gepubliceerd op 27 juli 2002
Koninklijk besluit tot machtiging van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers om de gezinsbijslag uit te betalen die verschuldigd is aan het personeel van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en tot vaststelling van de administratiekosten die voortvloeien uit deze betaling evenals de nadere regels van een eventuele herziening
7 JULI 2002. - Koninklijk besluit tot machtiging van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers om de gezinsbijslag uit te betalen die verschuldigd is aan het personeel van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en tot vaststelling van de administratiekosten die voortvloeien uit deze betaling evenals de nadere regels van een eventuele herziening
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, inzonderheid op artikel 101, vierde lid, ingevoegd bij de wet van 29 april 1996, en op artikel 111, eerste lid, vervangen bij de wet 29 april 1996;
Gelet op het verzoek van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap van 30 november 2001;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers van 5 februari 2002;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 maart 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 25 april 2002;
Gelet op advies 33.511/1 van de Raad van State, gegeven op 13 juni 2002;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers wordt ertoe gemachtigd de gezinsbijslag uit te betalen die verschuldigd is aan het personeel van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap.
Art. 2.De administratiekosten worden vastgesteld op 1,35 % van de gezinsbijslag die wordt uitgekeerd. Dit percentage is vanaf 1 januari 2003 vatbaar voor herziening op voorstel van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap of van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers.
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2002.
Art. 4.Onze Minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 juli 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE