gerechtigde wordt overeenkomstig artikel 215decies, § 2, in categorie 4 geplaatst. § 2. Zodra de adviserend geneesheer een kopie krijgt van het re-integratieplan overeenkomstig artikel 73/3, § 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 28 mei 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/05/2003 pub. 16/06/2003 numac 2003012303 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers type koninklijk besluit prom. 28/05/2003 pub. 30/06/2003 numac 2003012391 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 juli 1994 betreffende het halftijds brugpensioen sluiten, gaat hij na of het uitvoeren van het re-integratieplan een einde maakt aan de staat van arbeidsongeschiktheid zoals bepaald in artikel 100, § 1, van de gecoördineerde wet.

Indien het re-integratieplan bestaat uit een toegelaten arbeid bij de desbetreffende werkgever zoals bepaald in artikel 100, § 2, van de gecoördineerde wet, is de gerechtigde er niet toe gehouden om de toelating van de adviserend geneesheer aan te vragen, maar gaat de adviserend geneesheer zelf na of het re-integratieplan overeenstemt met de voorwaarden voor een toegelaten arbeid. In voorkomend geval attesteert de adviserend geneesheer de modaliteiten van zijn toelating.

De adviserend geneesheer deelt zo spoedig mogelijk zijn bevindingen met betrekking tot de staat van de arbeidsongeschiktheid in de zin van artikel 100, § 1, van de gecoördineerde wet of zijn beslissing in verband met de toegelaten arbeid in de zin van artikel 100, § 2, van de gecoördineerde wet aan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer mee.

Als de adviserend geneesheer geen reactie geeft binnen de drie weken na ontvangst van de kopie van het re-integratieplan, wordt er verondersteld dat het uitvoeren van het re-integratieplan geen einde zal maken aan de staat van arbeidsongeschiktheid zoals bepaald in artikel 100, § 1, van de gecoördineerde wet en dat de beslissing van de adviserend geneesheer in verband met de toegelaten arbeid in de zin van artikel 100, § 2, van de gecoördineerde wet positief is.

Art. 215duodecies.In de volgende gevallen start de adviserend geneesheer zelf zonder verwijl een re-integratietraject gericht op sociaalprofessionele re-integratie op : 1° de gerechtigde is, op het moment van de in artikel 215decies, § 2, bedoelde inschatting, geplaatst in categorie 1, de gerechtigde is nog altijd arbeidsongeschikt na zes maanden, de gerechtigde is niet meer verbonden door een arbeidsovereenkomst en de adviserend geneesheer maakt, op basis van het medisch dossier van de gerechtigde, een nieuwe inschatting dat het opnemen van een beroep op de reguliere arbeidsmarkt mogelijk lijkt te zijn desgevallend na herscholing of een beroepsopleiding;2° de gerechtigde is, op het moment van de in artikel 215decies, § 3, bedoelde inschatting, geplaatst in categorie 1, de gerechtigde is nog altijd arbeidsongeschikt na zes maanden en de adviserend geneesheer maakt, op basis van het medisch dossier van de gerechtigde, een nieuwe inschatting dat het opnemen van een beroep op de reguliere arbeidsmarkt mogelijk lijkt te zijn desgevallend na herscholing of een beroepsopleiding;3° de gerechtigde is, op het moment van de in artikel 215decies, § 3, bedoelde inschatting, geplaatst in categorie 3, de adviserend geneesheer herbekijkt om de twee maanden de situatie van de gerechtigde en bij dergelijke herevaluatie is gebleken dat voor de gerechtigde het opnemen van een beroep op de reguliere arbeidsmarkt mogelijk lijkt te zijn desgevallend na herscholing of een beroepsopleiding;4° de gerechtigde is overeenkomstig artikel 215decies, § 3, in categorie 4 geplaatst;5° het re-integratietraject van de werknemer die definitief ongeschikt is om het overeengekomen werk uit te voeren is beëindigd zoals bedoeld in artikel 73/5, § 1, van het koninklijk besluit van 28 mei 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/05/2003 pub. 16/06/2003 numac 2003012303 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers type koninklijk besluit prom. 28/05/2003 pub. 30/06/2003 numac 2003012391 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 juli 1994 betreffende het halftijds brugpensioen sluiten.

Art. 215terdecies.In het kader van het re-integratietraject gericht op sociaalprofessionele re-integratie roept de adviserend geneesheer de gerechtigde op voor een medisch-sociaal onderzoek.

Het medisch-sociaal onderzoek vindt plaats binnen de maand nadat de adviserend geneesheer het re-integratietraject gericht op sociaalprofessionele re-integratie heeft opgestart zoals bedoeld in artikel 215duodecies.

Het medisch-sociaal onderzoek moet de restcapaciteiten van de gerechtigde en diens mogelijkheden voor wedertewerkstelling nader bepalen.

Tijdens het medisch-sociaal onderzoek vraagt de adviserend geneesheer eveneens naar de inzichten van de gerechtigde omtrent de inhoud van het aanbod van re-integratieplan gericht op sociaalprofessionele re-integratie dat hem betreft.

De adviserend geneesheer deelt de bevindingen van het medisch-sociaal onderzoek mee aan de behandelend geneesheer van de gerechtigde.

Art. 215quaterdecies.Binnen een termijn van vier weken na het in artikel 215terdecies bedoelde medisch-sociaal onderzoek, eenmalig verlengbaar met een minimumduur van twee weken en een maximumduur van vier weken, stelt de adviserend geneesheer een aanbod van re-integratieplan gericht op sociaalprofessionele re-integratie op.

Voordat het aanbod van re-integratieplan gericht op sociaalprofessionele re-integratie wordt opgesteld, overlegt de adviserend geneesheer met de behandelend geneesheer van de gerechtigde. In voorkomend geval wordt de begeleider van de diensten en instellingen van de Gewesten en de Gemeenschappen die deelnemen aan de socioprofessionele re-integratie geraadpleegd.

Van de in het eerste lid bedoelde verplichting om een aanbod van re-integratieplan gericht op sociaalprofessionele re-integratie op te maken, kan de adviserend geneesheer alleen om gegronde medische redenen afwijken.

Art. 215quinquies-decies. De adviserend geneesheer brengt het aanbod van re-integratieplan gericht op sociaalprofessionele re-integratie zo spoedig mogelijk ter kennis van de gerechtigde. Bij die gelegenheid nodigt de adviserend geneesheer de gerechtigde schriftelijk uit voor een gesprek. Dit gesprek vindt plaats binnen de twee weken te rekenen vanaf de uitnodiging, tenzij de gerechtigde zich om een geldige reden niet kan aanbieden. In dat geval laat de gerechtigde aan de adviserend geneesheer weten op welke datum, die binnen een termijn van maximaal vier weken na de uitnodiging moet liggen, het gesprek wel kan plaatsvinden. De adviserend geneesheer stuurt dan een nieuwe schriftelijke uitnodiging naar de gerechtigde.

Tijdens de in het vorige lid bedoelde gesprek informeert de adviserend geneesheer de gerechtigde over de inhoud, de draagwijdte en de gevolgen van het re-integratieplan gericht op sociaalprofessionele re-integratie. Als de gerechtigde akkoord gaat met de inhoud van het re-integratieplan gericht op sociaalprofessionele re-integratie, wordt deze inhoud opgenomen in een overeenkomst die door de gerechtigde en de adviserend geneesheer wordt ondertekend.

Art. 215sexies-decies. De adviserend geneesheer volgt het re-integratieplan gericht op sociaalprofessionele re-integratie elke drie maanden op, tenzij de elementen van het dossier een opvolging op een latere datum rechtvaardigen.

De adviserend geneesheer verricht deze opvolging in samenwerking met de gerechtigde en, in voorkomend geval, met de begeleider van de diensten en instellingen van de Gewesten en de Gemeenschappen die deelnemen aan de sociaalprofessionele re-integratie."

Art. 2.Ten vroegste zes maanden na de inwerkingtreding van dit besluit vraagt de Minister bevoegd voor Sociale Zaken aan de sociale partners en aan de verzekeringsinstellingen om op regelmatige basis de doeltreffendheid en de effecten van dit besluit in de praktijk te evalueren.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 december 2016.

De gerechtigden beschikken over de mogelijkheid om de toepassing van artikel 1 te vragen vanaf: 1° 1 januari 2017 voor arbeidsongeschiktheden die aanvatten vanaf 1 januari 2016;2° 1 januari 2018 voor arbeidsongeschiktheden die aanvatten voor 1 januari 2016.

Art. 4.De Minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 november 2016.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE BLOCK

^