7 JULI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juni 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de bevordering van initiatieven tot tewerkstelling van risicogroepen (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen tot bevordering van de arbeid, inzonderheid op artikel 16;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de warenhuizen;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juni 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de bevordering van initiatieven tot tewerkstelling van risicogroepen.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 juli 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage Paritair Comité voor de warenhuizen Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juni 1995 Bevordering van initiatieven tot tewerkstelling van risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 13 juli 1995 onder het nummer 38412/CO/312) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de warenhuizen. HOOFDSTUK II. - Bevorderingsmaatregelen

Art. 2.In het kader van de verlenging van het interprofessioneel akkoord 1993-1994 in 1995 en 1996, bedoeld in het interprofessioneel akkoord van 7 december 1994 en bevestigd bij wet van 3 april 1995 houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling, kent het "Sociaal Fonds voor de warenhuizen" financiële tussenkomsten toe in de kosten van de initiatieven ter bevordering van de tewerkstelling, in het bijzonder van risicogroepen.

Art. 3.De risicogroepen zijn deze bepaald bij koninklijk besluit van 12 april 1991, tot uitvoering van artikel 173 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen, namelijk : - de langdurig werklozen; - de laaggeschoolde werklozen; - de gehandicapten; - de deeltijds leerplichtige jongeren; - de personen die opnieuw in de arbeidsmarkt treden; - de bestaansminimumtrekkers; - de laaggeschoolde werknemers.

Bovendien kan het Paritair Comité voor de warenhuizen bij collectieve arbeidsovereenkomst andere categoriën van risicogroepen bepalen, rekening houdend met de eigen kenmerken van de sector en van de ondernemingen. HOOFDSTUK III. - Financiering

Art. 4.Met het oog op de financiering van de in de artikelen 2 en 3 vastgestelde bevorderingsmaatregelen storten de in artikel 1 bedoelde werkgevers aan het "Sociaal Fonds voor de warenhuizen" een bijdrage van 0,15 pct. berekend op basis van vier maal de bruto lonen van de werknemers van het derde kwartaal in 1995 en van 0,20 pct. berekend op basis van vier maal de bruto lonen van de werknemers van het derde kwartaal in 1996.

Deze bijdrage dient te worden betaald voor het einde van het vierde kwartaal.

Art. 5.De werkgevers dienen aan het sociaal fonds eveneens voor het einde van het vierde kwartaal een copie van de aangifte bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid over het derde kwartaal over te maken. Deze aangifte dient als basis voor de berekening van het bedrag van de verschuldigde bijdrage.

De bepalingen van artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 januari 1981 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid met als naam "Sociaal Fonds voor de warenhuizen" en tot vaststelling van de statuten ervan, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 mei 1981 (Belgisch Staatsblad van 23 mei 1981), zijn van toepassing. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 6.De toepassingsmodaliteiten van deze collectieve arbeidsovereenkomst, worden vastgesteld door de raad van bestuur van het "Sociaal Fonds voor de warenhuizen".

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1995 en blijft van kracht tot 31 december 1996.

Op 1 januari van elk jaar wordt zij stilzwijgend verlengd voor een periode van één jaar, behoudens opzegging door een van de partijen, betekent uiterlijk drie maand voor het verstrijken van de overeenkomst per aangetekend schrijven verstuurd aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de warenhuizen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 juli 1997.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld