gepubliceerd op 13 januari 2012
Koninklijk besluit tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, genaamd « Astro », een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij
6 OKTOBER 2011. - Koninklijk besluit tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, genaamd « Astro », een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 19 april 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2002 pub. 04/05/2002 numac 2002014105 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Wet tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij sluiten tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij, artikel 3, § 1, eerste lid, en artikel 6, § 1, 1°, gewijzigd bij de Programmawet I van 24 december 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 januari 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/01/2002 pub. 07/02/2002 numac 2001014270 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de wijze van uitgifte van de loterij met biljetten, "Astro" genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij type koninklijk besluit prom. 15/01/2002 pub. 07/02/2002 numac 2001014269 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de wijze van uitgifte van de loterij met biljetten, « BINGO EXPRESS » genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij type koninklijk besluit prom. 15/01/2002 pub. 07/02/2002 numac 2001014267 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de wijze van uitgifte van de loterij met biljetten, "WIN FOR LIFE" genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij sluiten betreffende de wijze van uitgifte van de loterij met biljetten, « Astro » genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij;
Gelet op het advies 50.255/2 van de Raad van State, gegeven op 3 oktober 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit reglement is van toepassing op de door de Nationale Loterij uitgegeven loterij met biljetten, genaamd « Astro ». « Astro » is een loterij met biljetten waarbij de loten uitsluitend zonder enige trekking worden toegewezen door middel van figuren en cijfers die verborgen zitten onder een af te krassen ondoorzichtige deklaag.
Art. 2.Het aantal biljetten van elke uitgifte wordt door de Nationale Loterij vastgesteld hetzij op 600 000, hetzij op veelvouden van 600 000.
De verkoopprijs van een biljet is vastgelegd op 2 euro.
Het aantal uitgiften wordt vastgesteld door de Nationale Loterij.
Art. 3.Voor iedere hoeveelheid van 600 000 uitgegeven biljetten wordt het aantal loten vastgelegd op 157 747, die worden verdeeld volgens onderstaande tabel :
Aantal loten Nombre de lots
Bedrag van de loten Montant des lots
Totale bedrag van de loten Montant total des lots
1 winstkans op 1 chance de gain sur
1
50.000 EUR
50.000 EUR
600 000
6
2.000 EUR
12.000 EUR
100 000
40
200 EUR
8.000 EUR
15 000
400
40 EUR
16.000 EUR
1 500
800
20 EUR
16.000 EUR
750
4 000
16 EUR
64.000 EUR
150
20 000
8 EUR
160.000 EUR
30
70 000
4 EUR
280.000 EUR
8,57
62 500
2 EUR
125.000 EUR
9,60
TOTAAL TOTAL 157 747
TOTAAL TOTAL 731.000 EUR
TOTAAL TOTAL 3,80
Art. 4.Op de voorkant van de biljetten worden de volgende termen duidelijk in letters weergegeven : 1° « Ram », « Stier », « Tweelingen », « Kreeft », « Leeuw », « Maagd », « Weegschaal », « Schorpioen », « Boogschutter », « Steenbok », « Waterman » of « Vissen »;2° het element « Lucht » wanneer de in 1° bedoelde term de volgende is : « Tweelingen », « Weegschaal » of « Waterman »;3° het element « Vuur » wanneer de in 1° bedoelde term de volgende is : « Ram », « Leeuw » of « Boogschutter »;4° het element « Water » wanneer de in 1° bedoelde term de volgende is : « Kreeft », « Schorpioen » of « Vissen »;5° het element « Aarde » wanneer de in 1° bedoelde term de volgende is : « Stier », « Maagd » of « Steenbok ».
Art. 5.De verschillende tekens van de dierenriem worden als volgt op de biljetten weergegeven : 1° « Ram » : wanneer op de voorkant van het biljet de term « Ram » wordt vermeld alsook het bij dit teken van de dierenriem behorende grafische symbool.Dit biljet wordt verbonden met het element « Vuur »; 2° « Stier » : wanneer op de voorkant van het biljet de term « Stier » wordt vermeld alsook het bij dit teken van de dierenriem behorende grafische symbool.Dit biljet wordt verbonden met het element « Aarde »; 3° « Tweelingen » : wanneer op de voorkant van het biljet de term « Tweelingen » wordt vermeld alsook het bij dit teken van de dierenriem behorende grafische symbool.Dit biljet wordt verbonden met het element « Lucht »; 4° « Kreeft » : wanneer op de voorkant van het biljet de term « Kreeft » wordt vermeld alsook het bij dit teken van de dierenriem behorende grafische symbool.Dit biljet wordt verbonden met het element « Water »; 5° « Leeuw » : wanneer op de voorkant van het biljet de term « Leeuw » wordt vermeld alsook het bij dit teken van de dierenriem behorende grafische symbool.Dit biljet wordt verbonden met het element « Vuur »; 6° « Maagd » : wanneer op de voorkant van het biljet de term « Maagd » wordt vermeld alsook het bij dit teken van de dierenriem behorende grafische symbool.Dit biljet wordt verbonden met het element « Aarde »; 7° « Weegschaal » : wanneer op de voorkant van het biljet de term « Weegschaal » wordt vermeld alsook het bij dit teken van de dierenriem behorende grafische symbool.Dit biljet wordt verbonden met het element « Lucht »; 8° « Schorpioen » : wanneer op de voorkant van het biljet de term « Schorpioen » wordt vermeld alsook het bij dit teken van de dierenriem behorende grafische symbool.Dit biljet wordt verbonden met het element « Water »; 9° « Boogschutter » : wanneer op de voorkant van het biljet de term « Boogschutter » wordt vermeld alsook het bij dit teken van de dierenriem behorende grafische symbool.Dit biljet wordt verbonden met het element « Vuur »; 10° « Steenbok » : wanneer op de voorkant van het biljet de term « Steenbok » wordt vermeld alsook het bij dit teken van de dierenriem behorende grafische symbool.Dit biljet wordt verbonden met het element « Aarde »; 11° « Waterman » : wanneer op de voorkant van het biljet de term « Waterman » wordt vermeld alsook het bij dit teken van de dierenriem behorende grafische symbool.Dit biljet wordt verbonden met het element « Lucht »; 12° « Vissen » : wanneer op de voorkant van het biljet de term « Vissen » wordt vermeld alsook het bij dit teken van de dierenriem behorende grafische symbool.Dit biljet wordt verbonden met het element « Water ».
Art. 6.Op de voorkant van het biljet staan er drie duidelijk afgebakende speelruimten die de volgende kenmerken hebben : 1° de eerste speelruimte bestaat uit vijf cirkelvormige speelzones die een cirkelboog vormen en bedekt zijn met een door de speler af te krassen ondoorzichtige deklaag.Op elk van die ondoorzichtige deklagen staat het grafische symbool dat overeenstemt met het teken van de dierenriem van het biljet. Onder de ondoorzichtige deklagen van de bewuste speelzones staat telkens een grafisch symbool van een teken van de dierenriem; dat symbool kan van zone tot zone verschillen; 2° binnen de in 1° bedoelde cirkelboog ligt de tweede speelruimte, die bestaat uit een cirkelvormige, met een door de speler af te krassen ondoorzichtige deklaag bedekte speelzone waarop de vermelding « WINST - GAIN - GEWINN » staat.Op deze ondoorzichtige deklaag staat het grafische symbool van het teken van de dierenriem van het biljet.
Onder de bewuste ondoorzichtige deklaag van deze speelzone staat een in Arabische cijfers uitgedrukt lotenbedrag dat werd gekozen uit de in artikel 3 bedoelde loten, met uitzondering van het bedrag van 40 euro; 3° de derde speelruimte bestaat uit een cirkelvormige speelzone, genaamd « Bonus », die bedekt is met een door de speler af te krassen ondoorzichtige deklaag.Op die ondoorzichtige deklaag staat een grafisch symbool van het element waarmee het teken van de dierenriem van het biljet verbonden wordt. Onder de bewuste ondoorzichtige deklaag van deze speelzone staat een grafisch symbool van het element « Lucht », « Vuur », « Water » of « Aarde ».
Art. 7.Een winnend biljet is een biljet waarvan, na afkrassing van de ondoorzichtige deklaag die de vijf in artikel 6, 1°, bedoelde speelzones bedekt, twee van de vijf aangetroffen grafische symbolen identiek zijn en overeenstemmen met het teken van de dierenriem van het biljet in kwestie. In dat geval geldt voor het toegewezen winstbedrag het volgende : 1° ofwel is dat winstbedrag gelijk aan één keer het lotenbedrag dat wordt vermeld in de in artikel 6, 2°, bedoelde speelzone, wanneer na afkrassing van de ondoorzichtige deklaag van de in artikel 6, 3°, bedoelde speelzone « Bonus » blijkt dat het aangetroffen grafische symbool verschilt van het grafische symbool dat duidelijk zichtbaar wordt vermeld in het kadertje « = Winst-Gain-Gewinn X2 »;2° ofwel is dat winstbedrag gelijk aan twee keer het lotenbedrag dat wordt vermeld in de in artikel 6, 2°, bedoelde speelzone, wanneer na afkrassing van de ondoorzichtige deklaag van de in artikel 6, 3°, bedoelde speelzone « Bonus » blijkt dat het aangetroffen grafische symbool identiek is aan het grafische symbool dat duidelijk zichtbaar wordt vermeld in het kadertje « = Winst-Gain-Gewinn X2 ». De toekenning van de lotenbedragen is onderworpen aan de volgende voorwaarden : 1° de toekenning van de lotenbedragen ter waarde van 2, 20, 200, 2.000 of 50.000 euro resulteert uitsluitend uit de toepassing van het eerste lid, 1° ; 2° de toewijzing van een lotenbedrag ter waarde van 40 euro resulteert uitsluitend uit de toepassing van het eerste lid, 2° ;3° de toewijzing van de lotenbedragen ter waarde van 4, 8 of 16 euro resulteert hetzij uit de toepassing van het eerste lid, 1°, hetzij uit de toepassing van het eerste lid, 2°. Een biljet dat één van de in eerste lid bedoelde kenmerken niet vertoont, is steeds een niet-winnend biljet.
Art. 8.Op de voor- of op de achterkant van de biljetten kunnen de volgende vermeldingen staan, uitsluitend voor de controle en het administratieve beheer van die biljetten : 1° een reeks zichtbare cijfers;2° een reeks cijfers, bedekt met een ondoorzichtige deklaag;3° twee zichtbare streepjescodes.
Art. 9.Onder de in artikel 6 bedoelde ondoorzichtige deklagen kunnen controlevermeldingen staan in elke door de Nationale Loterij nuttig geachte vorm. Wanneer er voor die controlevermeldingen gebruik wordt gemaakt van cijfers, dan zijn die cijfers van een ander type en een ander formaat dan de cijfers die worden gebruikt om lotenbedragen te bepalen. Met die controlevermeldingen wordt er geen enkel lot toegewezen.
Bij onverkochte biljetten heeft de Nationale Loterij als enige het recht om ter controle de in het eerste lid en in artikel 8, 2°, bedoelde ondoorzichtige deklagen af te krassen.
Art. 10.§ 1. Teneinde te waarborgen dat de toewijzing van de loten uitsluitend wordt bepaald door het toeval, wordt elke vorm van stelselmatigheid vermeden bij het drukken van de vermeldingen die op deze loten betrekking hebben, en mogen de biljetten uiterlijk geen enkel verschil vertonen waarmee om het even welk element kan worden onthuld.
In afwijking van de bepalingen van het eerste lid kan er een procédé worden vastgelegd om te garanderen dat de biljetten, waaraan kleine lotenbedragen worden toegewezen, evenwichtig worden verdeeld over alle gedrukte biljetten. Met kleine lotenbedragen worden loten bedoeld waarvan het bedrag voor één lot niet hoger mag liggen dan 20 euro. De som van de kleine lotenbedragen die worden toegekend aan de biljetten die in eenzelfde cellofaanverpakking zitten, stemt overeen met een door de Nationale Loterij vastgesteld bedrag dat niet lager mag liggen dan 36 euro. § 2. Op de voor- of op de achterkant van de biljetten worden er cijfers en/of letters vermeld ter identificatie van de uitgifte waartoe deze biljetten behoren.
Art. 11.Vanaf de aankoop van de biljetten zijn de loten betaalbaar aan de houder tegen afgifte van de winnende biljetten, tot en met de laatste dag van een termijn van twaalf maanden, te rekenen vanaf de afsluitingsdatum van de verkoop van de uitgifte waartoe de biljetten behoren, onder de volgende voorwaarden : 1° onder voorbehoud van de bepalingen van het tweede lid zijn de loten betaalbaar in de fysieke verkooppunten van de Nationale Loterij gedurende een termijn van twee maanden, te rekenen vanaf de afsluitingsdatum van de verkoop van de uitgifte waartoe de biljetten behoren.Met de genoemde fysieke verkooppunten heeft de Nationale Loterij een overeenkomst gesloten waarin zij worden erkend als officiële verkopers van de spelen van de Nationale Loterij; 2° de loten zijn betaalbaar gedurende een termijn van tien extra maanden bovenop de in 1° bedoelde termijn, uitsluitend ten zetel van de Nationale Loterij of in haar regionale kantoren.De gegevens van die regionale kantoren staan op de website van de Nationale Loterij of kunnen bij haar worden verkregen.
