gepubliceerd op 31 januari 2007
Koninklijk besluit houdende toekenning van een toelage aan het Belgisch Centrum voor Evidence Based Medicine
8 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit houdende toekenning van een toelage aan het Belgisch Centrum voor Evidence Based Medicine
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 55 tot 58;
Gelet op de wet van 20 december 2005 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2006, inzonderheid op begroting 25, afdeling 52, artikel 41.33.38.80;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole, inzonderheid op artikel 14, 2°;
Gelet op het gunstig advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 30 november 2006;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Een toelage van veertigduizend euro ( euro 40.000), aan te rekenen op artikel 41.33.38.80, afdeling 52, van de begroting van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, begrotingsjaar 2006, wordt toegekend als tussenkomst van de Staat in de werkings- en personeelskosten van het Belgisch Centrum voor Evidence Based Medicine, Kapucijnenvoer 33, Blok J, 3000 Leuven, hierna het « CEBAM » genoemd.
Dit bedrag wordt gestort op de rekening van de Katholieke Universiteit Leuven, nr. 424-0000011-57, met referentie « EBM-Aertgeerts-VIOLIN ».
Art. 2.Deze toelage is bedoeld om het CEBAM van 1 november 2006 tot 31 oktober 2007 te ondersteunen bij de uitvoering van de volgende activiteiten in het kader van het federale plan tegen intrafamiliaal geweld : 1° Het superviseren en sturen van de werkzaamheden van de door Ons aangeduide wetenschappelijke verenigingen voor huisartsen, teneinde huisartsen wetenschappelijk te ondersteunen in het kader van de uitvoering van het nationale plan ter bestrijding van intrafamiliaal geweld door het opstellen van aanbevelingen betreffende de opsporing, de analyse en het op zich nemen van het probleem inzake het intrafamiliaal geweld;2° Het sturen en leiden van het actief overleg tussen de wetenschappelijke verenigingen voor huisartsen bedoeld in punt 1°;3° De evaluatie van en het toezicht op de risico's verbonden aan de realisatie van het project bedoeld in punt 1°;4° De voorbereiding van en deelname aan het begeleidingscomité, samengesteld bij het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, teneinde de werkzaamheden van de organisaties bedoeld in punt 1° te evalueren;5° De deelname, ter ondersteuning van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, aan de opvolgingsvergaderingen gecoördineerd door het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. Het CEBAM zal voor de realisatie van deze opdrachten tweetalig personeel (Frans en Nederlands) aanstellen, die beschikt over relevante ervaring inzake overleg en projectbeheer.
Art. 3.De verwachte prestaties van het CEBAM kunnen als volgt worden opgedeeld : - Opvolgen en sturen van de werkzaamheden van de wetenschappelijke verenigingen voor huisartsen : ongeveer 120 uur; - Sturen en leiden van het actief overleg tussen de wetenschappelijke verenigingen voor huisartsen : ongeveer 48 uur; - Evaluatie van en toezicht op de risico's verbonden aan de realisatie van het project bedoeld in artikel 2, 1° : ongeveer 48 uur; - Voorbereiding van en deelname aan het begeleidingscomité : ongeveer 48 uur; - Deelname, ter ondersteuning van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, aan de opvolgingsvergaderingen : ongeveer 48 uur; - Ongeveer 40 uur voorbereiding en ongeveer 16 uur om een nota op te stellen omtrent de toekomstperspectieven; - Terugkoppelingsactiviteiten : ongeveer 48 uur.
Dit komt overeen met een activiteit van ongeveer 400 uur in totaal.
Art. 4.§ 1. In de maand die volgt op de publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad zal de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu de methodologie uitwerken die het CEBAM moet aanwenden om zijn opdrachten uit te voeren. In de maand die daarop volgt, zal het CEBAM, in samenwerking met de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, een projectplan opstellen voor de realisatie van de opdrachten bedoeld in artikel 2, dat zal moeten worden goedgekeurd door het begeleidingscomité bedoeld in artikel 2, 4°.
