gepubliceerd op 12 februari 2015
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 april 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende het sectoraal model jaartijd (1)
8 JANUARI 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 april 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende het sectoraal model jaartijd (sectie monteerders) (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 april 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende het sectoraal model jaartijd (sectie monteerders).
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 januari 2015.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 april 2014 Sectoraal model jaartijd (sectie monteerders) (Overeenkomst geregistreerd op 17 juni 2014 onder het nummer 121758/CO/111) HOOFDSTUK I. - Inleiding
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werklieden van de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren die onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw ressorteren.
Onder "ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren" wordt verstaan : de ondernemingen die gespecialiseerd zijn in het monteren en het demonteren, afbreken op openluchtwerven van metalen gebinden en onderdelen van bruggen, reservoirs, gashouders, zwaar ketelwerk, bestanddelen van zware machinebouw, petroleuminstallaties, alsmede in het hanteren van zware stukken en het optrekken van metalen stellingen. Deze ondernemingen werken doorgaans voor rekening van deze welke het in het vorig lid vermelde materiaal hebben vervaardigd of voor deze welke het gekocht hebben en het gebruik ervan hebben.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is eveneens van toepassing op de werkgevers en de werklieden van de ondernemingen, met uitzondering van deze die ressorteren onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, waarvan de hoofdactiviteit bestaat uit : - het verhuren van diensten en/of materieel voor het uitvoeren van allerlei hijswerken; - het uitvoeren van allerlei hijswerken.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is eveneens van toepassing op buitenlandse ondernemingen die in België montagewerken verrichten met buitenlands personeel.
Onder "werklieden" worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders verstaan. HOOFDSTUK II. - Voorwerp
Art. 2.Voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst kan in de ondernemingen met of zonder syndicale delegatie de normale arbeidsduur, vastgelegd door het arbeidsreglement, verlengd of verkort worden en vervangen door speciale uurroosters overeenkomstig de bepalingen van artikel 20bis van de arbeidswet op basis van onderstaand model.
Onderstaand model kan evenwel niet toegepast worden in ondernemingen waar reeds afspraken gemaakt werden inzake jaartijd.
De invoering van het sectoraal model volgens onderstaande procedure beperkt zich tot de arbeiders in dag- en tweeploegenstelsels. Voor de invoering van nieuwe ploegenstelsels, weekendwerk alsook flexibele uurroosters die verder gaan dan onderstaand model is een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak vereist.
Het model kan eveneens niet worden ingevoerd voor arbeiders tewerkgesteld op werven, op zaterdag en/of zondag; hiervoor is een specifieke onderhandeling noodzakelijk. HOOFDSTUK III. - Modaliteiten
Art. 3.Sectoraal model De wekelijkse arbeidsduur kan maximum 5 uren boven of beneden de normale arbeidsduur in de onderneming liggen, zonder dat dit aanleiding geeft tot de betaling van een toeslag.
De dagelijkse arbeidsduur kan maximum 1 uur boven of onder de normale arbeidsduur in de onderneming liggen, zonder dat dit aanleiding geeft tot de betaling van een toeslag.
De onderneming moet op jaarbasis de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur zoals bepaald in de onderneming geldende collectieve arbeidsovereenkomsten respecteren. De overschrijdingen worden bij voorkeur gecompenseerd door hele dagen.
Art. 4.Procedure op ondernemingsvlak Indien de onderneming bovenstaand sectoraal model van jaartijd wenst toe te passen, wordt het arbeidsreglement met de bepalingen inzake de jaartijd automatisch aangepast.
Deze aanpassing geldt tot uiterlijk 31 december 2014.
Als dit sectoraal model niet verlengd wordt op sector- of ondernemingsvlak, dan worden vanaf 1 januari 2015 automatisch de aangepaste bepalingen inzake jaartijd uit het arbeidsreglement geschrapt.
De aangepaste bepalingen inzake jaartijd worden eveneens uit het arbeidsreglement geschrapt bij herstructurering of wanneer de onderneming overgaat tot meervoudig ontslag, zoals bepaald in artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 april 2014 omtrent de werkzekerheidsclausule en de overlegprocedure ingeval van meervoudig ontslag, tenzij anders wordt overeengekomen.
De onderneming die wenst gebruik te maken van dit sectoraal model dient voorafgaandelijk de syndicale delegatie, of bij ontstentenis de arbeiders, de nodige informatie en motivatie te geven.
Zonder dat het principe van de invoering van het sectoraal model in vraag wordt gesteld, worden voorafgaandelijk aan de invoering concrete omkaderingsmaatregelen uitgewerkt. Deze betreffen onder meer de concrete uurroosters, de referteperiode voor de berekening van de gemiddelde arbeidstijd, de verwittigingstijd,... Tot de concrete omkaderingsmaatregelen behoren eveneens het aantal interimarissen en het aantal contracten van bepaalde duur.
Art. 5.Bijkomende voorwaarden Het koninklijk besluit "Kleine Flexibiliteit" is niet van toepassing op de arbeiders waarvoor het sectoraal model "jaartijd" ingevoerd werd.
De ondernemingen die het sectoraal model "jaartijd" invoeren, moeten, indien zij beroep doen op uitzendkrachten omwille van buitengewone vermeerdering van werk, deze contracten beperken tot maximaal 3 maanden. Indien beroep gedaan wordt op arbeiders met contracten van bepaalde duur dienen deze een minimum duurtijd te hebben van 6 maanden.
Art. 6.Evaluatie Op het einde van het jaar 2014 wordt op nationaal vlak het verloop van de besprekingen op ondernemingsvlak geëvalueerd ter uitvoering van de bepalingen van dit punt. HOOFDSTUK IV. - Duurtijd en opzegging
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur, gaande van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari 2015.
De Minister van Werk, K. PEETERS