8 APRIL 2003. - Koninklijk besluit houdende benoeming van een lid van de Raad voor Mededinging

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 augustus 1991 tot bescherming van de economische mededinging, gecoördineerd op 1 juli 1999, inzonderheid op de artikelen 16 en 17;

Gelet op de oproep tot kandidaten gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 12 september 2002;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 februari 2003;

Overwegende dat de Raad voor de Mededinging een gerechtelijke administratie is;

Overwegende dat er op dit moment een plaats vrij is omwille van het overlijden van een lid van de Raad voor de Mededinging;

Overwegende op grond van het artikel 17, § 1, 2, van de voornoemde wet, dat de Raad voor de mededinging tevens poet bestaan uit acht leden aangewezen door de magistraten van de gerechtelijke orde, de advocaten sinds meer dan tien jaar ingeschreven of personen belast met het onderrichten van de rechtswetenschap in een Belgische universiteit of verblijvend in de Europese Unie; bovendien wordt bepaald dat ten minste vier van de personen magistraten van de gerechtelijke orde zouden zijn;

Overwegende dat zeven personen zich kandidaat hebben gesteld voor het ambt van lid van de Raad voor de Mededinging;

Overwegende dat tussen die kandidaatstellingen die van Mevr. Anne Junion;

Overwegende dat Mevr. Anne Junion advocate is en sinds meer dan 10 jaar ingeschreven aan de balie van Brussel;

Dat ze een belangrijke ervaring gericht op het handelsrecht en op het mededingingsrecht in het bijzonder aantoont;

Overwegende dat ze derhalve de vereiste kwaliteiten heeft om benoemd te worden in de hoedanigheid van lid van de Raad voor de Mededinging;

Op voordracht van Onze Minister van Economie en op advies van Onze Ministers, na overleg in de Ministerraad, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Overeenkomstig artikel 17, § 1, 2, van de voornoemde wet, wordt Mevr. Anne Junion benoemd tot lid van de Raad voor de mededinging.

Art. 2.De benoeming, gedaan krachtens dit besluit, is geldig voor een duur van zes jaar.

Art. 3.Onze Minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 april 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, Ch. PICQUE