Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 augustus 1997
gepubliceerd op 30 augustus 1997

Koninklijk besluit betreffende de kwalificatie van de veebeslagen inzake de bestrijding van infectieuse boviene rhinotracheïtis

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
1997016224
pub.
30/08/1997
prom.
08/08/1997
ELI
eli/besluit/1997/08/08/1997016224/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 AUGUSTUS 1997. Koninklijk besluit betreffende de kwalificatie van de veebeslagen inzake de bestrijding van infectieuse boviene rhinotracheïtis


Albert II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990, 20 juli 1991, 6 augustus 1993, 21 december 1994 en 20 december 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 december 1990 betreffende de identificatie van runderen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 maart 1992, 14 oktober 1993, 14 september 1994 en 6 februari 1996;

Gelet op het advies van de Raad van het Fonds voor de gezondheid en de productie van de dieren, gegeven op 8 juli 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het instellen van een bestrijdingsplan tegen de infectieuse boviene rhinotracheïtis het dringend noodzakelijk maakt dat er voor de bij deze bestrijding betrokken veebeslagen voorwaarden voor kwalificatie en behoud van deze kwalificatie bepaald worden;

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° I.B.R. : afkorting van de infectieuse boviene rhinotracheïtis; 2° veebeslag : het geheel van een aantal runderen gehouden in een geografische entiteit, dat een duidelijk omschreven eenheid vormt op basis van epidemiologische banden vastgesteld door de inspecteur-dierenarts.Aan het veebeslag mag slechts één I.B.R.-statuut worden toegekend. De localisatie van het veebeslag wordt vastgesteld aan de hand van het adres en de coördinaten van de geografische entiteit; 3° veebeslag met het sanitair satuut I4 : elk veebeslag dat geen enkel rund bevat dat een seropositieve reactie vertoont tegen één van de eiwitantigenen van het I.B.R.-virus; 4° veebeslag met het sanitair statuut I3 : elk veebeslag dat runderen bevat die een seropositieve reactie vertonen tegen eiwitten van het I.B.R.-virus, andere dan het gE eiwit; 5° veebeslag met het sanitair statuut I2 : elk veebeslag dat maximaal 10 % runderen bevat die een seropositieve reactie vertonen tegen het gE eiwit van het I.B.R.-virus en waarvan geen enkel rund een seropositive reactie vertoont tegen eiwitten van het I.B.R.-virus, andere dan het gE eiwit; 6° veebeslag met het sanitair statuut I1 : elk veebeslag dat meer dan 10 % runderen bevat die een seropositieve reactie vertonen tegen het gE eiwit van het I.B.R.-virus; 7° veebeslag met het sanitair statuut I0 : elk veebeslag dat aan geen enkel van de onder punten 3°, 4°, 5° en 6° genoemde criteria beantwoordt of waarvan het serologisch statuut voor I.B.R. niet gekend is; 8° geografische entiteit : elk gebouw of gebouwencomplex dat een eenheid vormt, met inbegrip van de erbij horende terreinen, waar runderen worden gehouden of die daarvoor bestemd zijn;9° verantwoordelijke : de eigenaar of de houder die gewoonlijk het onmiddellijk beheer van en het toezicht op de runderen uitoefent;10° bedrijfsdierenarts : de aangenomen dierenarts die door de verantwoordelijke is aangewezen om in de geografische entiteit de reglementaire controles en profylactische ingrepen op de runderen van het veebeslag uit te voeren;11° Dienst : de Veterinaire Diensten van het Ministerie van Middenstand en Landbouw;12° inspecteur-dierenarts : de inspecteur-dierenarts van de Inspectie-Generaal Veterinaire Diensten van het Ministerie van Middenstand en Landbouw verantwoordelijk voor het betrokken veebeslag;13° Minister : de Minister die de landbouw onder zijn bevoegdheid heeft.

Art. 2.De kwalificatie kan, op vrijwillige basis, door de Dienst toegekend worden aan de veebeslagen I4, I3, I2 en I1. De verantwoordelijken dienen daartoe een aanvraag in te dienen.

