Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 april 2000
gepubliceerd op 26 april 2000

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 december 1990 betreffende de administratieve geldboetes, bedoeld in artikel 19 van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
2000000314
pub.
26/04/2000
prom.
07/04/2000
ELI
eli/besluit/2000/04/07/2000000314/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 APRIL 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 december 1990 betreffende de administratieve geldboetes, bedoeld in artikel 19 van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten, gewijzigd door de wetten van 18 juli 1997 en 9 juni 1999, inzonderheid op artikel 19, § 5;

Gelet op het advies van de Raad van State van 1 maart 2000;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 17 december 1990 betreffende de administratieve geldboetes, bedoeld in artikel 19 van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten worden de woorden « Bestuursdirecteur van de Bestuursdirectie van de Algemene Rijkspolitie » vervangen door de woorden « Directeur-generaal van de Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie ».

Art. 2.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Indien de natuurlijke persoon of rechtspersoon die niet heeft voorzien in een waarborg, overeenkomstig artikel 19, § 1, 3°, van de wet, in gebreke blijft de administratieve geldboete te betalen binnen de termijn voorzien in artikel 4, en hij de toepassing ervan niet betwist binnen deze termijn dan beschikt de in artikel 1 bedoelde ambtenaar over een termijn van twee maanden vanaf het ogenblik dat de termijn voorzien in artikel 4 verstrijkt om bij de rechtbank van eerste aanleg een vordering tot invordering in te stellen. »

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de dag van de publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Gegeven te Brussel, 7 april 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

^