gepubliceerd op 19 december 2016
Koninklijk besluit betreffende voor menselijke voeding bestemde caseïne en caseïnaten
7 DECEMBER 2016. - Koninklijk besluit betreffende voor menselijke voeding bestemde caseïne en caseïnaten
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, artikel 2;
Gelet op het Wetboek van economisch recht, artikel VI.9, § 1;
Gelet op het koninklijk besluit van 27 april 1987 betreffende de fabricage en de handel in voedingscaseïne en -caseïnaten;
Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de K.M.O., gegeven op 20 juli 2016;
Gelet op het advies van de Raad voor het Verbruik, gegeven op 5 september 2016;
Gelet op advies 60.160/3 van de Raad van State, gegeven op 25 oktober 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Economie en Consumenten, de Minister van Volksgezondheid en de Minister van Landbouw, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit besluit voorziet in de omzetting van Richtlijn (EU) 2015/2203 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot voor menselijke voeding bestemde caseïne en caseïnaten en tot intrekking van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad.
Art. 2.Dit besluit is van toepassing op voor menselijke voeding bestemde caseïne en caseïnaten, alsmede op mengsels daarvan.
Art. 3.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "melkeiwit, type voedings-zuurcaseïne" of "voedingszuurcaseïne" : een melkproduct dat wordt verkregen door de door middel van zuur neergeslagen wrongel van magere melk en/of van andere uit melk verkregen producten, te scheiden, te wassen en te drogen;2° "melkeiwit, type voedings-lebcaseïne" of "voedingslebcaseïne" : een melkproduct dat wordt verkregen door de wrongel van magere melk en/of van andere uit melk verkregen producten, te scheiden, te wassen en te drogen;de wrongel wordt verkregen door middel van de reactie van leb of andere enzymen met een stremmende werking; 3° "voor menselijke voeding bestemde caseïnaat" : een melkproduct dat wordt verkregen door het drogen van met neutraliserende middelen behandelde voor menselijke voeding bestemde caseïne of van de wrongel daarvan.
Art. 4.§ 1. De in artikel 3 omschreven melkproducten mogen enkel in de handel worden gebracht onder de in dat artikel bepaalde benamingen, indien zij voldoen aan de in dit besluit vastgelegde voorschriften en de in de bijlage, deel A en B vastgestelde normen. § 2. Caseïne en caseïnaten die niet voldoen aan de normen bepaald in de bijlage, deel A, afdeling I, onder b) en c), deel A, afdeling II, onder b) en c), en deel B, onder b) en c), mogen niet worden gebruikt voor de bereiding van levensmiddelen.
Indien zij op wettige wijze in de handel worden gebracht voor andere doeleinden, worden deze zodanig omschreven en geëtiketteerd dat de koper niet wordt misleid over de aard, de kwaliteit of het beoogde gebruik ervan.
Art. 5.§ 1. Op de verpakkingen, recipiënten of etiketten van de in artikel 3 omschreven melkproducten worden in duidelijk zichtbare, duidelijk leesbare en onuitwisbare letters de volgende vermeldingen aangebracht : 1° de benaming van het melkproduct, zoals vastgesteld in artikel 3, 1°, 2° en 3°, met, in het geval van voor menselijke voeding bestemde caseïnaten, een aanduiding van het kation of de kationen als vermeld in de bijlage, deel B, onder d); 2° voor de producten die als mengsel in de handel worden gebracht : a) de vermelding "mengsel van ..." gevolgd door de benamingen van de verschillende producten waaruit het mengsel is samengesteld, in afnemende gewichtsvolgorde; b) een aanduiding van het kation of de kationen, als vermeld in de bijlage, deel B, onder d), in het geval van voor menselijke voeding bestemde caseïnaten;c) het gehalte aan eiwitten voor de mengsels die voor menselijke voeding bestemde caseïnaten bevatten;3° de nettohoeveelheid van de producten, uitgedrukt in kilogram of gram;4° de naam of handelsnaam en het adres van de exploitant van het levensmiddelenbedrijf onder wiens naam of handelsnaam het product in de handel wordt gebracht, of, indien de exploitant niet in de Unie is gevestigd, de invoerder in de handel in de Unie;5° de naam van het land van oorsprong voor uit derde landen ingevoerde producten;6° de identificatiecode van de partij producten of de productiedatum. § 2. In afwijking van paragraaf 1, behoeven de in paragraaf 1, 2°, c), en 3°, 4° en 5°, bedoelde vermeldingen slechts worden aangebracht in een begeleidend document. § 3. Het in de handel brengen van de in artikel 3, 1°, 2° en 3° omschreven melkproducten is verboden, indien de in paragraaf 1 van dit artikel genoemde vermeldingen niet zijn aangebracht in een taal die gemakkelijk te begrijpen is voor de koper, tenzij deze informatie door de exploitant van het levensmiddelenbedrijf via andere middelen wordt verschaft. Deze vermeldingen mogen in meer dan één taal worden aangebracht. § 4. Wanneer het minimumgehalte aan melkeiwitten opgenomen in de bijlage, deel A, afdeling I, a), punt 2, en deel A, afdeling II, a), punt 2, en in deel B, a), punt 2, in de in artikel 3 omschreven melkproducten is overschreden, kan dit feit, onverminderd andere bepalingen van het recht van de Unie, op passende wijze worden aangebracht op de verpakkingen, recipiënten of etiketten van de producten.
Art. 6.Het koninklijk besluit van 27 april 1987 betreffende de fabricage en de handel in voedingscaseïne en -caseïnaten wordt opgeheven.
Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 22 december 2016.
Art. 8.De minister bevoegd voor Economie en Consumenten, de minister bevoegd voor Volksgezondheid en de minister bevoegd voor Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 december 2016.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie en Consumenten, K. PEETERS De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. DE BLOCK De Minister van Landbouw, W. BORSUS
BIJLAGE A. VOOR MENSELIJKE VOEDING BESTEMDE CASENE I. NORMEN VOOR "MELKEIWIT, TYPE VOEDINGS-ZUURCASENE" OF "VOEDINGSZUURCASENE" a) Essentiële voorschriften inzake de samenstelling
1.Maximaal vochtgehalte
12 gew.-%
2. Gehalte aan melkeiwitten berekend op de droge stof, ten minste
90 gew.-%
waarvan gehalte aan caseïne, ten minste
95 gew.-%
3. Maximaal melkvetgehalte
2 gew.-%
4. Titreerbaar zuurgehalte uitgedrukt in ml 0,1 N NaOH-oplossing
0,27
5.Asgehalte (P2O5 inbegrepen), ten hoogste
2,5 gew.-%
6. Gehalte aan watervrije lactose, ten hoogste
1 gew.-%
7. Gehalte aan sedimenten (verbrande deeltjes), ten hoogste
22,5 mg in 25 g
b) Contaminanten
Loodgehalte, ten hoogste
0,75 mg/kg
c) Onzuiverheden
Vreemde stoffen (zoals hout- of metaaldeeltjes, haren of delen van insecten)
nihil in 25 g
d) Technische hulpstoffen, bacteriënculturen en toegestane ingrediënten 1.zuren : - melkzuur - zoutzuur - zwavelzuur - citroenzuur - azijnzuur - orthofosforzuur 2. bacteriënculturen die melkzuur voortbrengen 3.wei e) Organoleptische eigenschappen 1.Geur : afwezigheid van vreemde geuren. 2. Uitzicht : kleur : wit tot crème;in het product mogen geen klonten voorkomen die bij een lichte druk niet kapotgaan.
II. NORMEN VOOR "MELKElWIT, TYPE VOEDINGS-LEBCASENE" OF "VOEDINGSLEBCASENE" a) Essentiële voorschriften inzake de samenstelling
1.Maximaal vochtgehalte
12 gew.-%
2. Gehalte aan melkeiwitten berekend op de droge stof, ten minste
84 gew.-%
waarvan gehalte aan caseïne, ten minste
95 gew.-%
3. Maximaal melkvetgehalte
2 gew.-%
4. Asgehalte (P2O5 inbegrepen), ten minste
7,5 gew.-%
5. Gehalte aan watervrije lactose, ten hoogste
1 gew.-%
6. Gehalte aan sedimenten (verbrande deeltjes), ten hoogste
15 mg in 25 g
b) Contaminanten
Loodgehalte, ten hoogste
0,75 mg/kg
c) Onzuiverheden
Vreemde stoffen (zoals hout- of metaaldeeltjes, haren of delen van insecten)
nihil in 25 g
d) Technische hulpstoffen - stremsel dat voldoet aan de eisen van Verordening (EG) nr.1332/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake voedingsenzymen; - andere melkcoagulerende enzymen die voldoen aan de eisen van Verordening (EG) nr. 1332/2008. e) Organoleptische eigenschappen 1.Geur : afwezigheid van vreemde geuren. 2. Uitzicht : kleur : wit tot crème;in het product mogen geen klonten voorkomen die bij een lichte druk niet kapotgaan.
B. VOOR MENSELIJKE VOEDING BESTEMDE CASENATEN NORMEN VOOR VOOR MENSELIJKE VOEDING BESTEMDE CASENATEN a) Essentiële voorschriften inzake de samenstelling
1.Maximaal vochtgehalte
8 gew.-%
2. Gehalte aan melkeiwitten berekend op de droge stof, ten minste
88 gew.-%
waarvan gehalte aan caseïne, ten minste
95 gew.-%
3. Maximaal melkvetgehalte
2 gew.-%
4. Gehalte aan watervrije lactose, ten hoogste
1 gew.-%
5. pH-waarde
6,0 tot 8,0
6.Gehalte aan sedimenten (verbrande deeltjes), ten hoogste
22,5 mg in 25 g
b) Contaminanten
Loodgehalte, ten hoogste
0,75 mg/kg
c) Onzuiverheden
Vreemde stoffen (zoals hout- of metaaldeeltjes, haren of delen van insecten)
nihil in 25 g
d) Levensmiddelenadditieven (optionele neutraliserende middelen en buffers) Hydroxiden, carbonaten, fosfaten, citraten respectievelijk van natrium, kalium, calcium, ammonium, magnesium en voor zover voldaan wordt aan de Verordening (EG) nr.1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven en de Verordening (EU) nr. 231/2012 van de commissie van 9 maart 2012 tot vaststelling van de specificaties van de in de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad opgenomen levensmiddelenadditieven. e) Kenmerken 1.Geur : zeer vage vreemde aroma's en geuren. 2. Uitzicht : kleur : wit tot crème;in het product mogen geen klonten voorkomen die bij een lichte druk niet kapotgaan. 3. Oplosbaarheid : bijna geheel oplosbaar in gedistilleerd water, met uitzondering van calciumcaseïnaten. Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 7 december 2016 betreffende voor menselijke voeding bestemde caseïne en caseïnaten.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie en Consumenten, K. PEETERS De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. DE BLOCK De Minister van Landbouw, W. BORSUS