gepubliceerd op 29 oktober 2018
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 2017, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende de werkkledij
7 OKTOBER 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 2017, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende de werkkledij (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 2017, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende de werkkledij.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 oktober 2018.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 2017 Werkkledij (Overeenkomst geregistreerd op 6 juli 2018 onder het nummer 146624/CO/145) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Art. 3.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf. § 2. Met "werknemers" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld.
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in toepassing van artikel 6 van het koninklijk besluit van 6 juli 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 06/07/2004 pub. 03/08/2004 numac 2004202002 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende de werkkledij sluiten betreffende de werkkledij.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitsluitend betrekking op de werkkledij : dit is kledij die moet voorkomen dat de werknemer zich vuil maakt. In deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt niet bepaald welk soort werkkledij in voorkomend geval moet voorzien worden. Deze vragen dienen op ondernemingsvlak beoordeeld te worden rekening houdende met het concreet door de werknemers uit te voeren werk en dit in overleg met de externe dienst voor preventie en bescherming.
Werkkledij moet onderscheiden worden van beschermingskledij of persoonlijke beschermingsmiddelen. Persoonlijke beschermingsmiddelen zijn bedoeld om de werknemers te beschermen tegen bepaalde risico's wat hun veiligheid of gezondheid betreft. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de persoonlijke beschermingsmiddelen (beschermingskledij) die te allen tijde door de werkgever ter beschikking gesteld en onderhouden moeten worden. HOOFDSTUK II. - Vergoeding voor werkkledij
Art. 5.De werkgever kan in een onderling schriftelijk akkoord met de werknemers, en dit na een risicoanalyse zoals bedoeld in artikel 7 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, op ondernemingsvlak afspreken dat de werknemers zelf instaan voor het onderhoud van hun werkkledij.
De werknemers die zelf instaan voor dit onderhoud, hebben recht op een wekelijkse vergoeding ten laste van de werkgever. Behoudens andersluidende, schriftelijke en voorafgaande afspraak op ondernemingsvlak, wordt deze vergoeding geacht alle kosten te dekken verbonden aan het onderhoud van de werkkledij.
Voor zover als nodig wordt aangehaald dat het niet mogelijk is op ondernemingsvlak een akkoord af te sluiten dat zou inhouden dat de werknemers ook zelf zouden instaan voor het aankopen van werkkledij.
Deze dient in alle omstandigheden door de werkgever zelf te worden aangekocht en dit om redenen van uniformiteit en kwaliteitsvereisten.
Zoals aangehaald in artikel 2 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, kan er op ondernemingsvlak geen enkele overeenkomst tussen de werkgever en de werknemers gemaakt worden wat betreft het aankopen en/of het onderhoud van de beschermingskledij of van de persoonlijke beschermingsmiddelen. Het is ten allen tijde de werkgever die hiervoor dient in te staan.
Art. 6.De wekelijkse vergoeding voor het onderhoud van de werkkledij zoals bepaald overeenkomstig artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, bedraagt sinds 1 januari 2017 : - 2,94 EUR in de ondernemingen van de bloementeelt; - 3,76 EUR in de boom- en de bosboomkwekerijen; - 2,94 EUR in de ondernemingen voor het inplanten en onderhouden van parken en tuinen; - 3,53 EUR in de ondernemingen van de fruitteelt; - 2,94 EUR in de ondernemingen van de groenteteelt; - 2,94 EUR in de ondernemingen van de champignonteelt.
Het is bovendien ook zo dat deze vergoeding alleen verschuldigd is in die gevallen waar er een dergelijke procedure zoals bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst doorlopen is.
Art. 7.De werknemers hebben per begonnen arbeidsdag recht op 1/5de van de in artikel4 vermelde wekelijkse vergoeding, met een maximum van 5/5den per week.
Art. 8.De vergoeding voor het onderhoud van de werkkledij is gebonden aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen, volgens de bepalingen van de artikelen 3, 4 en 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 februari 2016 betreffende de koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. HOOFDSTUK III. - Risicoanalyse
Art. 9.Vooraleer de werkgever er mee kan akkoord gaan dat de werknemers zelf instaan voor het onderhoud van de werkkledij, dient er onderzocht te worden of er mogelijks risico's zijn voor wat betreft het welzijn of de gezondheid van de werknemers, volgens de bepalingen van artikel 8 van het koninklijk besluit van 27 maart 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/03/1998 pub. 31/03/1998 numac 1998012228 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk sluiten betreffende het beleid inzake welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.
Bij deze risicoanalyse dient eventueel de externe dienst voor preventie en bescherming betrokken te worden. Indien de uitkomst van de risicoanalyse het risico van een persoonlijk onderhoud door de werknemer van de werkkledij te hoog evalueert wat betreft de gezondheid en het welzijn van de werknemer, dient de werkgever zelf in te staan voor het onderhoud van de werkkledij. Het is dus alleen mogelijk om een akkoord af te sluiten waarin voorzien is dat de werknemers zelf zullen instaan voor het onderhoud van de werkkledij en een akkoord af te sluiten waarin bepaald is dat er aan de werknemers een vergoeding voor dit onderhoud wordt toegekend voor zover de risicoanalyse geen voorbehoud vermeldt.
Art. 10.Bovendien moet de werkgever, wanneer de aanwezigheid van werkkledij buiten de onderneming een mogelijk gevaar op besmetting oplevert, zelf instaan voor het onderhoud. Indien dit gevaar slechts van tijdelijke aard is, volstaan hiertoe tijdelijke maatregelen van de werkgever. HOOFDSTUK IV. - Geldigheid
Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 april 2017 en is gesloten voor een onbepaalde tijd.
Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende de werkkledij (neergelegd op de Griffie van de FOD WASO op 15 december 2009 en geregistreerd onder het nummer 97540/CO/145).
Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 december 1965 (koninklijk besluit van 3 maart 1966; Belgisch Staatsblad van 15 maart 1966) die afgesloten is voor de bloemen- en de sierplantenteelt, alsook de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 januari 1966 (koninklijk besluit van 3 maart 1966;Belgisch Staatsblad van 11 maart 1966).
De ondertekenende partijen komen uitdrukkelijk overeen dat onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 2017 de enige nog geldende collectieve arbeidsovereenkomst is die van toepassing is in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf wat betreft de regels inzake werkkledij en dit met ingang van 1 april 2017.
Elk van de contracterende partijen kan deze collectieve arbeidsovereenkomst opzeggen mits een opzeg van drie maanden, te betekenen bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 oktober 2018.
De Minister van Werk, K. PEETERS