gepubliceerd op 23 mei 2025
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 januari 2025, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging
7 MEI 2025. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 januari 2025, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf;
Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 januari 2025, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 mei 2025.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, D. CLARINVAL _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 januari 2025 Statuut van de syndicale afvaardiging (Overeenkomst geregistreerd op 10 februari 2025 onder het nummer 192000/CO/215)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen en toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten volgens de algemene principes van het statuut van de syndicale afvaardiging, die het voorwerp uitmaken van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5, gesloten op 24 mei 1971 in de Nationale Arbeidsraad betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen van het personeel der ondernemingen, gewijzigd en aangevuld door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 5bis van 30 juni 1971, nr. 5ter van 21 december 1978 en nr. 5quater van 5 oktober 2011.
Ze verbindt de representatieve organisaties van bedienden en werkgevers vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf.
Rekening houdend met de bekommernis het aantal beschermde personeelsleden binnen redelijke perken te houden, duiden de syndicale organisaties hun afgevaardigden bij voorkeur en zoveel mogelijk aan onder de personeelsleden die reeds een wettelijke bescherming tegen afdanking genieten in het kader van de wet van 20 september 1948Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/09/1948 pub. 06/07/2010 numac 2010000388 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende organisatie van het bedrijfsleven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende organisatie van het bedrijfsleven of van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf en op de bedienden die zij tewerkstellen.
HOOFDSTUK II. - Ondernemingen waar een syndicale delegatie kan opgericht worden
Art. 3.In elke onderneming van het kleding- en confectiebedrijf, waar gewoonlijk gemiddeld ten minste 25 bedienden worden tewerkgesteld en waarvan de functies onder de classificatie vallen voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2008 betreffende de functieclassificatie, moet een syndicale afvaardiging worden opgericht.
Om na te gaan in hoeverre vijfentwintig bedienden tewerkgesteld zijn, wordt de berekening toegepast, voorzien door de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake de comités voor preventie en bescherming op het werk.
Deze syndicale afvaardiging wordt door de werkgever aanzien als de vertegenwoordiging van het bij een werknemersorganisatie aangesloten bediendepersoneel, behorende tot de classificatie voorzien door de in artikel 3, eerste lid, vermelde collectieve arbeidsovereenkomst.
HOOFDSTUK III. - Samenstelling van de syndicale afvaardiging
Art. 4.§ 1. De syndicale afvaardiging bestaat uit volgend aantal leden, in verhouding tot het aantal bedienden die bedoeld zijn bij artikel 3, eerste lid : - 2, wanneer 25 tot 49 bedienden in de onderneming tewerkgesteld zijn; - 3, wanneer 50 tot 74 bedienden in de onderneming tewerkgesteld zijn; - 4, wanneer 75 en meer bedienden in de onderneming tewerkgesteld zijn.
In de bedrijven die tussen 25 en 49 bedienden tellen, bedraagt het aantal afgevaardigden drie, indien een derde werknemersorganisatie een afgevaardigde aanduidt. § 2. De in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf vertegenwoordigde werknemersorganisaties stellen zich onderling akkoord - eventueel doen zij daartoe een beroep op het verzoeningsinitiatief van de voorzitter van dat paritair comité - tot toekenning aan elke werknemersorganisatie, van het aantal leden van de syndicale afvaardiging, in verhouding tot het respectief aantal mandaten behaald bij de laatste sociale verkiezingen voor de comités voor preventie en bescherming op het werk, of tot hun respectievelijk ledenaantal in de ondernemingen.
Geen syndicaal afgevaardigde kan in de onderneming worden aangeduid, zolang op grond van de in § 2 van dit artikel bedoelde procedure niet is uitgemaakt hoeveel afgevaardigden elke betrokken werknemersorganisatie mag aanduiden. § 3. Binnen de drie maanden die volgen op de sociale verkiezingen wordt nagegaan of het aantal leden van de syndicale afvaardiging nog in verhouding staat tot het aantal bedienden dat in de onderneming is tewerkgesteld.
Zo de verhouding niet meer overeenstemt met de getallen die voorkomen in § 1 van dit artikel, wordt overgegaan tot een vermeerdering of een vermindering van het aantal leden van de syndicale afvaardiging, volgens de modaliteiten voorzien in § 2 van dit artikel. § 4. Voor de vaststelling van het aantal in de onderneming tewerkgestelde bedienden, wordt rekening gehouden met het gemiddeld aantal bedienden tewerkgesteld gedurende de vier kwartalen die voorafgaan aan het kwartaal tijdens hetwelk de oprichting van een syndicale afvaardiging werd ingediend.
HOOFDSTUK IV. - Te vervullen voorwaarden om als syndicale afgevaardigde te worden aangeduid
Art. 5.Om syndicale afgevaardigde te kunnen zijn, moet aan volgende voorwaarden worden voldaan op de datum van verzending van het aangetekend schrijven bedoeld in § 2 van artikel 6 : a) ten minste 18 jaar oud zijn;b) de burgerlijke rechten genieten;c) sedert ten minste één jaar voltijds in de onderneming tewerkgesteld zijn of eventueel sedert de oprichting van de onderneming;d) behoren tot de categorie bedienden die onder de classificatie ressorteren voorzien door de in artikel 3, eerste lid, vermelde collectieve arbeidsovereenkomst;e) niet door zijn werkgever rechtsgeldig ontslagen zijn. HOOFDSTUK V. - Aanduiding van de syndicale afgevaardigde
Art. 6.§ 1. De syndicale afgevaardigden worden aangeduid door de werknemersorganisatie waarbij ze aangesloten zijn. Deze duidt zijn syndicale afgevaardigden zo aan, dat in de mate van het mogelijke, rekening wordt gehouden met het ploegwerk in de onderneming en met de verschillende departementen die in de onderneming bestaan. § 2. De namen van de syndicale afgevaardigden worden door de werknemersorganisatie bij aangetekend schrijven aan de werkgever overgemaakt.
In bovenvermeld schrijven vermeldt de betrokken werknemersorganisatie het aantal leden van de syndicale afvaardiging dat zij mag aanduiden, met verwijzing naar het akkoord bedoeld in artikel 4, § 2. § 3. Elk geschil betreffende het al dan niet vervullen van de voorwaarden gesteld in artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, mag worden voorgelegd aan het paritair comité.
HOOFDSTUK VI. - Duur en einde van het mandaat van de syndicale afgevaardigden
Art. 7.§ 1. De syndicale afgevaardigden worden aangeduid voor een termijn van vier jaar. Hun mandaat loopt stilzwijgend verder, zolang het geen einde heeft genomen ingevolge één van de in § 2 van dit artikel vermelde bepalingen. § 2. Het mandaat van de syndicale afgevaardigde neemt een einde : 1. door de beslissing van de werknemersorganisatie die de afgevaardigde heeft aangeduid;2. wanneer de afgevaardigde afstand doet van zijn mandaat;3. bij uitdiensttreding van de afgevaardigde;4. wanneer, in toepassing van artikel 4, § 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, mandaten moeten worden afgeschaft;5. wanneer de afgevaardigde één van de voorwaarden, voorzien onder artikel 5, niet meer vervult. HOOFDSTUK VII. - Vervanging van de syndicale afgevaardigde
Art. 8.Wanneer een plaats van syndicale afgevaardigde in de onderneming vacant komt door één van de oorzaken voorzien in artikel 7, § 2, wordt een nieuwe syndicale afgevaardigde aangeduid door de werknemersorganisatie die de te vervangen syndicale afgevaardigde had aangeduid.
De betrokken werknemersorganisatie stelt, bij aangetekend schrijven, de werkgever in kennis van deze nieuwe aanduiding.
HOOFDSTUK VIII. - Procedure inzake het behandelen van klachten in de onderneming
Art. 9.§ 1. Elke individuele klacht wordt langs de gewone hiërarchische weg door de betrokken bediende ingediend. Deze kan zich, op zijn verzoek, laten bijstaan door zijn syndicale afgevaardigde.
Elke collectieve klacht wordt door de syndicale afvaardiging langs de gewone hiërarchische weg ingediend. § 2. Indien de bediende geen beroep heeft gedaan op zijn syndicale afgevaardigde bij het indienen van de klacht en er binnen een redelijke termijn geen voldoende gevolg wordt gegeven aan de klacht, kan de bediende alsnog een beroep doen op de syndicale afvaardiging. § 3. Bij gebrek aan overeenstemming binnen een redelijke termijn tussen werkgever en syndicale afvaardiging, wordt een beroep gedaan op de secretarissen van de werknemersorganisaties en de werkgeversorganisatie om de besprekingen verder te zetten. § 4. Indien binnen een redelijke termijn geen regeling kan getroffen worden in uitvoering van de in § 2 en § 3 van dit artikel voorziene procedure, kunnen de werknemersorganisaties of de werkgeversorganisatie de zaak aan het verzoeningscomité van het paritair comité voorleggen.
HOOFDSTUK IX. - Procedure inzake de werking van de syndicale delegatie
Art. 10.§ 1. De syndicale afvaardiging wordt door de werkgever of door zijn vertegenwoordigers ontvangen zo dikwijls als zij er om verzoekt, mits tijdige verwittiging en onder opgave van gegronde redenen. § 2. De syndicale afvaardiging wordt door de werkgever ontboden zo dikwijls hij erom verzoekt, mits tijdige verwittiging en onder opgave van gegronde redenen.
De syndicale afvaardiging komt met de werkgever overeen wanneer en hoe zij wordt ingelicht omtrent de bedoeling van de werkgever wijzigingen aan de contractuele of gebruikelijke loons- en arbeidsvoorwaarden aan te brengen. § 3. Indien de besprekingen tussen de werkgever en de syndicale afvaardiging gehouden worden buiten de normale arbeidsuren, worden deze prestaties als normale arbeidsprestaties vergoed. § 4. Zonder afbreuk te doen aan de goede werkorganisatie, beschikt de syndicale afvaardiging, tijdens de werkuren, over de nodige tijd om zonder loonverlies haar taak te vervullen.
Naargelang de aard van de opdracht en de het belang van de tussenkomst, komen de werkgever en de syndicale afvaardiging overeen welke tijd nodig is om haar taak naar behoren uit te voeren, hetzij collectief door de afvaardiging, hetzij individueel door één of meerdere leden van de afvaardiging. De vraag wordt tijdig aan de werkgever gericht, zodat deze de nodige maatregelen kan treffen om de goede gang van de onderneming te verzekeren.
Bovendien, wanneer de syndicale afvaardiging overleg wenst te plegen, wordt, op haar aanvraag, door de werkgever een geschikt lokaal ter beschikking gesteld waar dit overleg vrij en ongestoord kan plaatshebben.
Bij betwisting tussen de werkgever en de betrokken syndicale afvaardiging over het toestaan van de nodige vrije tijd of het ogenblik waarop die tijd wordt genomen, wordt er een beroep gedaan op de bemiddeling van de secretarissen van de werknemersorganisaties en de afgevaardigde van de werkgeversorganisatie.
Indien geen vergelijk kan gevonden worden, treft het verzoeningsbureau een beslissing, waarbij de waarborg van een minimum aan vrije tijd wordt verleend, rekening houdend met de specifieke omstandigheden van het voorgelegde geval. § 5. In de ondernemingen met twee of meer vestigingen in België, bestaat de mogelijkheid om, wanneer de omstandigheden het vereisen en zonder loonverlies, een gemeenschappelijke bijeenkomst te houden van de syndicale afvaardiging van de betrokken vestigingen, met het oog op de bespreking van problemen van gezamenlijk belang.
Daartoe richten de syndicale afvaardiging of de werknemersorganisaties een gemotiveerde aanvraag aan de werkgever. De werkgever maakt de gemeenschappelijke bijeenkomst mogelijk binnen de kortst mogelijke termijn en ten laatste binnen de maand na het indienen van de aanvraag.
HOOFDSTUK X. - Actiedomein van de syndicale afvaardiging
Art. 11.Het optreden van de syndicale afvaardiging heeft betrekking op volgende punten : 1. de arbeidsverhoudingen;2. de naleving van de algemene beginselen, bepaald in de artikelen 2 tot 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr.5 gesloten op 24 mei 1971 in de Nationale Arbeidsraad betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging en van de grondbeginselen in dit statuut vastgelegd; 3. de eerbiediging van het arbeidsreglement en de arbeidsvoorwaarden;4. de toepassing van de sociale wetgeving, van de collectieve arbeidsovereenkomsten en van de individuele arbeidsovereenkomsten.
Art. 12.Bij ontstentenis van de ondernemingsraad, oefent de syndicale afvaardiging de taken, rechten en opdrachten uit die aan deze raad worden toegekend door de artikelen 4, 5, 6, 7 en 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9, gesloten op 9 maart 1972 in de Nationale Arbeidsraad.
Art. 13.De syndicale afvaardiging kan mondeling of schriftelijk overgaan tot alle inlichtingen die nuttig zijn voor het personeel, zonder dat dit de organisatie van het werk mag storen. Deze inlichtingen hebben betrekking op de collectieve arbeidsverhoudingen en moeten de goedkeuring wegdragen van de werknemersorganisaties.
Wanneer de syndicale afvaardiging gebruik maakt van dit recht, licht zij vooraf de werkgever ervan in.
Bovendien, telkens als daartoe een grondige reden bestaat en met instemming van de werkgever of zijn vertegenwoordiger, kan de syndicale afvaardiging een voorlichtingsvergadering houden voor het personeel of een gedeelte ervan waarvoor de informatie bestemd is, in een daartoe bestemd lokaal en eventueel in het bijzijn van de secretaris van de werknemersorganisatie.
De werkgever kan hiertoe niet willekeurig zijn instemming weigeren.
Wanneer het mogelijk is, wordt deze vergadering - gedeeltelijk of geheel - tijdens de rusttijden gehouden.
HOOFDSTUK XI. - Arbeidsvoorwaarden van de syndicale afvaardiging
Art. 14.§ 1. De werkgever behandelt de leden van de syndicale afvaardiging in elk opzicht en in alle omstandigheden op gelijke voet als de andere bedienden die tot dezelfde beroepscategorie in de onderneming behoren. § 2. De werknemersorganisaties zullen tevens geen eisen stellen aan de ondernemingen die ertoe zouden leiden leden van de syndicale afvaardiging te bevoordeligen ten overstaan van de andere bedienden die tot dezelfde beroepscategorie behoren in de onderneming.
HOOFDSTUK XII. - Bescherming van de syndicale afgevaardigden
Art. 15.§ 1. Vanaf het ogenblik waarop, overeenkomstig artikel 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de werkgever van de aanduiding van de syndicale afgevaardigden op de hoogte wordt gebracht en tot het verstrijken van de periode van zes maanden volgend op het einde van het mandaat, mogen de leden van de syndicale afvaardiging niet worden afgedankt om redenen die eigen zijn aan de uitoefening van hun mandaat. § 2. De werkgever die van plan is een syndicale afgevaardigde te ontslaan, verwittigt voorafgaandelijk de syndicale afvaardiging, evenals de werknemersorganisatie die de kandidatuur van deze afgevaardigde heeft voorgedragen.
Deze verwittiging gebeurt bij aangetekend schrijven dat uitwerking heeft op de derde dag volgend op de datum van de verzending.
De betrokken werknemersorganisatie beschikt over een termijn van zeven dagen om mee te delen dat zij de geldigheid van de voorgenomen afdanking weigert te aanvaarden.
Deze mededeling gebeurt bij aangetekend schrijven. De periode van zeven dagen neemt een aanvang op de dag waarop de brief die de werkgever verstuurde, uitwerking heeft.
Het uitblijven van reactie van de werknemersorganisatie moet beschouwd worden als een aanvaarding van de geldigheid van de voorgenomen afdanking.
Indien de werknemersorganisatie weigert de geldigheid van de voorgenomen afdanking te aanvaarden, heeft de meest gerede partij de mogelijkheid het geval aan het oordeel van het verzoeningsbureau van het paritair comité voor te leggen. De maatregel tot afdanking mag niet worden uitgevoerd gedurende de duur van deze procedure.
Indien het verzoeningsbureau tot geen eenparige beslissing is kunnen komen binnen de dertig dagen van de aanvraag tot tussenkomst, kan het geschil betreffende de geldigheid van de redenen die door de werkgever worden ingeroepen om de afdanking te verantwoorden, aan de arbeidsrechtbank worden voorgelegd. § 3. De in de voorgaande § 2 bedoelde verplichting bestaat niet bij ontslag om dringende redenen.
Art. 16.Bij ontslag van een syndicale afgevaardigde wegens dringende redenen, moet de syndicale afvaardiging daarvan onmiddellijk en uiterlijk binnen de drie dagen op de hoogte worden gebracht.
Bovendien zendt de werkgever, binnen de drie dagen na het ontslag, aan de werknemersorganisatie die deze syndicale afgevaardigde heeft aangeduid, aangetekend een afschrift van het schrijven bedoeld bij het laatste lid van artikel 35 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Art. 17.Een forfaitaire vergoeding is door de werkgever verschuldigd in volgende gevallen : 1. indien hij een syndicale afgevaardigde afdankt, zonder de in voornoemd artikel 15 bepaalde procedure na te leven;2. indien, op het einde van deze procedure, de geldigheid van de redenen van afdanking, rekening houdend met de bepaling van artikel 15, niet wordt erkend door het verzoeningsbureau of de arbeidsrechtbank;3. indien de werkgever een syndicale afgevaardigde heeft ontslagen wegens dringende reden en de arbeidsrechtbank het ontslag ongegrond heeft verklaard;4. indien de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd wegens zware fout van de werkgever, die voor de afgevaardigde een reden is tot onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst. De forfaitaire vergoeding is gelijk aan de brutobezoldiging van één jaar, onverminderd de toepassing van de artikelen 39 en 40 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Deze vergoeding is niet verschuldigd wanneer de syndicale afgevaardigde de vergoeding ontvangt, bepaald in hoofdstuk IV van de wet van 19 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/03/1991 pub. 22/12/2009 numac 2009000842 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden.
HOOFDSTUK XIII. - Regeling der geschillen
Art. 18.Elk geschil betreffende de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt voorgelegd aan het verzoeningsbureau van het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf.
HOOFDSTUK XIV. - Geldigheid en opzegging van de overeenkomst
Art. 19.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 22 januari 2025 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door één der ondertekenende partijen worden opgezegd, met een opzeggingstermijn van drie maanden, per aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf en aan de in dit paritair comité vertegenwoordigde organisaties.
Tijdens de geldigheid zullen, noch op het vlak van de bedrijfstak, noch op het vlak van de ondernemingen, eisen gesteld worden tot wijziging of aanvulling van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
HOOFDSTUK XV. - Slotbepalingen
Art. 20.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt vanaf 22 januari 2025 de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 1975 gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging, registratienummer 3379/CO/215, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 19 september 1975.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 mei 2025.
De Minister van Werk, D. CLARINVAL