gepubliceerd op 22 juni 2016
Koninklijk besluit tot aanwijzing van de Bijzondere Evaluator
8 JUNI 2016. - Koninklijk besluit tot aanwijzing van de Bijzondere Evaluator
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de Grondwet, artikel 107, tweede lid;
Gelet op de wet van 19 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/03/2013 pub. 12/04/2013 numac 2013015084 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking sluiten betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking, de artikelen 32, 33 en 34, gewijzigd bij de artikelen 18, 19 en 20 van de wet van 9 januari 2014;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 februari 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/02/2010 pub. 15/03/2010 numac 2010015045 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit houdende de oprichting van een dienst Bijzondere Evaluatie van de Internationale Samenwerking sluiten houdende de oprichting van een dienst Bijzondere Evaluatie van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking, artikel 3, gewijzigd bij de artikelen 6 en 7 van het koninklijk besluit van 25 april 2014;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 mei 2016;
Gelet op het akkoord van de minister van begroting, gegeven op 13 mei 2016;
Overwegende dat SELOR een selectie heeft georganiseerd, dat geen kandidaten werden geklasseerd in Groep A en dat twee kandidaten als 1ste ex aequo werden geklasseerd in Groep B: Mevr. Cecilia De Decker en de heer Pierre Grega;
Overwegende dat Onze Minister van Ontwikkelingssamenwerking en Onze de Minister van Buitenlandse Zaken beide kandidaten hebben ontmoet voor een aanvullend onderhoud;
Overwegende dat beide kandidaten over een gedegen theoretische kennis en een uitgebreide beroepservaring beschikken, dat Mevr. De Decker in haar tussenkomsten meer gestructureerd en georganiseerd is dan de heer Grega, dat Mevr. De Decker beroepservaring heeft in de dienst Bijzondere Evaluatie en beter op de hoogte is van de specifieke uitdagingen waar deze dienst mee geconfronteerd wordt, dat Mevr. De Decker concrete voorstellen formuleert, daar waar de heer Grega geen concrete voorstellen formuleert, dat de heer Grega zijn tussenkomsten staaft met voorbeelden van meer algemene aard, die niet altijd verband houden met het besproken onderwerp;
Overwegende dat Mevr. De Decker in haar tussenkomsten rekening houdt met de beleidsprioriteiten van de regering inzake ontwikkelingsbeleid, dat Mevr. De Decker pleit voor afstemming van de evaluatiekalender op de politieke kalender, zonder dat dit de onafhankelijkheid van de dienst Bijzondere Evaluatie in het gedrang brengt, dat Mevr. De Decker meer vertrouwd is met het nieuwe paradigma dat is ontstaan sinds de goedkeuring van de Agenda 2030 voor Duurzame Ontwikkeling in september 2015, dat de heer Grega meer vast houdt aan een klassieke benadering van ontwikkelingssamenwerking;
Overwegende dat Mevr. De Decker veel belang hecht aan het werken in team, dat het voorstel van Mevr. De Decker om een opvolgingscomité op te richten, wijst op een bekommernis om te consulteren en ervaringen te delen, dat de heer Grega nauwelijks over het team spreekt dat hem zou omringen en zich beperkt tot de vaststelling dat de dienst gereorganiseerd moet worden ingevolge de afwezigheid van een Bijzondere Evaluator gedurende een jaar en het beperkte personeelsaantal;
Overwegende dat Mevr. De Decker aangeeft dat zij de dienst Bijzondere Evaluatie wil uitbouwen tot een lerende organisatie, waar gewerkt wordt op basis van `lessons learned' en `best practices', dat het voorstel van Mevr. De Decker om een opvolgingscomité op te richten, wijst haar bekommernis om rekening te houden met adviezen en aanbevelingen, dat de heer Grega zich beperkt tot het herhaaldelijk wijzen op zijn ruime ervaring inzake ontwikkelingssamenwerking, zonder concrete voorstellen te doen;
Op voordracht van de Minister van Ontwikkelingssamenwerking, de Minister van Buitenlandse Zaken en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Mevr. Cecilia De Decker wordt aangewezen tot Bijzonder Evaluator voor een mandaat van 6 jaar.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Dit besluit wordt aan de betrokkene meegedeeld en een kopie ervan wordt ter informatie aan het Rekenhof overgemaakt.
Art. 3.De minister bevoegd voor ontwikkelingssamenwerking en de minister bevoegd voor buitenlandse zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 juni 2016.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Ontwikkelingssamenwerking, A. DE CROO De Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS