7 MEI 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de modaliteiten volgens dewelke het vrije verkeer van een dienst van de informatiemaatschappij beperkt kan worden

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 11 maart 2003 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, inzonderheid op artikel 2, § 1;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door het feit dat dit besluit noodzakelijk is om de omzetting van Richtlijn 2000/31/EG van het Europese Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt te beëindigen; dat de termijn van omzetting reeds verlopen is en dat ons land reeds het voorwerp is van een procedure van overtreding;

Gelet op het advies 35.316/3 van de Raad van State, gegeven op 15 april 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit word verstaan onder « de wet » : de wet van 11 maart 2003 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.Onder « de overheden » bedoeld in artikel 2, § 1, van de wet, wordt verstaan « de diensten van de Algemene Directie Controle en Bemiddeling van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie ».

Art. 3.In overeenstemming met artikel 2, § 3, van de wet, verzoekt de Directeur-generaal van de in het artikel 2 bedoelde diensten, per aangetekende brief, de in artikel 2, § 3, van de wet bedoelde lidstaat de nodige maatregelen te nemen om de in artikel 2, § 2, 1°, van de wet bedoelde doelstellingen te waarborgen.

Art. 4.In overeenstemming met artikel 2, §§ 4 of 5, van de wet, brengt de Directeur-generaal van de in het artikel 2 bedoelde diensten, per aangetekende brief, de onderzoeksrechter op de hoogte.

Hij informeert, per aangetekende brieven, en op de ogenblikken bepaald in artikel 2, § 4 of 5, van de wet, de Europese Commissie alsook de betrokken lid-Staat.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 6.Onze Minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 mei 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, Ch. PICQUE