gepubliceerd op 26 februari 2024
Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag van het recht dat verschuldigd is voor de studie van de kennisgeving waarvan sprake in artikel 6/1 van de wet van 26 januari 2018 betreffende de postdiensten
7 FEBRUARI 2024. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag van het recht dat verschuldigd is voor de studie van de kennisgeving waarvan sprake in artikel 6/1 van de wet van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/01/2018 pub. 09/02/2018 numac 2018010510 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de postdiensten sluiten betreffende de postdiensten
VERSLAG AAN DE KONING Sire, I. Algemene beschouwingen Het besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd, heeft tot doel het bedrag vast te stellen van het recht dat aan het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie verschuldigd is voor de studiekosten in verband met de kennisgeving van een pakketbezorgdienst in België.
II. Artikelsgewijze commentaar Artikel 1 behoeft geen bijzondere commentaar.
Artikel 2 stelt het bedrag van het recht vast op 200 euro en bepaalt dat dit bedrag jaarlijks op 1 januari aangepast wordt aan het gezondheidsindexcijfer.
Dit bedrag dekt activiteiten die verband houden met de verwerking van de aanmelding. Dit bedrag vormt de onmiddellijke tegenprestatie voor een individuele dienst (i) die wordt verleend aan de verantwoordelijke persoon en niet aan de gemeenschap (ii) die vrijelijk wordt aangevraagd door de verantwoordelijke persoon. Dit bedrag staat in verhouding tot de kosten van de dienst. Het kan dus niet als een belasting worden beschouwd. Bovendien mag dit bedrag niet van dien aard zijn dat het een belemmering vormt voor de toegang tot de markt.
Bedrijven die vallen onder de Nace-codes 53.1 en 53.2, die niet inactief zijn en zich moeten melden bij het BIPT, moeten de vergoeding betalen die bedoeld is om de kosten te dekken die onder meer verband houden met de administratieve en juridische behandeling van de melding, de directe loonkosten en de indirecte en operationele kosten.
Dit bedrag van 200 euro werd als volgt vastgesteld en is toegespitst op de bedragen geïnd in het kader van het onderzoek van vergunningsaanvragen (200 euro per dienst, met een maximum van 400 euro wanneer de aanvraag betrekking heeft op het aanbieden van meerdere diensten).
Tenslotte bedraagt ter vergelijking de vergoeding die verschuldigd is in het kader van de aanmelding van elektronische-communicatiediensten en -netwerken 546 euro (met enkele uitzonderingen).
Artikel 3, dat een uitvoeringsmaatregel bevat, behoeft geen bijzondere commentaar.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Post, P. DE SUTTER
7 FEBRUARI 2024. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag van het recht dat verschuldigd is voor de studie van de kennisgeving waarvan sprake in artikel 6/1 van de wet van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/01/2018 pub. 09/02/2018 numac 2018010510 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de postdiensten sluiten betreffende de postdiensten FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 108 van de Grondwet;
Gelet op artikel 8/1 van de wet van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/01/2018 pub. 09/02/2018 numac 2018010510 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de postdiensten sluiten betreffende de postdiensten;
Gelet op de regelgevingsimpactanalyse uitgevoerd conform de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 oktober 2023;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 13 november 2023;
Gelet op het advies van het BIPT, gegeven op 18 oktober 2023;
Gelet op advies 74.985/4 van de Raad van State, gegeven op 27 december 2023, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Post en op het advies van de in Raad vergaderde ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder: 1° "de wet": de wet van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/01/2018 pub. 09/02/2018 numac 2018010510 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de postdiensten sluiten betreffende de postdiensten;2° "kennisgeving": de kennisgeving waarvan sprake in artikel 6/1 van de wet van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/01/2018 pub. 09/02/2018 numac 2018010510 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de postdiensten sluiten betreffende de postdiensten;3° "Instituut": het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, zoals bedoeld in artikel 13 van de wet van 17 januari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014010 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de rechtsmiddelen en de geschillenbehandeling naar aanleiding van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector.
Art. 2.Het bedrag van de retributie bedoeld in artikel 8/1 van de wet, dat verschuldigd is voor de studiekosten in verband met de kennisgeving is vastgesteld op 200 euro.
Het bedrag van het recht wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het gezondheidsindexcijfer.
Het bedrag van het recht wordt op de rekening van het Instituut gestort.
Art. 3.De minister bevoegd voor de Postdiensten is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 februari 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Post, P. DE SUTTER