gepubliceerd op 02 oktober 2003
Koninklijk besluit tot toekenning van de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie aan ambtenaren en agenten van het Bestuur dat voor het spoorvervoer bevoegd is
7 SEPTEMBER 2003. - Koninklijk besluit tot toekenning van de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie aan ambtenaren en agenten van het Bestuur dat voor het spoorvervoer bevoegd is
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de programmawet van 2 augustus 2002, inzonderheid op artikel 181;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 maart 2003 betreffende de voorwaarden voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur, inzonderheid op artikel 97;
Overwegende dat het bovenvermeld koninklijk besluit van 12 maart 2003 toegang geeft tot het spoorwegnet aan spoorwegondernemingen en internationale samenwerkingsverbanden, en dat moet toegezien worden op de juiste toepassing van de erop betrekking hebbende bepalingen, inzonderheid voor wat de veiligheid van de spoorweguitbating betreft;
Overwegende dat het bovenvermeld koninklijk besluit van 12 maart 2003 aan diverse tussenkomende partijen, opdrachten, rechten en plichten heeft toegekend, inzonderheid op het vlak van veiligheidsvoorschriften inzake de spoorweginfrastructuur, op het vlak van de toegang tot en doorvoer over de spoorweginfrastructuur, op het vlak van de afgifte, de hernieuwing, de intrekking of de schorsing van de vergunning van spoorwegondernemingen en op het vlak van het veiligheidsattest;
Overwegende dat de in artikel 1 genoemde ambtenaren en agenten van het Bestuur dat voor het spoorvervoer bevoegd is, belast zijn met het toezicht op de naleving van de voorschriften van bovenvermeld koninklijk besluit van 12 maart 2003 en van zijn uitvoeringsbesluiten;
Overwegende dat de in artikel 1 genoemde ambtenaren en agenten van het Bestuur dat voor het spoorvervoer bevoegd is in hun werkzaamheden geconfronteerd kunnen worden met inbreuken op de voorschriften van bovenvermeld koninklijk besluit van 12 maart 2003 en van zijn uitvoeringsbesluiten waartegen onverwijld moet kunnen worden opgetreden;
Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie wordt toegekend aan : Mevr. Bailleux, Caroline, ingenieur scheikunde-veiligheidsadviseur;
De heer Bulon, Eric, adjunct-adviseur;
De heer Buytaert, André, inspecteur van de beweging;
De heer De Brauwere, Marc, eerste industrieel ingenieur;
Mevr. De Feyter, Béatrice, adviseur;
De heer Demeulenaere, Guido, technisch sectorchef;
De heer Depoortere, Johan, technisch sectorchef;
De heer De Smedt, Hugo, inspecteur van de beweging wn.;
De heer Devillers, Louis, adviseur-generaal;
De heer De Vos, Michel, adjunct-adviseur;
De heer Feihle, Claude, eerste industrieel ingenieur;
De heer Fourneau, Gilbert, industrieel ingenieur;
De heer Frederix, Guy, adjunct-adviseur;
De heer Gaspar, Louis, industrieel ingenieur;
De heer Lambermont, Michel, adjunct eerste industrieel ingenieur;
De heer Lambert, Bernard, eerste inspecteur;
De heer Le Van Nhuong, Benoît, ingenieur;
De heer Maillard, Henri, adviseur;
Mevr. Montulet, Viviane, adviseur-generaal;
Mevr. Page, Laurence, rechtskundig adviseur;
De heer Peeters, Joannes, ingenieur;
De heer Pierre, Yvan, adjunct-adviseur;
De heer Quarmeau, Philippe, adjunct-adviseur;
De heer Raxhon, Jean, onderbureauchef;
De heer Schouteten, Patrick, ingenieur-directeur;
De heer Stienon, Jean-Marc, adjunct-adviseur;
De heer Symons, Gunther, adjunct-veiligheidschef;
De heer Van Der Cammen, Hugo, bestuurschef;
De heer Van Deyck, Marc, ingenieur.
Art. 2.De in artikel 1 genoemde ambtenaren en agenten zijn belast met het vaststellen van de inbreuken op de voorschriften van het koninklijk besluit van 12 maart 2003 betreffende de voorwaarden voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur en van zijn uitvoeringsbesluiten.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4.Onze Minister van Mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 september 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, B. ANCIAUX