Art. 3.Voorwaarden voor het behalen van de kwalificatie : - I4, I3, I2 : op basis van de resultaten van een serologische balans van alle runderen die tot het veebeslag behoren; - I1 : op basis van de vaccinatiegegevens van alle runderen die tot het veebeslag behoren.

Art. 4.Voorwaarden voor het behoud van de kwalificatie : - I4, I3, I2 : op basis van de resultaten van serologische balansen met een tussentijd van zes maanden, van alle runderen die tot het veebeslag behoren; - I1 : op basis van de vaccinatiegegevens van alle runderen die tot het veebeslag behoren.

Art. 5.Het kwalificatieniveau en de vaccinatiegegevens kunnen worden overgenomen op het identificatiedocument bedoeld in artikel 16 van het koninklijk besluit van 19 december 1990 betreffende de identificatie van runderen.

De Minister bepaalt de bijzondere voorwaarden voor het overnemen op het identificatiedocument.

Art. 6.Met het oog op het behoud van de kwalificatie van zijn veebeslag zorgt de verantwoordelijke ervoor dat hij in zijn veebeslag enkel runderen inbrengt uit een veebeslag met een kwalificatieniveau dat gelijk is aan of hoger is dan het kwalificatieniveau van zijn veebeslag.

Art. 7.Voor vaccinatie tegen I.B.R. zijn enkel gE-negatieve vaccins toegestaan.

Art. 8.Enkel de bedrijfsdierenarts is bevoegd voor de uitvoering van de vaccinatie en voor het opmaken van de serologische balans met het oog op de kwalificatie.

Art. 9.Enkel de resultaten van de testen uitgevoerd in de laboratoria die voorkomen in de lijst die als bijlage bij dit besluit is gevoegd komen in aanmerking voor de toepassing van de bepalingen van dit besluit.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 11.In afwijking van de bepalingen in artikel 7, mag gedurende een overgangsperiode van vier maanden na de datum van het in werking treden van dit besluit, gE positief vaccin gebruikt worden voor de enting van mestrunderen.

Art. 12.Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 8 augustus 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN Bijlage bij het koninklijk besluit betreffende de kwalificatie van de veebeslagen inzake de bestrijding van infectieuse boviene rhinotracheïtis Lijst van de laboratoria 1. Diagnose- en referentielaboratorium : 1.1 Het Nationaal Instituut voor Diergeneeskundig Onderzoek, Groeselenberg 99, 1180 Ukkel. 2. Diagnoselaboratoria : 2.1 Het laboratorium van het « Provinciaal Verbond voor dierenziektenbestrijding in West-Vlaanderen v.z.w. », Industrielaan 15, 8820 Torhout. 2.2 Het laboratorium van het « Provinciaal Verbond voor dierenziektenbestrijding in Oost-Vlaanderen v.z.w. », Drongenstationsstraat 71, 9031 Drongen. 2.3 Het laboratorium van het « Provinciaal Verbond voor dierenziektenbestrijding in Antwerpen v.z.w. », Hagenbroeksesteenweg 167, 2500 Lier. 2.4 Het laboratorium van het « Verbond voor dierenziektenbestrijding van Limburg v.z.w. », Wetserstraat 14, 3570 Alken. 2.5 Het laboratorium van « La Fédération de lutte contre les maladies du bétail de la province de Liège a.s.b.l. », avenue Alfred Deponthière 40, 4431 Loncin. 2.6 Het laboratorium van « La Fédération de lutte contre les maladies du bétail du Hainaut a.s.b.l. », drève du Prophète 2, 7000 Mons. 2.7 Het laboratorium van « La Fédération de lutte contre les maladies du bétail « La Namuroise a.s.b.l. », chaussée de Marche 604, 5101 Erpent. 2.8 Het laboratorium van « La Fédération de lutte contre les maladies du bétail de la province de Luxembourg a.s.b.l. », rue du Carmel 2, 6900 Waha.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 8 augustus 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN

^