Dat projectplan zal minstens bestaan uit de beschrijving van het proces van de kwaliteitscontrole die door het CEBAM moet uitgevoerd worden en zal de goedkeurings- en consensusprocessen in detail beschrijven. Op elke vergadering van het begeleidingscomité zal worden verwezen naar dat projectplan. § 2. De Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu zal lokalen ter beschikking stellen van het CEBAM voor de realisatie van de opdrachten. § 3. Teneinde de operationele coördinatie van de opdrachten bedoeld in artikel 2 uit te voeren, zal het CEBAM-personeel, ingezet voor de uitvoering van die opdrachten, ten minste om de twee weken een vergadering houden met de ambtenaren aangesteld binnen de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu als lid van het begeleidingscomité bedoeld in artikel 2, 4°. § 4. In het kader van de opdrachten bedoeld in artikel 2 zal het CEBAM, binnen de termijnen bedoeld in artikel 5, twee tussentijdse activiteitenverslagen alsook een definitief activiteitenverslag indienen. Het begeleidingscomité bedoeld in artikel 2, 4°, zal door Ons belast worden met de evaluatie en, indien nodig, de goedkeuring ervan.
Art. 5.Een voorschot dat overeenkomt met 40% van de bedragen vermeld in artikel 1 wordt gestort zodra dit besluit gepubliceerd is zodat het CEBAM zijn verplichtingen ten opzichte van het ingezette personeel kan nakomen.
Het saldo van de toegekende toelage zal in gelijke schijven worden uitbetaald : 1° na indiening bij het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer (bureau 2E16) van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, tegen uiterlijk 31 maart 2007, van een tussentijds activiteitenverslag bedoeld in artikel 4, § 4, en na de goedkeuring van dit verslag;2° na indiening bij het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer (bureau 2E16) van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, tegen uiterlijk 30 juni 2007, van een tussentijds activiteitenverslag bedoeld in artikel 4, § 4, en na goedkeuring van dit verslag;3° na indiening bij het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer (bureau 2E16) van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, tegen uiterlijk 30 oktober 2007, van een definitief activiteitenverslag bedoeld in artikel 4, § 4, van de rekening van inkomsten en uitgaven voor de door deze subsidie beoogde periode, van de schuldvordering en van de bewijsstukken die betrekking hebben op de totale subsidie, en na goedkeuring van dit finaal activiteitenverslag; In het geval op het einde de aangetoonde uitgaven lager zijn dan de toegekende toelage, zullen deze bedragen ofwel worden terugbetaald aan de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu ofwel worden afgetrokken van een eventuele volgende toelage in het kader van de voortzetting van het project.
Art. 6.Zullen enkel in aanmerking worden genomen : de personeels- en werkingskosten zoals vergoedingen, lonen, wedden, sociale lasten, kleine bureaukosten en kosten van dienstverlening.
In het geval de werktijd van bepaalde personeelsleden verdeeld zou zijn tussen verschillende beroepsactiviteiten, meer bepaald het onderwijs, het onderzoek en de geneeskundepraktijk, zal slechts dat gedeelte (in tienden berekend) van hun wedden in aanmerking komen dat overeenkomt met de tijd besteed aan de werkzaamheid gesubsidieerd krachtens onderhavig besluit. De overlegging van een op erewoord ondertekend prestatieformulier waarvan het model door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu wordt bezorgd, zal dienen als verantwoording.
Voor elk tewerkgesteld personeelslid, gesubsidieerd door deze toelage, zal een loonfiche bezorgd worden.
De kosten van dienstverlening moeten worden aangetoond door middel van een factuur en de voorlegging van een kostenraming, een offerte, een bestelbon of een voorafgaand contract.
De investeringskosten zullen niet terugbetaald worden.
De kosten voor de terugbetaling van een lening zullen niet in aanmerking worden genomen.
Art. 7.Alle geproduceerde documenten en resultaten worden bezorgd aan de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu in elektronisch formaat (CD-ROM), vergezeld van een gedrukte versie.
Art. 8.Alle documenten en resultaten, geproduceerd door het CEBAM in het kader van onderhavige subsidie, zijn eigendom van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
Het CEBAM zal erop toezien dat elk geproduceerd verslag, aanbeveling of document, geheel of gedeeltelijk gebruikmakend van de onderhavige subsidies, duidelijke aanwijzingen omvat die aantonen dat de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, indien van toepassing, eigenaar of partner in de werkzaamheden is.
Het CEBAM kan gebruik maken van de documenten en de resultaten die het in het kader van deze toelage zal geproduceerd hebben voorzover dit gebruik geen winstoogmerk beoogt en na schriftelijke goedkeuring van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
Deze gebruiksrechten kunnen op ieder ogenblik door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu worden ingetrokken.
Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2006.
Art. 10.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 december 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE