gepubliceerd op 29 december 1999
Koninklijk besluit tot vaststelling, voor de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid ressorteren, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst
7 DECEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling, voor de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid ressorteren, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, inzonderheid op artikel 51, § 1, gewijzigd bij de wet van 26 juni 1992, bij het koninklijk besluit nr. 254 van 31 december 1983, en bij de wet van 26 maart 1999;
Gelet op het advies van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de huidige economische toestand het spoedig invoeren van een regeling van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden rechtvaardigt voor de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid ressorteren;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid ressorteren, met uitzondering van de ondernemingen voor groentenconserven.
Art. 2.§ 1. - Bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken, mag de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor arbeiders geheel worden geschorst vanaf de eerste arbeidsdag die op deze van de kennisgeving volgt. § 2. De kennisgeving van een regeling van volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst geschiedt bij de aanvang van de laatste arbeidsdag die de schorsingsperiode voorafgaat door aanplakking van een bericht op een goed zichtbare plaats in de lokalen van de onderneming, wanneer de nieuwe arbeidsregeling een collectief karakter draagt, hetzij wanneer de nieuwe arbeidsregeling geen collectief karakter draagt, door de overhandiging aan de werkman van een geschrift. Bij afwezigheid van de werkman wordt de kennisgeving steeds onder een bij de post aangetekende omslag aan de belanghebbenden verzonden. § 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt als arbeidsdag beschouwd iedere kalenderdag tijdens dewelke, krachtens het in de onderneming toegepast uurrooster, arbeid wordt verricht.
Art. 3.De duur van de volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken mag dertien weken niet overschrijden.
Art. 4.§ 1. Een afschrift van de in artikel 2, § 2, bedoelde kennisgeving wordt de dag zelf van de aanplakking, overhandiging of verzending, hetzij bij een ter post aangetekende omslag aan het werkloosheidsbureau van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening betekend, hetzij bij dit bureau afgegeven. § 2. De in de eerste paragraaf bedoelde mededeling en de bij artikel 2, § 2, bedoelde kennisgeving moeten de datum vermelden waarop de volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst zal ingaan en de datum waarop deze schorsing een einde zal nemen, alsmede de data waarop de werklieden werkloos zullen zijn. § 3. De in de eerste paragraaf bedoelde mededeling vermeldt daarenboven de economische oorzaken die de volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigen en hetzij de naam, de voornamen en het adres van de werkloos gestelde werklieden, hetzij de afdeling(en) van de onderneming waar de arbeid wordt geschorst.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2000 en treedt buiten werking op 31 maart 2000.
Art. 6.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 december 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. Wet van 26 juni 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juni 1992.
Koninklijk besluit nr. 254 van 31 december 1983, Belgisch Staatsblad van 21 januari 1984.
Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999.