gepubliceerd op 07 november 1997
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 december 1992 tot uitvoering van de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1989 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen
8 AUGUSTUS 1997. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 december 1992 tot uitvoering van de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1989 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 11 juli 1961 betreffende de waarborgen welke de machines, de onderdelen van machines, het materieel, de werktuigen, de toestellen, de recipiënten en de beschermingsmiddelen inzake veiligheid en gezondheid moeten bieden, inzonderheid op artikel 1, § 1, vervangen door de wet van 7 juli 1994;
Gelet op de Richtlijn 89/686/EEG van 21 december 1989 van de Raad van de Europese Gemeenschappen inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen, gewijzigd bij de Richtlijnen 93/68/EEG van 22 juli 1993, 93/95/EEG van 29 oktober 1993 en 96/58/EEG van 3 september 1996;
Gelet op het koninklijk besluit van 31 december 1992 tot uitvoering van de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1989 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 mei 1995;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de richtlijn vermeld in de aanhef in Belgisch recht diende omgezet te zijn ten laatste op 1 januari 1997; dat het dringend noodzakelijk is zonder uitstel de nodige maatregelen te nemen om te vermijden dat de aansprakelijkheid van de Belgische Staat zou in het gedrang komen;
Op de voordracht van Onze Minister van Economie en van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In de bijlage I, punt 2.8.- Beschermingsmiddelen bestemd voor werkzaamheden in zeer gevaarlijke omstandigheden-, van het koninklijk besluit van 31 december 1992 tot uitvoering van de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1989 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen worden de woorden "als bedoeld in artikel 8, § 1", vervangen door de woorden "als bedoeld in artikel 12, § 1".
Art. 2.In de bijlage IV van hetzelfde besluit, vervangen door het koninklijk besluit van 5 mei 1995, worden de woorden : « Aanvullende opschriften : - De laatste twee cijfers van het jaar waarin de CE-markering is aangebracht; dit opschrift is niet vereist voor de in artikel 8, § 2 bedoelde beschermingsmiddelen. » geschrapt.
Art. 3.De bepalingen van artikel 1 van dit besluit hebben uitwerking met ingang van 1 juli 1992.
Art. 4.De bepalingen van artikel 2 van dit besluit hebben uitwerking met ingang van op 1 januari 1997.
Art. 5.Onze Minister van Economie en Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 8 augustus 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, E. DI RUPO De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld