Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 april 2003
gepubliceerd op 15 mei 2003

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 februari 1998 houdende uitvoeringsmaatregelen inzake de sociale identiteitskaart

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2003022505
pub.
15/05/2003
prom.
08/04/2003
ELI
eli/besluit/2003/04/08/2003022505/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 februari 1998 houdende uitvoeringsmaatregelen inzake de sociale identiteitskaart


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 december 1996 houdende maatregelen met het oog op de invoering van een sociale identiteitskaart ten behoeve van alle sociaal verzekerden, met toepassing van de artikelen 38, 40, 41 en 49 van de wet van 26 juli 1996 houdende de modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de wettelijke pensioenstelsels bekrachtigd bij de wet van 26 juni 1997, inzonderheid op artikelen 5, gewijzigd door de wet van 12 augustus 2000 en 5bis, gewijzigd bij de wet van 25 januari 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 februari 1998 houdende uitvoeringsmaatregelen inzake de sociale identiteitskaart, inzonderheid op de artikelen 5, 12, 15, 16 en 41;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid uitgebracht op 25 maart 2003;

Gelet op het advies van het Comité van de Dienst voor administratieve controle van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 25 maart 2003 en op het advies van het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeits-verzekering uitgebracht op 31 maart 2003;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 maart 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 3 april 2003;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat dit besluit uitwerking heeft met ingang van 1 mei 2003; dat de kaarten die vanaf die datum worden uitgegeven in overeenstemming moeten zijn met de nieuwe bepalingen; dat de verschillende actoren zo snel mogelijk op de hoogte moeten worden gebracht van de nieuwe « karakteristieken » van de sociale identiteitskaart; dat het derhalve belangrijk is dat dit besluit onverwijld wordt genomen en bekendgemaakt;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 5 van het koninklijk besluit van 22 februari 1998 houdende uitvoeringsmaatregelen inzake de socialeidentiteitskaart wordt vervangen als volgt: «

Art. 5.De socialeidentiteitskaart heeft een geldigheidsduur van tien jaar. »

Art. 2.Artikel 12, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: «

Art. 12.De eerste uitreiking van de socialeidentiteitskaart en de uitreiking van de vernieuwde kaart, inclusief de kaart waarvan de geldigheidsduur verstrijkt, kosten niets aan de sociaal verzekerde. »

Art. 3.Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 15.De socialeidentiteitskaart mag niet meer worden gebruikt na het jaar waarin de geldigheidsduur ervan verstrijkt. »

Art. 4.Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 16.De socialeidentiteitskaart moet worden vernietigd of door de sociaal verzekerde worden terugbezorgd aan de verzekeringsinstelling waartoe hij krachtens de artikelen 7 tot 10 behoort, zodra ze vervangen of vernieuwd is, en door diens erfgenamen in geval van overlijden van de sociaal verzekerde.

De beroepskaart inzake geneeskundige verzorging moet in geval van overlijden van de zorgverlener door diens erfgenamen aan het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering worden terugbezorgd. »

Art. 5.Artikel 41 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 41.Het centraal register van de socialeidentiteitskaarten mag worden geraadpleegd door de personen die gemachtigd zijn om de socialeidentiteitskaarten te gebruiken ten einde de geldigheid ervan te controleren, nadat zij hiervoor de toestemming hebben gekregen van het Toezichtscomité bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. »

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2003; de kaarten die vóór deze datum zijn uitgegeven, blijven evenwel geldig totdat de geldigheidsduur ervan verstrijkt.

Art. 7.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 april 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE

^