gepubliceerd op 14 december 2018
Koninklijk besluit houdende vaststelling van nadere regels tot de financiering van de kosten voor plaatselijke Luchtvaartnavigatiedienstverlening op de Belgische luchthavens in 2019
FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER
Luchtvaart
7 DECEMBER 2018. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van nadere regels tot de financiering van de kosten voor plaatselijke Luchtvaartnavigatiedienstverlening op de Belgische luchthavens in 2019
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919 betreffende de regeling der luchtvaart, artikel 5, § 1, gewijzigd bij de wet van 2 januari 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014014282 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot goedkeuring van het derde beheerscontract tussen de Staat en Belgocontrol sluiten tot goedkeuring van het derde beheerscontract tussen de Staat en Belgocontrol en de artikelen 32, § 2, 36, § 1, 37, 38 en 39 van het derde beheerscontract tussen de Staat en Belgocontrol van 11 april 2014;
Gelet op de Europese Verordening Nr. 391/2013 van 3 mei 2013 houdende vaststelling van een gemeenschappelijk heffingenstelsel voor luchtvaartnavigatiediensten, artikelen 12, 13 en 14;
Gelet op het overleg met de betrokken Gewesten, in overeenstemming met artikel 38, § 1 van het derde beheerscontract tussen de Staat en Belgocontrol van 13 september 2018;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 november 2018;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 23 november 2018;
Overwegende het Samenwerkingsakkoord van 30 november 1989 tussen de Belgische Staat die optreedt voor de Nationale Maatschappij der luchtwegen (N.M.L.W.) en de Gewesten, artikel M3;
Op de voordracht van de Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Onderwerp
Artikel 1.Dit besluit heeft tot doel de regels voor de financiering van de kosten voor plaatselijke luchtvaartnavigatiedienstverlening op de Belgische luchthavens in 2019 vast te stellen. HOOFDSTUK II. - Definities
Art. 2.De definities van artikel 2 van het derde beheerscontract tussen de Staat en Belgocontrol van 11 april 2014 en van artikel 2 van de Europese Verordening Nr. 391/2013 van 3 mei 2013 houdende vaststelling van een gemeenschappelijk heffingenstelsel voor luchtvaartnavigatiediensten zijn van toepassing op dit besluit. HOOFDSTUK III. - Financiering van de kosten voor plaatselijke luchtvaartnavigatiedienstverlening op de regionale openbare luchthavens Sectie I. - Bepaling van de waarde van factor F en van de financiële tussenkomst van de gebruikers
Art. 3.Voor de heffingszones voor plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten van de regionale openbare luchthavens van Charleroi, Luik, Oostende en Antwerpen is de waarde van de factor "F", gedefinieerd als dat deel van de plaatselijke luchtvaartnavigatiekosten dat gedekt zal worden door heffingen aan de gebruikers in het jaar 2019, gelijk aan nul.
Art. 4.Het deel van de plaatselijke luchtvaartnavigatiekosten op de regionale openbare luchthavens dat niet aan de gebruikers aangerekend zal worden, zal gefinancierd worden via overige inkomsten afkomstig van de Belgische Staat en de Gewesten.
Sectie II. - Bepaling van de financiële tussenkomst van de Belgische Staat
Art. 5.§ 1. Het procentuele aandeel van de plaatselijke luchtvaartnavigatiekosten te dragen door de Belgische Staat in 2019 op elk van de openbare regionale luchthavens vermeld onder artikel 3 is behouden op hetzelfde niveau als het staatsaandeel voor het jaar 2018 dat berekend werd op basis van de volgende formule: (de totale werkelijke kosten van het jaar 2013 - de kosten die in dat jaar aan de Gewesten werden gefactureerd in overeenstemming met de bepalingen van het Samenwerkingsakkoord) X 100 de totale werkelijke kosten van het jaar 2013 § 2. Voor de luchthavens van Charleroi, Luik, Antwerpen en Oostende zijn de respectieve aandelen gelijk aan 69,44 %, 34,78 %, 100 % en 100 %.
Voor 2019 komen die aandelen overeen met de volgende vastgestelde kosten voor de respectievelijke luchthavens: 7.898.326,86 euro, 1.588.269,51 euro, 6.473.677,10 euro, en 3.388.821,97 euro. § 3. De bedragen in paragraaf 2 worden berekend op basis van de totale vastgestelde kosten voor de plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten voor het jaar 2019 op de betrokken luchthavens, zoals opgenomen in het prestatieplan voor de tweede referentieperiode bedoeld in artikel 11, § 1 van de Europese Verordening (EU) Nr. 390/2013 van 3 mei 2013 houdende vaststelling van een prestatieregeling voor luchtvaartnavigatiediensten en netwerkfuncties.
De aanpassingen uiteengezet in punt 2.2 van bijlage V van Europese Verordening Nr. 391/2013 van 3 mei 2013 houdende vaststelling van een gemeenschappelijk heffingenstelsel voor luchtvaartnavigatiediensten zijn inbegrepen in de voornoemde bedragen.
De aanpassingen die hier bedoeld zijn, zijn die met betrekking tot de kosten die zowel aan de Belgische Staat als aan de Gewesten werden gefactureerd in 2017.
Art. 6.§ 1. Voor de facturatie aan de Belgische Staat in 2019 hanteert Belgocontrol de eenheidstarieven berekend door het in artikel 5, § 2, opgenomen bedrag te delen door het in 2019 voorspelde aantal plaatselijke luchtvaartnavigatiediensteenheden op de respectievelijke luchthavens, met name 37.820,38 voor Charleroi, 28.662,48 voor Luik, 4.068,45 voor Antwerpen en 6.621,46 voor Oostende. § 2. Dit komt overeen met de volgende eenheidstarieven voor de Staat: 208,84 euro voor de luchthaven van Charleroi, 55,41 euro voor de luchthaven van Luik, 1.591,19 euro voor de luchthaven van Antwerpen en 511,79 euro voor de luchthaven van Oostende. § 3. Onverminderd de bepalingen van artikel 5, § 3, lid 2, worden de eenheidstarieven en de luchtvaartnavigatiediensteenheden berekend in overeenstemming met bijlage V van de Europese Verordening Nr. 391/2013 van 3 mei 2013 houdende vaststelling van een gemeenschappelijk heffingenstelsel voor luchtvaartnavigatiediensten. § 4. De artikelen 7, lid 1, 13 en 14 van de Europese Verordening Nr. 391/2013 van 3 mei 2013 houdende vaststelling van een gemeenschappelijk heffingenstelsel voor luchtvaartnavigatiediensten zijn van toepassing op het deel van de plaatselijke luchtvaartnavigatiekosten te dragen door de Belgische Staat, wetende dat de Belgische Staat, conform de bepaling van artikel 13, § 6 van dezelfde Verordening, beslist heeft om de plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten vrij te stellen van het mechanisme van verkeersrisicospreiding.
Sectie III. - Bepaling van de financiële tussenkomst van de Gewesten
Art. 7.§ 1. De plaatselijke luchtvaartnavigatiekosten te financieren door de betrokken Gewesten op de in artikel 3 vermelde regionale openbare luchthavens in 2019 betreffen de kosten voor de dienstverlening aangerekend aan de Gewesten conform het Samenwerkingsakkoord. Dit wil zeggen de kosten met betrekking tot prestaties die door de Gewesten werden gevraagd boven het niveau van diensten dat van toepassing was op het moment van het afsluiten van het Samenwerkingsakkoord. § 2. De artikelen 7, lid 1, 13 en 14 van de Europese Verordening Nr. 391/2013 van 3 mei 2013 houdende vaststelling van een gemeenschappelijk heffingenstelsel voor luchtvaartnavigatiediensten zijn niet van toepassing op het deel van de plaatselijke luchtvaartnavigatiekosten te dragen door de betrokken Gewesten. HOOFDSTUK IV. - Financiering van de kosten voor plaatselijke luchtvaartnavigatiedienstverlening op de luchthaven van Brussel-Nationaal Sectie I.. - Bepaling van de waarde van factor F en van de financiële tussenkomst van de gebruikers
Art. 8.§ 1. Voor de heffingszone voor plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten van de luchthaven van Brussel-Nationaal wordt de waarde van de factor "F", gedefinieerd als dat deel van de plaatselijke luchtvaartnavigatiekosten dat gedekt zal worden door heffingen aan de gebruikers in het jaar 2019, op hetzelfde niveau behouden als de waarde van de factor "F" voor de vroegere jaren: 2015, 2016, 2017 en 2018. § 2. Dit komt overeen met een waarde van factor F voor 2019 die gelijk is aan 0,7503.
Art. 9.§ 1. Het deel van de plaatselijke luchtvaartnavigatiekosten aan te rekenen aan de gebruikers van de luchthaven van Brussel-Nationaal in 2019 wordt bepaald door de som van de volgende twee elementen: o het product van de in dat jaar vastgestelde kosten zoals opgenomen in het prestatieplan voor de tweede referentieperiode en de waarde van factor F, o de aanpassingen die uiteengezet zijn in punt 2.2 van bijlage V van Europese Verordening Nr. 391/2013 van 3 mei 2013 houdende vaststelling van een gemeenschappelijk heffingenstelsel voor luchtvaartnavigatiediensten. De aanpassingen die hier bedoeld zijn, zijn die met betrekking tot de kosten die aan de gebruikers werden gefactureerd in 2017. § 2. Dit deel bedraagt 25.099.971,55 euro.
Art. 10.§ 1. Voor de facturatie aan de gebruikers hanteert Belgocontrol een eenheidstarief berekend door het in artikel 9, § 2 opgenomen bedrag te delen door het voor 2019 voorspelde aantal plaatselijke luchtvaartnavigatiediensteenheden op die luchthaven, zijnde:146.408,00. § 2. Dit eenheidstarief bedraagt 171,44 euro voor 2019. § 3. De artikelen 7, lid 1; 13 en 14 van de Europese Verordening Nr. 391/2013 van 3 mei 2013 houdende vaststelling van een gemeenschappelijk heffingenstelsel voor luchtvaartnavigatiediensten zijn van toepassing op het deel van de plaatselijke luchtvaartnavigatiekosten te dragen door de gebruikers, wetende dat de Belgische Staat, conform de bepaling van artikel 13, § 6 van dezelfde Verordening, beslist heeft om de plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten vrij te stellen van het mechanisme van verkeersrisicospreiding.
Sectie II. - Bepaling van de financiële tussenkomst van de Belgische Staat
Art. 11.Het deel van de plaatselijke luchtvaartnavigatiekosten op de luchthaven van Brussel-Nationaal dat niet aan de gebruikers aangerekend zal worden, zal gefinancierd worden via overige inkomsten afkomstig van de Belgische Staat.
Art. 12.§ 1. Het deel van de plaatselijke luchtvaartnavigatiekosten te dragen door de Belgische Staat op de luchthaven van Brussel-Nationaal in 2019 wordt bepaald door de som van de volgende twee elementen: o het product van de in dat jaar vastgestelde kosten zoals opgenomen in het prestatieplan voor de tweede referentieperiode en de waarde van factor 1-F, o de aanpassingen die uiteengezet zijn in punt 2.2 van bijlage V van Europese Verordening Nr. 391/2013 van 3 mei 2013 houdende vaststelling van een gemeenschappelijk heffingenstelsel voor luchtvaartnavigatiediensten. De aanpassingen die hier bedoeld zijn, zijn die met betrekking tot de kosten die aan de Staat werden gefactureerd in 2017. § 2. Dit deel bedraagt 8.203.429,06 euro in 2019.
Art. 13.§ 1. Voor de facturatie aan de Belgische Staat hanteert Belgocontrol een eenheidstarief berekend door het in artikel 12, § 2 opgenomen bedrag te delen door het voor 2019 voorspelde aantal plaatselijke luchtvaartnavigatiediensteenheden op die luchthaven, met name 146.408,00. § 2. Dit eenheidstarief bedraagt 56,03 euro voor 2019. § 3. De artikelen 7, lid 1, 13 en 14 van de Europese Verordening Nr. 391/2013 van 3 mei 2013 houdende vaststelling van een gemeenschappelijk heffingenstelsel voor luchtvaartnavigatiediensten zijn van toepassing op het deel van de plaatselijke luchtvaartnavigatiekosten te dragen door de Belgische Staat, wetend dat de Belgische Staat, conform de bepaling van artikel 13, § 6 van dezelfde Verordening, beslist heeft om de plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten vrij te stellen van het mechanisme van verkeersrisicospreiding.
Art. 14.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 15.De minister bevoegd voor de luchtvaart is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 december 2018.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit Fr. BELLOT