Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 juli 2022
gepubliceerd op 28 juli 2022

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 juli 1971 tot vaststelling voor de beroepsjournalisten, van de bijzondere regelen betreffende het ingaan van het recht op pensioen en van de bijzondere toepassingsmodaliteiten van het Koninklijk Besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, van de wet van 20 juli 1990 tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn en van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2022204258
pub.
28/07/2022
prom.
07/07/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 JULI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 juli 1971 tot vaststelling voor de beroepsjournalisten, van de bijzondere regelen betreffende het ingaan van het recht op pensioen en van de bijzondere toepassingsmodaliteiten van het Koninklijk Besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 10/06/2010 numac 2010000325 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn en van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb ter ondertekening aan Uwe Majesteit voor te leggen heeft hoofdzakelijk als doel om de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, voor rekening van de federale pensioendienst, te belasten met de inning en de invordering van de bijzondere bijdrage bedoeld in artikel 8 van het voornoemde koninklijk besluit van 27 juli 1971.

Na de aanbeveling van de Raad van State, in zijn advies 71.436/1 van 25 mei 2022, wordt de verdeelsleutel waarop het bedrag van de toelage gebaseerd is, zoals uiteengezet in artikel 3 van het onderhavig koninklijk besluit, verdeeld tussen verschillende verenigingen en uitgelegd en opgenomen in dit verslag.

In artikel 10 van het voornoemde KB van 27 juli 1991 is een bedrag van 4 miljoen Belgische frank vastgesteld voor de financiering van de journalistenpensioenen die voor 1991 werden verworven.

Bij de defederalisering van het mediabeleid is dat bedrag opgedeeld als volgt: 2,2 miljoen aan Vlaamse kant (subsidie voor de VVJ) en 1,8 miljoen aan Franstalige kant (subsidie voor de AJP).

Vervolgens zijn die bedragen omgezet in euro's. VVJ krijgt nu 54.540 euro, AJP 44.268 euro. Bij de omrekening is dus een saldo ontstaan dat uiteindelijk wordt geregeld door de federale AVBJ. Daarom wordt de verdeelsleutel 55/45 toegepast.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Pensioenen, K. LALIEUX

RAAD VAN STATE, afdeling Wetgeving, Advies 71.436/1 van 25 mei 2022 over een ontwerp van koninklijk besluit 'tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 juli 1971 tot vaststelling voor de beroepsjournalisten, van de bijzondere regelen betreffende het ingaan van het recht op pensioen en van de bijzondere toepassingsmodaliteiten van het Koninklijk Besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 10/06/2010 numac 2010000325 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn en van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels' Op 29 april 2022 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Pensioenen verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit 'tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 juli 1971 tot vaststelling voor de beroepsjournalisten, van de bijzondere regelen betreffende het ingaan van het recht op pensioen en van de bijzondere toepassingsmodaliteiten van het Koninklijk Besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 10/06/2010 numac 2010000325 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn en van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels'.

Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 19 mei 2022. De kamer was samengesteld uit Marnix VAN DAMME, kamervoorzitter, Wouter PAS en Inge VOS, staatsraden, Michel TISON en Johan PUT, assessoren, en Greet VERBERCKMOES, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Lennart NIJS, adjunct-auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Inge VOS, staatsraad.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 25 mei 2022. 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. STREKKING EN RECHTSGROND VAN HET ONTWERP 2. Het om advies voorgelegde ontwerp van besluit strekt tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 juli 1971 'tot vaststelling voor de beroepsjournalisten, van de bijzondere regelen betreffende het ingaan van het recht op pensioen en van de bijzondere toepassingsmodaliteiten van het koninklijk besluit nr.50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 10/06/2010 numac 2010000325 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn en van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels'.

Daarbij worden onder meer de bepalingen aangaande de vaststelling van de bijdragen van de beroepsjournalist en van de werkgever (artikel 1 van het ontwerp) en de door de beroepsverenigingen jaarlijks te betalen toelage (artikel 3) aangepast en wordt de inning en invordering van de bijdragen overgedragen naar de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (artikel 2).

Daarnaast wordt beoogd hoofdstuk 5, afdeling 1, van de wet van 28 februari 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/02/2022 pub. 09/03/2022 numac 2022030469 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken sluiten 'houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken (1)', met uitzondering van het reeds in werking getreden artikel 14, in werking te stellen.

Artikel 5 van het ontwerp bepaalt de inwerkingtreding hiervan, evenals van de bepalingen van het te nemen besluit, op 1 april 2021. 3. De rechtsgrond voor het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit wordt geboden door de bepalingen van de wet van 28 februari 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/02/2022 pub. 09/03/2022 numac 2022030469 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken sluiten 'houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken' en van het koninklijk besluit nr.50 van 24 oktober 1967 'betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers', waaraan wordt gerefereerd in het tweede en vierde lid van de aanhef van het ontwerp.

Voor de actualiseringen van de verwijzingen naar de Federale Pensioendienst, zoals voorzien in de artikelen 2 en 3 van het ontwerp, wordt rechtsgrond geboden door artikel 78 van de wet van 18 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/03/2016 pub. 30/03/2016 numac 2016022135 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de benaming van de Rijksdienst voor Pensioenen in Federale Pensioendienst, tot integratie van de bevoegdheden en het personeel van de Pensioendienst voor de Overheidssector, van de opdrachten "Pensioenen" van de lokale en provinciale sectoren van de Dienst voor de Bijzondere socialezekerheidsstelsels en van HR Rail en tot overname van de gemeenschappelijke sociale dienst van de Dienst voor de Bijzondere socialezekerheidsstelsels sluiten 'betreffende de Federale Pensioendienst' dat de Koning machtigt om de wettelijke en reglementaire bepalingen op te heffen, te wijzigen, aan te vullen of te vervangen om ze in overeenstemming te brengen met de bepalingen van deze wet.

Uit het eerste lid van de aanhef blijkt dat ook rechtsgrond wordt gezocht in artikel 108 van de Grondwet. In dat verband verklaarde de gemachtigde het volgende: "Voor de wijzigingen aan het artikel 10 [van] het koninklijk besluit van 27 juli 1971 (art. 3 van het voorliggend besluit) werd zekerheidshalve verwezen naar artikel 108 van de Grondwet om elke twijfel uit te sluiten omtrent de bevoegdheid van de Koning ter zake.

De machtiging hernomen [in] artikel 3, tweede lid van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 luidt immers als volgt (zie onze eigen markering): 'Hij kan inzonderheid bijzondere regelen stellen wat betreft het ingaan van het recht op pensioen en onder meer die betreffende de pensioengerechtigde leeftijd of de in aanmerking te nemen lonen en eventueel, de wijze waarop de uit de toepassing van deze regelen voortvloeiende financiële last gedragen wordt'." Aangezien artikel 3 van het ontwerp geacht kan worden een voldoende rechtsgrond te vinden in de in voornoemd artikel 3, tweede lid, van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 opgenomen uitdrukkelijke machtiging aan de Koning om de wijze waarop de uit de toepassing van de betrokken regelen voortvloeiende financiële last gedragen wordt te bepalen, is het niet nodig bijkomend een beroep te doen op de algemene uitvoeringsbevoegdheid van de Koning bedoeld in artikel 108 van de Grondwet.

ONDERZOEK VAN DE TEKST Aanhef 4. De aanhef van het ontwerp dient te worden aangepast aan hetgeen hiervoor werd opgemerkt aangaande de rechtsgrond.Hiertoe dient de verwijzing naar artikel 108 van de Grondwet te worden geschrapt en de verwijzing naar de wet van 18 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/03/2016 pub. 30/03/2016 numac 2016022135 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de benaming van de Rijksdienst voor Pensioenen in Federale Pensioendienst, tot integratie van de bevoegdheden en het personeel van de Pensioendienst voor de Overheidssector, van de opdrachten "Pensioenen" van de lokale en provinciale sectoren van de Dienst voor de Bijzondere socialezekerheidsstelsels en van HR Rail en tot overname van de gemeenschappelijke sociale dienst van de Dienst voor de Bijzondere socialezekerheidsstelsels sluiten nader te worden gespecificeerd door middel van de vermelding van artikel 78 ervan.

In het ontworpen vierde lid van de aanhef - dat het derde lid wordt - dient in de Franse tekst op correcte wijze te worden verwezen naar "la loi du 28 février 2022 portant des dispositions diverses en matière sociale (1)" en in de Nederlandse tekst naar "de wet van 28 februari 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/02/2022 pub. 09/03/2022 numac 2022030469 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken sluiten houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken (1)".

Artikel 3 5. Het ontworpen artikel 10 van het koninklijk besluit van 27 juli 1971 bepaalt dat de Algemene Vereniging voor Beroepsjournalisten in België, de Association des Journalistes Professionnels en de Vlaamse Vereniging van Journalisten gezamenlijk gehouden zijn tot de jaarlijkse betaling van een toelage van honderdduizend euro aan de Federale Pensioendienst. De gemachtigde verduidelijkte dat deze toelage is ingegeven door de wens een bijkomende financieringsbron te voorzien om de financiële last voor dit bijzondere pensioenstelsel te dragen. Het bedrag van de toelage werd door de gemachtigde voorts als volgt geduid: "Het gaat om een bedrag van (aldus de huidige tekst van het koninklijk besluit van 27 juli 1971) 4 miljoen Belgische frank. Dit bedrag - dat door de gehele sector wordt betaald - werd niet meer herzien (en ook niet geïndexeerd) sinds 1975. Er is ons niet bekend waarom dit bedrag destijds op 4 miljoen frank vastgelegd werd. Het voorliggend besluit behoudt het bestaande bedrag en zet dit (afgerond) om naar een bedrag in Euro (en zorgt voor een actualisering van de schuldenaars)." Waar de huidige regeling voorziet in de jaarlijkse betaling van de toelage door één beroepsvereniging (waarbij nog de Beroepsunie van de Belgische pers wordt vermeld)1, bepaalt de ontworpen regeling dat de Algemene Vereniging voor Beroepsjournalisten in België, de Association des Journalistes Professionnels en de Vlaamse Vereniging van Journalisten gezamenlijk gehouden zijn tot de jaarlijkse betaling van die toelage.

Gevraagd op welke wijze de betaling wordt gespreid over de verschillende beroepsverenigingen, verklaarde de gemachtigde: "Dit wordt overgelaten aan [de] verenigingen die wel gezamenlijk gehouden zijn tot betaling [van de] volledige som. De FPD beschikt niet over info over de onderlinge afspraken tussen de verenigingen hierover. In de praktijk gebeurt de betaling in drie delen: het grootste deel wordt betaald door geregionaliseerde beroepsverenigingen (deels afhankelijk van een subsidie van de regionale overheden) en een klein gedeelte wordt betaald door de nationale beroepsvereniging zelf (voor buitenlandse erkende beroepsjournalisten tewerkgesteld door een Belgische werkgever)." Omwille van de rechtszekerheid verdient het niettemin aanbeveling om een normatieve verdeelsleutel te bepalen op basis waarvan het bedrag onderling dient te worden verdeeld.

Artikel 5 6. Aan hoofdstuk 5, afdeling 1, van de wet van 28 februari 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/02/2022 pub. 09/03/2022 numac 2022030469 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken sluiten, met uitzondering van artikel 14, evenals aan het ontworpen besluit, wordt uitwerking gegeven met ingang van 1 april 2021. De niet-retroactiviteit van wetten is een waarborg ter voorkoming van rechtsonzekerheid. Die waarborg vereist dat de inhoud van het recht voorzienbaar en toegankelijk is, zodat de rechtzoekende in redelijke mate de gevolgen van een bepaalde handeling kan voorzien op het tijdstip dat die handeling wordt verricht. De terugwerkende kracht kan enkel worden verantwoord wanneer ze onontbeerlijk is voor de verwezenlijking van een doelstelling van algemeen belang.2 Indien bovendien blijkt dat de terugwerkende kracht tot doel heeft de afloop van een gerechtelijke procedure in een welbepaalde zin te beïnvloeden of de rechtscolleges te verhinderen zich uit te spreken over een welbepaalde rechtsvraag, vergt de aard van het in het geding zijnde beginsel dat uitzonderlijke omstandigheden of dwingende motieven van algemeen belang een verantwoording bieden voor het optreden van de wet- of decreetgever, dat ten nadele van een categorie van burgers afbreuk doet aan de jurisdictionele waarborgen die aan allen worden geboden.3 Het verlenen van terugwerkende kracht aan besluiten is slechts toelaatbaar ingeval voor de retroactiviteit een wettelijke grondslag bestaat, de retroactiviteit betrekking heeft op een regeling waarbij, met inachtneming van het gelijkheidsbeginsel, voordelen worden toegekend of in zoverre de retroactiviteit noodzakelijk is voor de continuïteit of de goede werking van het bestuur en daardoor, in beginsel, geen verkregen situaties worden aangetast. 7. Hierover ondervraagd, gaf de gemachtigde de volgende verantwoording voor de terugwerkende kracht: "Zoals aangegeven in de overwegingen in de aanhef van het voorliggend besluit worden in de praktijk de bijzondere bijdragen beroepsjournalisten sinds 1 april 2021 effectief geïnd door de RSZ en dit voor rekening van de FPD. Het was dus noodzakelijk om aan het voorliggend besluit en aan hoofdstuk 5, afdeling 1, van de wet van 28 februari 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/02/2022 pub. 09/03/2022 numac 2022030469 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken sluiten (met uitzondering van artikel 14 dat - in toepassing van artikel 19 van de wet van 28 februari 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/02/2022 pub. 09/03/2022 numac 2022030469 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken sluiten - reeds in werking trad op 1 januari 2013) terugwerkende kracht te geven tot 1 april 2021." 8. Voor de terugwerkende kracht waarin het ontwerp voorziet, zou een verantwoording moeten kunnen geboden worden die verder reikt dan een loutere verwijzing naar het tijdstip vanaf wanneer de betrokken bijdragen effectief door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden geïnd.De afdeling Wetgeving van de Raad van State heeft er in het verleden meermaals op gewezen dat het procedé waarbij een regeling onmiddellijk wordt ingevoerd zonder de totstandkoming van de noodzakelijke wettelijke of reglementaire basis af te wachten, en aan die laatste dan, wanneer zij uiteindelijk tot stand komt, terugwerkende kracht wordt verleend voor zoveel tijd als nodig is om de reeds gangbare praktijk te bevestigen, in beginsel niet toelaatbaar is. Dit is vooreerst het geval, omdat met dat procedé wordt afgeweken van de normale regels die moeten worden gevolgd bij de totstandkoming van reglementaire bepalingen en aldus die regels dreigen te worden uitgehold, ten tweede, omdat erdoor de beslissingsbevoegdheid van de Koning in sommige gevallen feitelijk aan banden wordt gelegd, ten derde, omdat de inhoud van de nieuwe meegedeelde regelgeving niet wordt bekendgemaakt op een wijze als bedoeld bij artikel 190 van de Grondwet en, ten slotte, omdat het gevolgde procedé een bron van rechtsonzekerheid is voor de bestemmelingen van de betrokken normen.

