gepubliceerd op 28 augustus 1997
Koninklijk besluit tot wijziging van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen in uitvoering van artikel 3, § 1, 4° van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie
8 AUGUSTUS 1997. Koninklijk besluit tot wijziging van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen in uitvoering van artikel 3, § 1, 4° van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Deze maatregelen strekken ertoe toelating te verlenen aan de ziekenhuisapotheker om onder bepaalde voorwaarden geneesmiddelen af te leveren aan de personen die gehuisvest zijn in rusthuizen voor bejaarden, in rust- en verzorgingstehuizen, in psychiatrische verzorgingstehuizen en in beschutte woningen.
Die mogelijkheid die aan de ziekenhuisapotheker wordt geboden, verhindert echter niet dat de apothekers met een voor het publiek opengestelde apotheek, deze verder mogen afleveren aan die instellingen.
Hierdoor wordt de mogelijkheid gecreëerd om deze instellingen te voorzien van geneesmiddelen die goedkoper zijn voor het RIZIV. De geneesmiddelen afgeleverd door ziekenhuis-apothekers worden immers onderworpen aan winstmarges die lager liggen dan deze voorzien voor de geneesmiddelen afgeleverd door apothekers met een voor het publiek opengestelde apotheek.
Wij hebben de eer U te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY 8 AUGUSTUS 1997. Koninklijk besluit tot wijziging van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen in uitvoering van artikel 3, 1, 4° van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, inzonderheid art. 3, 1, 4°;
Gelet op de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, inzonderheid op artikel 6, gewijzigd bij de wet van 21 juni 1983;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 juli 1997;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door de omstandigheid dat de uitgaven van het RIZIV moeten worden in evenwicht gebracht voor de werking van de sociale zekerheid, meer bepaald de ziekteverzekering en dat de voorgestelde maatregel bij dit ontwerp besparingen beogen ten gunste van de staatsbegroting;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 17 juli 1997, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Begroting en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Aan artikel 6 van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, gewijzigd bij de wet van 21 juni 1983, waarvan de bestaande tekst 1 zal vormen, wordt een 2 toegevoegd, luidend als volgt : « De ziekenhuisapotheker mag, tegelijk met de andere officina-apothekers, op doktersvoorschrift, binnen de perken van het therapeutisch formularium, bepaald door de Koning, geneesmiddelen afleveren aan de personen die gehuisvest zijn in rusthuizen voor bejaarden, in rust- en verzorgingstehuizen, in psychiatrische verzorgingstehuizen en in beschutte woningen. »
Art. 2.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 8 augustus 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA