Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 juli 2008
gepubliceerd op 18 juli 2008

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 2006 betreffende de vereisten inzake beroepsopleiding en -ervaring, de vereisten inzake psychotechnisch onderzoek voor het uitoefenen van een leidinggevende of uitvoerende functie in een bewakingsonderneming of interne bewakingsdienst en betreffende de erkenning van de opleidingen

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2008000647
pub.
18/07/2008
prom.
07/07/2008
ELI
eli/besluit/2008/07/07/2008000647/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 JULI 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 2006 betreffende de vereisten inzake beroepsopleiding en -ervaring, de vereisten inzake psychotechnisch onderzoek voor het uitoefenen van een leidinggevende of uitvoerende functie in een bewakingsonderneming of interne bewakingsdienst en betreffende de erkenning van de opleidingen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, artikel 4, § 3, gewijzigd bij de wet van 7 mei 2004, artikel 5, eerste lid, 5°, artikel 6, eerste lid, 5°, gewijzigd bij de wet van 7 mei 2004, en artikel 8, § 2, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 8 juni 2006, en vijfde lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 2006 betreffende de vereisten inzake beroepsopleiding en -ervaring, de vereisten inzake psychotechnisch onderzoek voor het uitoefenen van een leidinggevende of uitvoerende functie in een bewakingsonderneming of interne bewakingsdienst en betreffende de erkenning van de opleidingen;

Gelet op advies 44.350/2 van de Raad van State, gegeven op 23 april 2008, omtrent de artikelen 2, 9, 12, 13, 14 en 15, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid wat betreft de artikelen 1, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 10, 11 en 16;

Overwegende dat de slechte examenresultaten voor de examens bedoeld in artikel 51 van hetzelfde besluit een dringende wijziging van sommige opleidingen, de wijze waarop de opleidingen worden verstrekt, de regels voor de examens en de voorwaarden waaraan de lesgevers moeten voldoen, noodzakelijk maakt;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 3 van het koninklijk besluit van 21 december 2006 betreffende de vereisten inzake beroepsopleiding en -ervaring, de vereisten inzake psychotechnisch onderzoek voor het uitoefenen van een leidinggevende of uitvoerende functie in een bewakingsonderneming of interne bewakingsdienst en betreffende de erkenning van de opleidingen wordt aangevuld met bepalingen 14° en 15°, luidende : « 14° geslaagd zijn voor de vakken bedoeld in artikel 12, 2° en 3° voor zover de activiteit bedoeld onder punt 1°, voor het eerst wordt uitgeoefend gedurende de periode van minder dan zes maanden vanaf de datum van de eerste aanwerving van de bewakingsagent; 15° geslaagd zijn voor de vakken bedoeld in artikel 21, 1° voor zover de activiteit bedoeld onder punt 11°, voor het eerst wordt uitgeoefend gedurende de periode van minder dan zes maanden vanaf de datum van de eerste aanwerving van de bewakingsagent.»

Art. 2.In artikel 4, tweede lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden « bedoeld in artikel 3 » vervangen door de woorden « bedoeld in artikel 3, 10° ».

Art. 3.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Art. 9 Het 'bekwaamheidsattest leidinggevend personeel type A' wordt slechts verstrekt nadat betrokkene een opleiding van 100 lesuren en bestaande uit volgende vakken, met goed gevolg heeft gevolgd : 1° Organisatie van de private en publieke veiligheidssector : 8 lesuren;2° Grondrechten en veiligheid : 12 lesuren;3° Grondige studie regelgeving met betrekking tot de bewaking : 36 lesuren;4° Toegepaste aansprakelijkheid : 6 lesuren;5° Cultuurinzicht en omgaan met diversiteit : 8 lesuren;6° Sociale verhoudingen in de bewaking en toegepast sociaal recht : 6 lesuren;7° Toegepaste veiligheidsanalyse en bewakingstechnieken : 20 lesuren;8° Integriteit en beroepsethiek : 4 lesuren.»

Art. 4.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de bepalingen onder 1°, 2° en 4° vervangen als volgt : « 1° organisatie van de bewakingssector en zijn activiteiten : 6 lesuren; 2° studie van de regelgeving met betrekking tot de bewaking en grondige studie van de rechten en de verplichtingen van bewakingsagenten : 20 lesuren;4° communicatietechnieken : 8 lesuren;».

Art. 5.In artikel 21 van hetzelfde besluit worden de woorden « 68 lesuren » vervangen door « 72 lesuren » en wordt de bepaling onder 1° vervangen als volgt : « 1° studie van de regelgeving met betrekking tot de bewaking en grondige studie van de rechten en de verplichtingen van bewakingsagenten : 20 lesuren; ».

Art. 6.Artikel 36 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende : « De lesuren mogen op de dagen dat de vakken bedoeld in artikel 51 worden gedoceerd, per lesdag het totaal aantal van 6 lesuren niet overschrijden en tussen het einde van de opleiding voor deze vakken en het examen ervan dienen er voor studie en studiebegeleiding minstens vier vrije opeenvolgende dagen te worden voorzien. »

Art. 7.Artikel 43 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 43.Alle vakken worden geëxamineerd met inachtneming van de volgende regel : om te slagen voor de examens ter afsluiting van de opleidingen moet minimum vijftig procent van de punten behaald worden voor elk in dit besluit aangegeven of bijkomend gedoceerd vak. »

Art. 8.Artikel 48 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 48.De herexamens kunnen afgelegd worden zonder de verplichting de opleiding opnieuw te volgen. Wie, na herexamens, niet geslaagd is, dient de vakken waarop hij geen vijftig procent van de punten behaalde, opnieuw te volgen, alvorens zich voor de examens opnieuw aan te melden. »

Art. 9.In artikel 51 van hetzelfde besluit, worden de woorden « voor de vakken bepaald door de Minister van Binnenlandse Zaken en de vakken zoals bedoeld in de artikelen 9, 3°, 10, 2°, 12, 2°, 13, 1°, 15, 1°, 17, 2°, 18, 1°, 19, 2°, 21, 1°, 22, 1° » vervangen door de woorden « voor de vakken bepaald door de Minister van Binnenlandse Zaken en de vakken zoals bedoeld in de artikelen 9, 3°, 10, 2°, 12, 2° en 3°, 13, 1°, 15, 1°, 17, 2°, 18, 1°, 19, 2°, 21, 1°, 22, 1° en 106, 1° ».

Art. 10.Het eerste lid van artikel 72 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een bepaling 7° en een tweede lid luidende : « 7° voor het doceren van de vakken, bedoeld in artikel 51, met inachtneming van één herexamen, zelf tachtig procent van de punten behaald hebben voor de examens van de te doceren vakken.

De voorwaarde bedoeld in het vorig lid, 7°, is niet van toepassing indien de betrokkene op datum van inwerkingtreding van dit besluit voor deze vakken als lesgever erkend is. »

Art. 11.In het tweede lid van het artikel 98 van hetzelfde besluit worden de woorden « een plaatsvervanger » tussen de woorden « vertegenwoordiger » en « aan » vervangen door de woorden « twee plaatsvervangers ».

Art. 12.In hetzelfde besluit wordt een artikel 102bis ingevoegd, luidende : «

Art. 102bis.Leidinggevende personeelsleden, zoals bedoeld in artikel 2, 2°, die vanaf tenminste 1 januari 2000 onafgebroken deze functie hebben uitgeoefend, kunnen het « bekwaamheidsattest leidinggevend personeel type B » bekomen zonder het afleggen van de examens, indien ze binnen het jaar na de inwerkingtreding van deze bepaling de opleiding, zoals bedoeld in artikel 10, zonder enige afwezigheid gevolgd hebben. »

Art. 13.In artikel 106, 2°, van hetzelfde besluit, worden de woorden « notion de culture » in de Franse versie van de tekst vervangen door de woorden « conscience culturelle ».

Art. 14.In hetzelfde besluit wordt een artikel 106bis ingevoegd, luidende : «

Art. 106bis.Bewakingsagenten die vanaf tenminste 29 mei 1990 onafgebroken in dienst zijn van een bewakingsonderneming of een interne bewakingsdienst kunnen het « algemeen bekwaamheidsattest bewakingsagent » bekomen zonder het afleggen van de examens, indien ze binnen het jaar na de inwerkingtreding van deze bepaling, de opleiding, zoals bedoeld in artikel 106, zonder enige afwezigheid gevolgd hebben. »

Art. 15.In artikel 108 van hetzelfde besluit, worden de woorden « drie maanden » vervangen door de woorden « twee jaar » en wordt het woord « besluit » vervangen door het woord « artikel ».

Art. 16.Dit besluit treedt in werking de dag dat het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van de artikelen 1, 3, 4, 5, 9 en 10 die in werking treden op 1 augustus 2008 en de artikelen 7 en 8 die in werking treden op 1 maart 2008.

Art. 17.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 juli 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

^