In de mate dat artikel 3 van het ontwerp verder rechtstreeks aan de Association des Journalistes Professionnels en de Vlaamse Vereniging van Journalisten4 een nieuwe verplichting zou opleggen tot gezamenlijke jaarlijkse betaling van de betrokken toelage samen met de Algemene Vereniging voor Beroepsjournalisten, kan deze verplichting ook niet met terugwerkende kracht worden ingevoerd.

Aangezien zowel artikel 2 van het ontwerp als hoofdstuk 5, afdeling 1, van de wet van 28 februari 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/02/2022 pub. 09/03/2022 numac 2022030469 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken sluiten procedurele voorschriften bevatten, doordat zij de bevoegde instantie voor het innen en invorderen van de bijdragen wijzigen, rijst bovendien de vraag of deze zich wel lenen voor een retroactieve toepassing. De stellers van het ontwerp dienen er in elk geval over te waken dat alle bestemmelingen van de norm die de norm niet hebben kunnen naleven, in staat gesteld worden om de betaling van de bijdrage desgevallend te regulariseren.

DE GRIFFIER DE VOORZITTER Greet VERBERCKMOES Marnix VAN DAMME _______ Nota's 1 Artikel 10 van het koninklijk besluit van 27 juli 1971 luidt als volgt: "Een toelage ten bedrage van vier miljoen frank wordt jaarlijks door de Beroepsunie van de Belgische pers bij de Rijksdienst voor pensioenen gestort." 2 Vaste rechtspraak van het Grondwettelijk Hof, zie o.m.: GwH 21 november 2013, nr. 158/2013, B.24.2; GwH 19 december 2013, nr. 172/2013, B.22; GwH 29 januari 2014, nr. 18/2014, B.10; GwH 9 oktober 2014, nr. 146/2014, B.10.1; GwH 22 januari 2015, nr. 1/2015, B.4; GwH 7 mei 2015, nr. 54/2015, B.12; GwH 14 januari 2016, nr. 3/2016, B.22;

GwH 3 februari 2016, nr. 16/2016, B.12.1; GwH 28 april 2016, nr. 58/2016, B.9.2; GwH 21 december 2017, nr. 145/2017, B.16.2; GwH 19 juli 2018, nr. 100/2018, B.13. 3 Vaste rechtspraak van het Grondwettelijk Hof. Zie bijv. GwH 21 november 2013, nr. 158/2013, B.24.2; GwH 9 oktober 2014, nr. 146/2014, B.10.1; GwH 28 mei 2015, nr. 77/2015, B.4.1; GwH 24 maart 2016, nr. 48/2016, B.6; GwH 6 oktober 2016, nr. 126/2016, B.7.3.; GwH 26 april 2018, nr. 51/2018, B.13.1.; GwH 4 februari 2021, nr. 19/2021, B.17.3;

GwH 25 februari 2021, nr. 30/2021, B.13.1; GwH 3 juni 2021, nr. 82/2021, B.6; GwH 14 oktober 2021, nr. 142/2021, B.10.1. 4 Wat de Algemene Vereniging voor Beroepsjournalisten betreft, kan aangenomen worden dat het louter een actualisering betreft, in de mate dat deze vereniging geldt als rechtsopvolger van de Beroepsunie van de Belgische pers.

7 JULI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 juli 1971 tot vaststelling voor de beroepsjournalisten, van de bijzondere regelen betreffende het ingaan van het recht op pensioen en van de bijzondere toepassingsmodaliteiten van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 10/06/2010 numac 2010000325 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn en van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, artikel 3, eerste lid, 6°, en tweede lid;

Gelet op de wet van 18 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/03/2016 pub. 30/03/2016 numac 2016022135 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de benaming van de Rijksdienst voor Pensioenen in Federale Pensioendienst, tot integratie van de bevoegdheden en het personeel van de Pensioendienst voor de Overheidssector, van de opdrachten "Pensioenen" van de lokale en provinciale sectoren van de Dienst voor de Bijzondere socialezekerheidsstelsels en van HR Rail en tot overname van de gemeenschappelijke sociale dienst van de Dienst voor de Bijzondere socialezekerheidsstelsels sluiten betreffende de Federale Pensioendienst, artikel 78;

Gelet op de wet van 28 februari 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/02/2022 pub. 09/03/2022 numac 2022030469 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken sluiten houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken (1), artikelen 18 en 19;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 juli 1971 tot vaststelling voor de beroepsjournalisten, van de bijzondere regelen betreffende het ingaan van het recht op pensioen en van de bijzondere toepassingsmodaliteiten van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 10/06/2010 numac 2010000325 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn en van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Federale Pensioendienst, gegeven op 2 juni 2021;

Gelet op de adviezen van de inspecteurs van Financiën, gegeven op 24 maart 2022 en op 30 maart 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 27 april 2022;

Gelet op het advies nr. 71.436/1 van de Raad van State, gegeven op 25 mei 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat artikel 5/4 van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, ingevoegd bij de wet van 28 februari 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/02/2022 pub. 09/03/2022 numac 2022030469 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken sluiten, voorziet in de overdracht van de inning en invordering van de bijzondere bijdragen van de beroepsjournalist en van de werkgever, zoals bedoeld in artikel 8 van het voormelde koninklijk besluit van 27 juli 1971, van de Federale Pensioendienst naar de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en dit op een door de Koning te bepalen datum;

Overwegende dat dit koninklijk besluit beoogt om de datum van inwerkingtreding van deze overdracht vast te leggen en om alle technische aanpassingen noodzakelijk voor de uitvoering van artikel 5/4 van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders te verwezenlijken, ingevoerd bij de wet van 28 februari 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/02/2022 pub. 09/03/2022 numac 2022030469 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken sluiten;

Overwegende dat de bijdragen bedoeld in artikel 8 van het voormelde koninklijk besluit van 27 juli 1971 effectief sinds 1 april 2021 geïnd worden door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 8 van het koninklijk besluit van 27 juli 1971, tot vaststelling voor de beroepsjournalisten, van de bijzondere regelen betreffende het ingaan van het recht op pensioen en van de bijzondere toepassingsmodaliteiten van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 10/06/2010 numac 2010000325 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn en van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, vervangen bij het koninklijk besluit van 30 januari 1986, wordt vervangen als volgt: "

Art. 8.De bijdragen van de beroepsjournalist en de werkgever worden respectievelijk vastgesteld op 1 % en 2 % van het loon van de beroepsjournalist.

Het begrip loon is datgene dat geldt voor de toepassing van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.".

Art. 2.Artikel 9 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 20 maart 1981 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 december 1990, wordt vervangen als volgt: "

Art. 9.De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid wordt, in toepassing van artikel 5/4 van de voormelde wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, voor rekening van de Federale Pensioendienst, belast met de inning en invordering van de bijdragen bedoeld in artikel 8.".

Art. 3.Artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 8 juli 1975 en 4 december 1990, wordt vervangen als volgt: "

Art. 10.De Algemene Vereniging voor Beroepsjournalisten in België, de Association des Journalistes Professionnels en de Vlaamse Vereniging van Journalisten zijn gezamenlijk gehouden tot de jaarlijkse betaling van een toelage van honderdduizend euro aan de Federale Pensioendienst.".

Art. 4.Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.".

Art. 5.Hebben uitwerking met ingang van 1 april 2021: 1° hoofdstuk 5, afdeling 1 van de wet van 28 februari 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/02/2022 pub. 09/03/2022 numac 2022030469 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken sluiten houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken (1), met uitzondering van artikel 14;2° dit besluit.

Art. 6.De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 juli 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE De Minister van Pensioenen, K. LALIEUX

^