De loten van 50.000 euro zijn uitsluitend betaalbaar ten zetel van de Nationale Loterij of, indien zij dat opportuun acht, in haar regionale kantoren.
Art. 12.Voor elke biljettenuitgifte worden de afsluitingsdatum van de verkoop en de daarmee samenhangende afsluitingsdatum van de uitbetaling van de loten bekendgemaakt door de Nationale Loterij met alle door haar nuttig geachte middelen.
Art. 13.De loten die niet binnen de in artikel 11, eerste lid, vastgelegde termijn worden opgeëist, verblijven aan de Nationale Loterij.
Art. 14.Onder voorbehoud van het aantekenen van beroep bij een rechtbank, moeten klachten over de loten, op straffe van verval, binnen de in artikel 11, eerste lid, bedoelde termijn van twaalf maanden worden ingediend. Ze moeten ofwel aan de Nationale Loterij worden gericht via een aangetekende postzending, ofwel bij de Nationale Loterij worden afgegeven in ruil voor een ontvangstbewijs.
Elke klacht moet vergezeld gaan van het betrokken biljet. Op de keerzijde van dat biljet moet de speler zijn naam, voornaam en adres vermelden. Wanneer een biljet, dat het voorwerp uitmaakt van een klacht, door de reclamant zelf wordt afgegeven ten zetel van de Nationale Loterij of in een regionaal kantoor van de Nationale Loterij, dan wordt er ten gunste van die reclamant een bewijs van afgifte opgesteld.
Art. 15.Het is minderjarigen verboden deel te nemen.
Art. 16.De Nationale Loterij erkent slechts één eigenaar van een winnend biljet, namelijk de houder ervan. De staving van de identiteit van de houder wordt evenwel geëist : 1° als er twijfel bestaat over de geldigheid van het biljet, als het besmeurd, gescheurd, onvolledig of herplakt is.In dat geval wordt het biljet door de Nationale Loterij ingehouden totdat ze een beslissing heeft genomen, en ontvangt de houder van het biljet een bewijs van afgifte; 2° als het vermoeden bestaat dat de houder van het biljet minderjarig is;3° als het vermoeden bestaat dat de houder het biljet op onrechtmatige wijze heeft verworven;4° als om het even welke wettelijke bepaling daarin voorziet.
Art. 17.Onder voorbehoud van het aantekenen van beroep bij een rechtbank wordt geen enkel bezwaar aanvaard bij diefstal, verlies of vernietiging van een biljet of van een ten gunste van de houder opgesteld bewijs van afgifte.
Elk bedrog dat wordt gepleegd om een lot uitgekeerd te krijgen, in het bijzonder elke valsheid in geschrifte of elk gebruik ervan, geeft aanleiding tot een klacht bij het parket.
Art. 18.De Nationale Loterij en de tussenpersonen van haar distributienet respecteren de anonimiteit van de spelers, behalve wanneer laatstgenoemden daaraan verzaken.
Art. 19.De biljetten kunnen nog de volgende vermeldingen bevatten : 1° uitleg, voorschriften en informatie bestemd voor de spelers;2° reclame ten gunste van de Nationale Loterij en, in ruil voor een financiële of andere compensatie, ten gunste van derden met wie de Nationale Loterij het commercieel opportuun acht om samen te werken teneinde haar activiteiten te promoten.
Art. 20.Het koninklijk besluit van 15 januari 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/01/2002 pub. 07/02/2002 numac 2001014270 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de wijze van uitgifte van de loterij met biljetten, "Astro" genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij type koninklijk besluit prom. 15/01/2002 pub. 07/02/2002 numac 2001014269 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de wijze van uitgifte van de loterij met biljetten, « BINGO EXPRESS » genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij type koninklijk besluit prom. 15/01/2002 pub. 07/02/2002 numac 2001014267 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de wijze van uitgifte van de loterij met biljetten, "WIN FOR LIFE" genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij sluiten betreffende de wijze van uitgifte van de loterij met biljetten, « Astro » genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juli 2006, 18 januari 2008 en 30 juli 2010, wordt opgeheven.
Art. 21.De biljetten die werden uitgegeven in overeenstemming met het in artikel 20 bedoelde koninklijk besluit mogen worden verkocht tot en met 29 februari 2012 en blijven onderworpen aan de in dat besluit uiteengezette regels.
Art. 22.Dit besluit treedt in werking op 16 januari 2012.
Art. 23.De Minister bevoegd voor de Nationale Loterij is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 oktober 2011.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS