7 DECEMBER 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 juni 2002 tot regeling van de organisatie van de controle van de voorwaarden inzake lichamelijke en geestelijke geschiktheid van de leden van het stuurpersoneel van burgerlijke luchtvaartuigen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919 betreffende de regeling der luchtvaart, inzonderheid op artikel 5, § 1, gewijzigd bij de wet van 2 januari 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 juni 2002 tot regeling van de organisatie van de controle van de voorwaarden inzake lichamelijke en geestelijke geschiktheid van de leden van het stuurpersoneel van burgerlijke luchtvaartuigen, inzonderheid op artikel 3, § 3;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 4 juli 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 11 oktober 2006;

Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op de adviezen nr. 42.483/4 en 42.484/4 van de Raad van State van 13 juni 2007;

Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 3, § 3, van het koninklijk besluit van 5 juni 2002 tot regeling van de organisatie van de controle van de voorwaarden inzake lichamelijke en geestelijke geschiktheid van de leden van het stuurpersoneel van burgerlijke luchtvaartuigen wordt het punt 3° vervangen door de volgende bepaling : « 3° het bestuderen van elke vraag omtrent : - de doctrine inzake de medische expertise betreffende de geschiktheid van het vliegend personeel; - de medische ethiek en deontologie inzake de luchtvaart alsook elk onderwerp dat ermee verband houdt.

Op uitnodiging van de voorzitter van de Sectie luchtvaartgeneeskunde, wonen de voorzitters van beide kamers van de Beroepscommissie, bedoeld in artikel 6, § 2, de vergaderingen bij met betrekking tot de studie van de vragen, bedoeld in dit punt. In dat geval worden er geen individuele medische dossiers van het vliegend personeel besproken; ».

Art. 2.In hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt een afdeling 6 ingevoegd, luidende : « AFDELING 6. - Vergoedingen

Art. 8bis.§ 1. De leden van de Sectie luchtvaartgeneeskunde, bedoeld in artikel 3, ontvangen elk een vergoeding van 75 euro per uur zitting in de Sectie luchtvaartgeneeskunde. § 2. De leden van de Beroepscommissie, bedoeld in artikel 6, § 1, ontvangen elk een vergoeding van 250 euro per beroep, ingesteld op basis van artikel 35.

Deze vergoeding omvat alle noodzakelijke handelingen, onderzoeken en zittingen voor het nemen van de eindbeslissing.

Deze vergoeding kan slechts toegekend worden aan maximaal drie leden per ingesteld beroep. § 3. De voorzitters van de kamers van de Beroepscommissie, bedoeld in artikel 6, § 2, ontvangen elk een vergoeding van 75 euro per uur zitting in de Sectie luchtvaartgeneeskunde in toepassing van artikel 3, § 3, 3°. § 4. De leden van de Raad van luchtvaartgeneeskunde, bedoeld in artikel 4, § 1, ontvangen elk een vergoeding van 75 euro per uur zitting in de Raad van luchtvaartgeneeskunde. § 5. De vergoedingen zijn niet van toepassing op de leden die hun functie uitoefenen in de hoedanigheid van lid van het rijkspersoneel. § 6. De vergoedingen worden berekend volgens de werkelijk gepresteerde uren. De onvolledige uren worden niet vergoed. § 7. De bedragen van de vergoedingen worden om de twee jaar op 1 januari, en voor het eerst op 1 januari 2008, aangepast en verbonden aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, doorgaans gezondheidsindex geheten, overeenkomstig de volgende formule : basisbedrag x nieuw indexcijfer/aanvangsindexcijfer Het aanvangsindexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen (gezondheidsindex) van de maand januari 2006.

Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen (gezondheidsindex) van de maand voorafgaand aan de aanpassing van de vergoedingen.

Bij het indexeren, wordt de uitkomst in voorkomend geval verhoogd met ten hoogste 0,50 euro of verminderd met ten hoogste 0,49 euro om een geheel getal te verkrijgen. »

Art. 3.Onze Minister, bevoegd voor de Luchtvaart, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 7 december 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT