gepubliceerd op 20 januari 2023
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 2021, gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de arbeids- en verloningsvoorwaarden en de andere arbeidsmodaliteiten in de aanvullende subsector van de glasindustrie in 2021 en 2022
6 SEPTEMBER 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 2021, gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de arbeids- en verloningsvoorwaarden en de andere arbeidsmodaliteiten in de aanvullende subsector van de glasindustrie in 2021 en 2022 (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het glasbedrijf;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 2021, gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de arbeids- en verloningsvoorwaarden en de andere arbeidsmodaliteiten in de aanvullende subsector van de glasindustrie in 2021 en 2022.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 september 2022.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het glasbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 2021 Arbeids- en verloningsvoorwaarden en andere arbeidsmodaliteiten in de aanvullende subsector van de glasindustrie in 2021 en 2022 (Overeenkomst geregistreerd op 17 februari 2022 onder het nummer 170306/CO/115) Voorwoord De sociale partners zijn van oordeel dat het opportuun is de arbeidsvoorwaarden en de basisverloning te bepalen voor de arbeiders van de aanvullende subsector van de glasindustrie die niet gedekt zijn door een collectieve ondernemingsovereenkomst.
Het gaat over een suppletief systeem, van toepassing bij afwezigheid van conventionele bepalingen overeengekomen op bedrijfsniveau.
TITEL I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen van volgende bedrijfssectoren, het door hen verrichte monteren en plaatsen inbegrepen: 1° glas voor industriële of huishoudelijke toepassingen (zoals pannen, kranen, tegels, stelen in glas en vitroceramische platen);2° buizen, staven en staafjes in glas (namelijk voor de chemische, farmaceutische en elektrotechnische nijverheden);3° verlichting en seininrichting (zoals glasballons en elektrische buizen, lichtreclames);4° glasvezels, glaswol en cellulair glas;5° voorwerpen in glas voor elk technisch, wetenschappelijk en industrieel gebruik (zoals leidingen, microkogels en -parels);6° verwerkt en/of bewerkt holglas, zoals glasballons, flacons, kolven en laboratoriumtoestellen (laboratoriumglas), isolerende flessen;7° ver- en bewerking van borosilicaat en ceramisch vlakglas, glasblazen (voor wetenschappelijke en industriële apparaten);8° optiekglas, alsmede het slijpen en het versieren van deze glazen (glazen voor brillenfabricage). Deze ondernemingen behoren tot de aanvullende bedrijfssector glas voor zover één van de voormelde activiteiten in hoofdzaak wordt uitgeoefend en niet als bijkomstige activiteit van een andere sector van de glasindustrie.
Onder "arbeiders" verstaat men: zowel arbeiders als arbeidsters.
TITEL II. - Onderhandelingskader
Art. 2.De ondertekenende partijen en hun leden zijn akkoord om volgend punt na te leven gedurende eventuele onderhandelingen voor de periode 2021-2022: er zullen geen eisen ingediend of besproken worden in de sector, de subsectoren en de ondernemingen uit de glasindustrie die in tegenspraak of conflict zijn met het wettelijk kader voorzien door de wet van 26 juli 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1996 pub. 05/10/2012 numac 2012205395 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. - Officieuzecoördinatie in het Duits sluiten tot de bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen gewijzigd door de wet van 19 maart 2017 en door het koninklijk besluit van 30 juli 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/07/2021 pub. 23/08/2021 numac 2021042678 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling voor het kalenderjaar 2021 van de bedragen van de vergoedingen voor de maatregelen die zijn voorzien in de sociale akkoorden die betrekking hebben op de gezondheidssector en die op 1 maart 2000, 28 november 2000, 26 april 2005, 18 juli 2005, 4 februari 2011, 25 februari 2011 en 24 oktober 2012 door de federale regering werden gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers en van de maatregelen die zijn voorzien in het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep voorzien in de akkoorden van 4 maart 2010 en 17 maart 2010, voor zover zij betrekking hebben op werknemers tewerkgesteld bij de werkgevers in de sector van de thuisverpleging, in wijkgezondheidscentra en door het Rode Kruis en die vallen onder de toepassing van de Sociale Maribel type koninklijk besluit prom. 30/07/2021 pub. 09/08/2021 numac 2021021164 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg, buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, financien, sociale zekerheid, mobiliteit en vervoer, beleid en ondersteuning en justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 7, § 1, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen type koninklijk besluit prom. 30/07/2021 pub. 09/08/2021 numac 2021032234 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 december 2020 houdende vaststelling, voor het dienstjaar 2021, van het globaal budget van het Rijk, zoals bedoeld in artikel 95 van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, voor de financiering van de werkingskosten van de ziekenhuizen sluiten tot uitvoering van artikel 7, § 1 van de wet van 26 juli 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1996 pub. 05/10/2012 numac 2012205395 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. - Officieuzecoördinatie in het Duits sluiten tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 9 augustus 2021) tot vaststelling van de maximale marge voor loonkost ontwikkeling voor de periode 2021-2022.
TITEL III. - Arbeidsvoorwaarden HOOFDSTUK I. - Wekelijkse arbeidsduur en anciënniteitsverlof
Art. 3.De conventionele wekelijkse arbeidsduur bedraagt maximum 37 uur en 50 minuten volgens de toepassingsmodaliteiten die paritair op ondernemingsvlak en rekening houdend met de imperatieven van de arbeidsorganisatie en de productie en met het oog op het behoud van de werkgelegenheid, werden afgesproken.
Bovendien, gebeurt de overgang van 38 uur naar 37 uur en 50 minuten in de vorm van een betaalde dag inhaalrust.
Art. 4.Na 25 jaar dienst in de onderneming wordt er aan de arbeiders een eerste verlofdag toegekend.
De dag wordt toegekend zodra de anciënniteit is bereikt.
De verlofdag wordt vastgesteld in overleg met de werkgever, rekening houdend met de arbeidsorganisatie.
Deze verlofdag is niet cumuleerbaar met een anciënniteitsdag toegekend door een vóór 31 maart 2006 afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak.
Deze verlofdag geldt niet wanneer op 31 maart 2006 gelijkaardige of voordeligere voorwaarden van kracht zijn in de vorm van een dag- en/of anciënniteitspremie via een ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst. In dit geval, blijven enkel de voorwaarden voorzien in de ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing. HOOFDSTUK II. - Functieclassificatie
Art. 5.Behalve bijzondere bepalingen gesloten op het vlak van de onderneming, worden de functies van de in artikel 1 bedoelde arbeiders ingedeeld in zeven categorieën volgens de hierna vermelde algemene criteria: Categorie 1: Functie die geen enkele beroepsopleiding vergt of waarvoor enkel een opleiding van zeer korte duur noodzakelijk is om de eenvoudige taken waaruit zij in hoofdzaak bestaat te kunnen uitvoeren.
Categorie 2: Functie die geen enkele beroepsopleiding vergt, maar waarvoor een in de onderneming verstrekte bijzondere opleiding noodzakelijk is.
Categorie 3: Functie die geen enkele beroepsopleiding vergt, enkel maar een opleiding van enkele dagen in de onderneming.
Categorie 4: Functie die een beroepsopleiding van langere duur vergt (van drie tot zes maanden).
Categorie 5: Veelzijdige functie betreffende meerdere uiteenlopende taken in eenzelfde afdeling of in verschillende afdelingen.
Categorie 6A en 6B: Geschoolde arbeiders. HOOFDSTUK III. - Loonvoorwaarden
Art. 6.De maximale marge voor de loonkostevolutie die is bepaald in het koninklijk besluit van 30 juli 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/07/2021 pub. 23/08/2021 numac 2021042678 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling voor het kalenderjaar 2021 van de bedragen van de vergoedingen voor de maatregelen die zijn voorzien in de sociale akkoorden die betrekking hebben op de gezondheidssector en die op 1 maart 2000, 28 november 2000, 26 april 2005, 18 juli 2005, 4 februari 2011, 25 februari 2011 en 24 oktober 2012 door de federale regering werden gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers en van de maatregelen die zijn voorzien in het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep voorzien in de akkoorden van 4 maart 2010 en 17 maart 2010, voor zover zij betrekking hebben op werknemers tewerkgesteld bij de werkgevers in de sector van de thuisverpleging, in wijkgezondheidscentra en door het Rode Kruis en die vallen onder de toepassing van de Sociale Maribel type koninklijk besluit prom. 30/07/2021 pub. 09/08/2021 numac 2021021164 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg, buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, financien, sociale zekerheid, mobiliteit en vervoer, beleid en ondersteuning en justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 7, § 1, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen type koninklijk besluit prom. 30/07/2021 pub. 09/08/2021 numac 2021032234 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 december 2020 houdende vaststelling, voor het dienstjaar 2021, van het globaal budget van het Rijk, zoals bedoeld in artikel 95 van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, voor de financiering van de werkingskosten van de ziekenhuizen sluiten tot uitvoering van artikel 7, § 1 van de wet van 26 juli 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1996 pub. 05/10/2012 numac 2012205395 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. - Officieuzecoördinatie in het Duits sluiten tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 9 augustus 2021) tot vaststelling van de maximale marge voor loonkostenontwikkeling voor de periode 2021-2022, wordt als volgt ingevuld: a. Minimum sectorale bruto-uurlonen: De sectorale minimum bruto-uurlonen worden met 0,4 pct.verhoogd, met een minimum van 0,10 EUR per uur (op basis van 37 uur 50/week) vanaf 1 januari 2022.
Indien de loonindexering in januari 2022 plaatsvindt, worden de lonen eerst geïndexeerd en vervolgens op 1 januari 2022 verhoogd met de bovengenoemde loonstijgingen. b. De sociale partners hebben de mogelijkheid om op ondernemingsvlak een akkoord te onderhandelen binnen de grenzen van de loonnorm van 0,4 pct.voor de periode van 1 januari 2021 tot 31 december 2022 alsook in het kader van de coronapremie.
Indien ten laatste op 17 december 2021 geen overeenkomst in de onderneming wordt bereikt: - De loonnorm is uitgeput door een verhoging van de reële bruto-uurlonen met ingang van 1 januari 2022 met 0,4 pct. met een minimum van 0,10 EUR per uur (op basis van 37 uur 50/week); indien de loonindexering in januari 2022 plaatsvindt, worden de lonen eerst geïndexeerd en vervolgens op 1 januari 2022 verhoogd met de bovengenoemde loonstijgingen. - De toekenning van een coronapremie van 150 EUR(1) (zonder criteria) aan werknemers: - die minstens één effectieve prestatiedag hebben tijdens de periode van 1 december 2020 tot 30 november 2021; - pro rata van het arbeidsregime op 30 november 2021; - betaalbaar aan de werknemers in dienst op 30 november 2021; - de eventuele coronapremies die al werden toegekend in 2021 worden in mindering gebracht op het bedrag van 150 EUR. Deze eenmalige coronapremie wordt toegekend in de vorm van consumptiecheques conform het koninklijk besluit van 21 juli 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/07/2021 pub. 29/07/2021 numac 2021203680 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid 21 JULI 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 19 quinquies van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelij VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het koninklijk besluit waarvan ik de eer heb aan uwe Majesteit te(...) sluiten tot wijziging van artikel 19quinquies van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
De maximale nominale waarde van de consumptiecheque bedraagt 10 EUR per consumptiecheque.
De werkgevers zullen de consumptiecheques in elektronische of papieren vorm toekennen volgens de modaliteiten voorzien in deze overeenkomst.
Voor de consumptiecheques geldt bovendien dat: - Deze niet mogen worden toegekend ter vervanging van of als omzetting van loon, premies, voordelen in natura of andere voordelen, al dan niet onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen; - De papieren of elektronische cheques kunnen niet geheel of gedeeltelijk voor geld ingewisseld worden; - De cheques worden uitgereikt op naam van de werknemer; - De consumptiecheques moeten tussen 1 augustus 2021 en 31 december 2021 uitgegeven worden door de onderneming; - Ze blijven geldig tot 31 december 2022.
De individuele rekening van de werknemer zal de waarde van de coronapremie vermelden. c. Ploegenpremies: De sectorale ploegenpremies worden per 1 januari 2022 met 0,4 pct. verhoogd.
Art. 7.Minimumuurlonen De minimumuurlonen van de arbeiders die een in artikel 5 bepaalde functie uitoefenen worden als volgt vastgesteld in een wekelijkse arbeidsregeling van 37 uur 50 minuten: - Vanaf 1 februari 2020:
Barème I (0 < 3 mois d'ancienneté)
1er février 2020
Loonschaal I (0 < 3 maand anciënniteit)
1 februari 2020
1
11,6630
1
11,6630
2
11,6630
2
11,6630
3
11,9559
3
11,9559
4
12,3860
4
12,3860
5
12,7049
5
12,7049
6A
13,8840
6A
13,8840
6B
14,2081
6B
14,2081
Barème II (à partir de 3 mois d'ancienneté)
1er février 2020
Loonschaal II (vanaf 3 maand anciënniteit)
1 februari 2020
1
11,6630
1
11,6630
2
11,7086
2
11,7086
3
12,2790
3
12,2790
4
12,7049
4
12,7049
5
13,1434
5
13,1434
6A
14,2081
6A
14,2081
6B
14,5287
6B
14,5287
De bovenvermelde bedragen moeten worden gesteld tegenover het spilindexcijfer 109,18 (basis 2013 = 100). - Vanaf 1 september 2021:
Barème I (0 < 3 mois d'ancienneté)
1er septembre 2021
Loonschaal I (0 < 3 maand anciënniteit)
1 september 2021
1
11,8963
1
11,8963
2
11,8963
2
11,8963
3
12,1950
3
12,1950
4
12,6337
4
12,6337
5
12,9590
5
12,9590
6A
14,1617
6A
14,1617
6B
14,4923
6B
14,4923
Barème II (à partir de 3 mois d'ancienneté)
1er septembre 2021
Loonschaal II (vanaf 3 maand anciënniteit)
1 september 2021
1
11,8963
1
11,8963
2
11,9428
2
11,9428
3
12,5246
3
12,5246
4
12,9590
4
12,9590
5
13,4063
5
13,4063
6A
14,4923
6A
14,4923
6B
14,8193
6B
14,8193
De bovenvermelde bedragen moeten worden gesteld tegenover het spilindexcijfer 111,36 (basis 2013 = 100). - Vanaf 1 januari 2022: De minimum bruto-uurlonen worden met 0,4 pct. verhoogd, met een minimum van 0,10 EUR per uur.
Indien de loonindexering in januari 2022 plaatsvindt, worden de lonen eerst geïndexeerd en vervolgens op 1 januari 2022 verhoogd met de bovengenoemde loonstijgingen.
Art. 8.Ploegenpremies Wanneer het werk in ploegen wordt uitgevoerd, worden aan de arbeiders, zonder onderscheid van leeftijd, de volgende premies toegekend (EUR/uur), voor een arbeidsregeling van 37 uur en 50 minuten per week: - Vanaf 1 februari 2020:
Equipe
A partir du 1er février 2020
Ploeg
Vanaf 1 februari 2020
Matin
0,8553
Ochtend
0,8553
Après-midi
0,9978
Namiddag
0,9978
Nuit
1,5578
Nacht
1,5578
De bovenvermelde bedragen moeten worden gesteld tegenover het spilindexcijfer 109,18 (basis 2013 = 100). - Vanaf 1 september 2021:
Equipe
A partir du 1er septembre 2021
Ploeg
Vanaf 1 september 2021
Matin
0,8724
Ochtend
0,8724
Après-midi
1,0178
Namiddag
1,0178
Nuit
1,5890
Nacht
1,5890
De bovenvermelde bedragen moeten worden gesteld tegenover het spilindexcijfer 111,36 (basis 2013 = 100). - Vanaf 1 januari 2022: De sectorale ploegenpremies worden met 0,4 pct. verhoogd. HOOFDSTUK IV. -Aanvullend extra wettelijk vakantiegeld
Art. 9.Aanvullend extra wettelijk vakantiegeld De arbeiders die volledige prestaties hebben verricht van 1 november 2021 tot 31 oktober 2022 en van 1 november 2022 tot 31 oktober 2023 hebben voor elke referteperiode recht op aanvullend extrawettelijk vakantiegeld dat overeenstemt met het loon voor minimum 165 uren arbeid, in een wekelijkse arbeidsduur van 37 uur en 50 minuten.
De arbeiders die onvolledige arbeidsprestaties hebben verricht, hebben recht op extrawettelijk vakantiegeld dat pro rata temporis wordt berekend onder de volgende voorwaarden, wanneer zij, hetzij: - in dienst zijn getreden in de loop van het dienstjaar; - ontslagen werden in de loop van het dienstjaar, behalve om dringende redenen; - gepensioneerd of bruggepensioneerd werden in de loop van het dienstjaar; - hun ontslag hebben ingediend of hun contract hebben beëindigd met wederzijdse toestemming in de loop van het dienstjaar.
De andere toekenningsvoorwaarden worden op het niveau van de onderneming uitgewerkt.
TITEL IV. - Bestaanszekerheid - tijdelijke werkloosheid
Art. 10.Worden beschouwd als zijnde tijdelijk werkloos, de arbeiders van wie de uitvoering van de arbeidsovereenkomst niet voor andere redenen is geschorst.
Art. 11.Wanneer de tijdelijke werkloosheid te wijten is aan economische en/of technische redenen, met uitzondering van werkloosheid wegens stakingen in de onderneming of in andere ondernemingen, ontvangen de in artikel 10 bedoelde arbeiders vanaf: - 1 maart 2020 een aanvullende dagvergoeding vastgesteld op minimum 10,6310 EUR per dag werkloosheid (in het kader van de 5-dagen/weekregeling), zonder beperking van het aantal dagen werkloosheid tijdens het jaar. Het bovenvermelde bedrag moet worden gesteld tegenover het spilindexcijfer 109,34 (basis 2013 = 100); - 1 september 2021 een aanvullende dagvergoeding vastgesteld op minimum 10,8436 EUR per dag werkloosheid (in het kader van de 5-dagen/weekregeling), zonder beperking van het aantal dagen werkloosheid tijdens het jaar. Het bovenvermelde bedrag moet worden gesteld tegenover het spilindexcijfer 111,53 (basis 2013 = 100); - 1 januari 2022, wordt de aanvullende dagvergoeding in geval van tijdelijke werkloosheid met 0,4 pct. verhoogd.
Art. 12.Wanneer een overmachtssituatie door een federale of regionale overheid wordt erkend en er een recht op tijdelijke werkloosheid in het kader van overmacht uit voortvloeit, heeft elke arbeider recht op een pot van 78 dagen per jaar in een voltijds arbeidsregime gedekt door een aanvullende werkloosheidsvergoeding ten laste van de werkgever. Het bedrag van deze aanvullende werkloosheidsvergoeding stemt overeen met de aanvullende werkloosheidsvergoedingen die bepaald werden in de onderscheiden subsectoren van de glassector in het kader van tijdelijke werkloosheid voor economische redenen.
Op het bedrag van de sectorale aanvullende vergoeding overmachtswerkloosheid zullen de bedragen die eventueel door de overheid worden toegekend in mindering worden gebracht.
TITEL V. - Vrijwillige halftijdse tewerkstelling
Art. 13.Om tewerkstellingsperspectieven te openen, verbinden de werkgevers er zich toe om het voluntariaat voor halftijds werk in hun ondernemingen aan te moedigen.
Elke tewerkgestelde arbeider heeft het recht om op ondernemingsvlak over te schakelen naar een halftijdse arbeidsregeling, op basis van een jaarlijks gemiddelde.
Het aantal halftijds tewerkgestelde arbeiders is echter beperkt tot 2 pct. van het totaal aantal ingeschreven arbeiders in het personeelsregister.
Elke aanwerving zal in de vorm van een "duo-baan" gebeuren, met andere woorden de werkgever zal het verzoek van een arbeider die naar een halftijdse arbeidsregeling wil overschakelen moeten aanvaarden voor zover twee arbeiders die dezelfde functie uitoefenen gezamenlijk een aanvraag indienen.
De overgang naar de halftijdse arbeidsregeling moet binnen de drie maanden na het verzoek van de wijziging van de arbeidsregeling gebeuren.
De arbeidsovereenkomst van de arbeider wordt gewijzigd tenminste voor wat de arbeidsregeling betreft. Deze arbeidsregeling mag naderhand slechts gewijzigd worden mits akkoord van de werkgever.
TITEL VI. - Uitzendarbeid
Art. 14.De referentie inzake arbeidsovereenkomst is deze van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Er kan beroep gedaan worden op uitzendarbeid mits wat volgt.
Het beroep doen op uitzendkrachten zal gebeuren in overleg met de vakbondsafvaardiging of met de ondernemingsraad en met inachtneming van de bestaande wetgeving en collectieve arbeidsovereenkomsten.
De duur van de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid zal minstens één week bedragen, behalve in geval van bijzondere omstandigheden, die met de vakbondsafvaardiging moeten worden besproken.
De maximale duur moet worden besproken met de vakbondsafvaardiging met het oog op een eventuele contractuele aanwerving, indien de uitzendkracht minstens twaalf maanden ononderbroken tewerkgesteld is.
TITEL VII. - Arbeidsorganisatie
Art. 15.Indien het nodig blijkt de werktijdorganisatie in de onderneming te wijzigen, zullen de sociale gesprekspartners ervoor zorgen dat er enerzijds de economische en anderzijds de sociale bekommernissen in opgenomen worden, zijnde: - de effecten op de werkgelegenheid (bijvoorbeeld mogelijkheden om er meer contracten van bepaalde en/of onbepaalde duur in op te nemen, om overuren te beperken); - de aanpassing van de arbeidsvoorwaarden; - de gezondheid en de veiligheid van de werknemers; - de invloed op de inkomsten van de arbeiders.
De toepassing van de nieuwe arbeidsorganisatie zal opgevolgd worden en, indien nodig, aangepast in overleg met de vakbondsafvaardiging of de ondernemingsraad.
TITEL VIII. - Sociaal overleg
Art. 16.In geval van sociale conflicten, bevestigen de werkgevers en de arbeiders hun vaste intentie om de aangepaste conventionele bemiddelingsprocedures te volgen, met inbegrip van het beroep doen op de voorzitter van het paritair comité in zijn hoedanigheid van sociaal bemiddelaar.
TITEL IX. - Sociale vrede
Art. 17.De syndicale organisaties verbinden er zich toe om gedurende de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst de sociale vrede te respecteren.
Indien de sociale vrede niet nageleefd wordt, indien de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1987, gesloten in de schoot van het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de sociale vrede en prestaties van openbaar nut in vredestijd, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 september 1987, niet nageleefd wordt door de vakbondsorganisaties, zullen de sancties voorzien in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1987 toegepast worden.
TITEL X. - Geldigheid
Art. 18.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 januari 2021 en verliest haar uitwerking op 31 december 2022.
Zij wordt te goeder trouw gesloten en de ondertekenende partijen verbinden er zich toe om ze te doen naleven bij hun lastgevers, zowel naar de letter als naar de geest.
Art. 19.Deze huidige collectieve arbeidsovereenkomst zal worden neergelegd ter Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst, Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en een aanvraag tot algemene verbindend verklaring bij koninklijk besluit zal worden gevraagd.
Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, worden voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds, en namens de werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde notulen van de vergadering.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 september 2022.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) In ondernemingen kan deze bonus via collectieve arbeidsovereenkomst worden omgevormd tot minstens een gelijkwaardig voordeel.