7 FEBRUARI 2006. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de modaliteiten voor de overdracht van de personeelsleden en van de goederen, rechten en plichten van het Afrika Studie- en Documentatiecentrum (ASDOC) en van het Afrika Instituut (AI) naar het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 37 van de Grondwet;

Gelet op de programmawet (I) van 24 december 2002, inzonderheid op artikel 418, gewijzigd bij de programmawet van 8 april 2003;

Overwegende dat bij beslissing van 10 december 2003, de raad van bestuur van het Afrika Instituut (afgekort AI) beslist heeft zijn ontbinding aan te vragen ten gunste van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika en te dien einde zijn patrimonium te bestemmen voor het Afrika Studie- en Documentatiecentrum;

Overwegende dat bij gelijktijdige beslissing van 10 december 2003, de algemene vergadering van het Afrika Studie- en Documentatiecentrum (afgekort ASDOC) heeft beslist tot zijn ontbinding over te gaan ten gunste van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika;

Overwegende dat de ontbinding van het Afrika Instituut werd gewijzend bij beslissing van de Rechtbank van Eerste Aanleg van Brussel op 29 juni 2004 en goedgekeurd bij beslissing van 22 maart 2005;

Overwegende dat de voorafgaande voorwaarden voor de uitvoering van voornoemd artikel 418 van de programmawet (I) van 24 december 2002 zijn vervuld;

Gelet op het advies van de Wetenschappelijke raad van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, gegeven op 18 juni 2004;

Gelet op het advies van de Beheerscommissie van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, gegeven op 8 juni 2004;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 november 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 6 juli 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 25 april 2005;

Gelet op het protocol nr. 131/1 van 18 oktober 2005 van het Sectorcomité I - Algemeen bestuur;

Gelet op het advies nr. 39.534/4 van de Raad van State, gegeven op 28 december 2005, met uitvoering van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Wetenschapsbeleid en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder : « Instituut », de stichting van openbaar nut « Afrika Instituut »; « Centrum », de V.Z.W. « Afrika Studie- en Documentatiecentrum »; « Museum », het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika. HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen

Art. 2.Het patrimonium van het Instituut en van het Centrum alsmede de hun voor hun werking ter beschikking gestelde uitrusting, te weten het meubilair, de wetenschappelijke en niet wetenschappelijke uitrusting, de bibliotheek en de collecties worden overgedragen aan het Museum.

Art. 3.Tenzij in dit besluit anders bepaald wordt, neemt het Museum de opdrachten, rechten en plichten over van het Instituut en van het Centrum, met inbegrip van de rechten en plichten die voortvloeien uit de huidige en komende rechtsvorderingen. HOOFDSTUK III. - Bepalingen betreffende de overdracht van de personeelsleden van het Centrum

Art. 4.De hierna vermelde personeelsleden van het Centrum worden ambtshalve overgedragen aan het Museum waarin zij worden opgenomen als leden van het contractuele personeel met inachteming van de bewoordingen van de overeenkomst die hen op 10 december 2003 aan het Centrum bond. De geldelijke anciënniteit verworven in het Centrum of tijdens de terbeschikkingstelling van het Instituut wordt beschouwd als in het Museum verworven geldelijke anciënniteit.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 5.De personeelsleden waarvan sprake in artikel 4 worden overgedragen samen met het meubilair, het materieel, de wetenschappelijke uitrusting en patrimonium, de werken en de tijdschriften hun ter beschikking gesteld in het Instituut voor de uitoefening van hun ambt. HOOFDSTUK IV. - Bepalingen betreffende de overname van het beheer van het Instituut en van het Centrum

Art. 6.Vóór de overdrachten waarvan sprake in de artikelen 3 en 5, wordt een inventaris van alle betrokken uitrusting in gemeen overleg opgesteld tussen de Directeur van het Museum en de vereffenaars van het Instituut en van het Centrum.

Ze wordt toegezonden aan de Minister van Wetenschapsbeleid na mededeling aan de beheerscommissie van het Museum.

Art. 7.§ 1. Het Museum zal vanaf 1 januari 2004 het beheer en het drukken van de eigen publicaties van het Instituut voor zijn rekening nemen. § 2. Het Museum zal vanaf 1 januari 2004 de abonnementen voor zijn rekening nemen op de tijdschriften en publicaties die door het Instituut genomen zijn voor zover er geen doublures zijn.

Art. 8.De rechten vastgesteld als gevolg van de verkoop van documenten of van tijdschriften ten bate van het Instituut of ontvangen bij de toegang tot de bibliotheek van het Instituut en geregistreerd door de boekhouder van het Instituut vanaf 1 januari 2004 tot de datum van bekendmaking van dit besluit, zullen na inning worden gestort op een ten gunste van het Museum geopende rekening.

Art. 9.Alle handelingen betreffende de personeelsleden alsmede de goederen, rechten en plichten, gesteld in het kader van een deugdelijk en redelijk beheer van het Instituut of van het Centrum gedurende de periode tussen 10 december 2003 en de datum van bekendmaking van dit besluit, worden geacht te zijn verricht in naam en voor rekening van het Museum waaraan deze personeelsleden worden overgedragen of deze goederen, rechten en plichten definitief worden toegekend. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 10.Tenzij anders bepaald, heeft dit besluit uitwerking met ingang van 1 januari 2004.

Art. 11.Onze Minister van Wetenschapsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 februari 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Wetenschapsbeleid, M. VERWILGHEN