gepubliceerd op 19 september 2000
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 1987 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten
7 MEI 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 1987 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 1987, gesloten in het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 31 december 1987, inzonderheid op artikel 4, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1997, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 juli 1998;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 1987 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 7 mei 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Koninklijk besluit van 31 december 1987, Belgisch Staatsblad van 23 januari 1988.
Koninklijk besluit van 5 juli 1998, Belgisch Staatsblad van 20 januari 1999.
Bijlage Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1999 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 1987 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 9 juli 1999 onder het nummer 51339/CO/128.02)
Artikel 1.Artikel 4 van hoofdstuk III - Financiering - van de statuten vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 1987 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten wordt als volgt vervangen : «
Art. 4.De bijdrage wordt vastgesteld in verhouding tot de brutolonen welke door de werkgever aan de in artikel 2 bedoelde werklieden en werksters uitgekeerd worden.
Het bedrag van de bijdrage wordt vastgesteld door het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers en bedraagt 1,45 pct. van de brutolonen.
Voor de periode van 1 januari 1999 tot 30 juni 1999 wordt het bedrag van de bijdrage per kwartaal verhoogd tot 2,05 pct. van de brutolonen, zijnde : - 1,45 pct. basisbijdrage; - 0,50 pct. voor de financiering van het brugpensioen; - 0,10 pct. voor de financiering van verdere tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven.
Voor de periode van 1 juli 1999 tot 31 december 1999 wordt het bedrag van de bijdrage per kwartaal verlaagd tot 1,25 pct. van de brutolonen, zijnde : - 0,95 pct. basisbijdrage (uitzonderlijk); - 0,10 pct. voor de financiering van verdere tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven; - 0,20 pct. (2 x 0,10 pct.) voor de financiering van de bevordering van de tewerkstelling van risicogroepen.
Voor de periode van 1 januari 2000 tot 31 december 2000 wordt het bedrag van de bijdrage per kwartaal verhoogd tot 1,65 pct. van de brutolonen, zijnde : - 1,45 pct. basisbijdrage; - 0,10 pct. voor de financiering van verdere tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven; - 0,10 pct. voor de financiering van de bevordering van de tewerkstelling van risicogroepen.
Vanaf 1 januari 2001 wordt het bedrag van de bijdrage per kwartaal opnieuw vastgesteld op 1,45 pct. van de brutolonen ».
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 mei 2000.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX